Hoe Phocas en andere verenigingen na jaren eindelijk hun onderkomen aan de Spiegelwaal kregen
Eindelijk is het zo ver: Watersportcentrum Het Bastion gaat vandaag officieel open. De totstandkoming van het gebouw en de verhuizing van studentenroeivereniging Phocas was een lang traject. Vox blikt terug met voormalig sportcentrumdirecteur en voorzitter van Stichting Watersport Nijmegen, Rob Cuppen.
De verhuizing die er al jarenlang aan zat te komen, is eindelijk achter de rug. Vandaag opent Het Bastion, het nieuwe moderne watersportcentrum onder de Waalbrug. Om 14.30 uur houdt burgemeester Bruls een openingstoespraak.
Verschillende watersportverenigingen, waaronder studentenroeivereniging Phocas, trokken er vlak voor de zomer al in. Daarmee kwam er een eind aan jarenlang gesteggel over de bouw en inrichting van het watersportcentrum. Ook zijn de onzekerheid over de verhuizing van Phocas en de problemen rondom roeien op het Maas-Waalkanaal verleden tijd.
Rob Cuppen was van begin tot het eind betrokken bij het project. Dat deed hij met verschillende petten op. Zo overlegde hij als directeur van het Radboud Sportcentrum (RSC) met de gemeente Nijmegen aanvankelijk over een nieuw Botenhuis voor Phocas. Later deed hij dat over een gezamenlijk watersportcentrum als voorzitter van Stichting Watersport Nijmegen (WSN). Met vlagen leek het project uitzichtloos, toch bleef hij hoop behouden. ‘Ik heb er altijd geloof in gehouden dat het wel goed zou komen’, zegt hij.
Roeien in de Ooijpolder
Terug naar het begin. Het is 2000 als Cuppen, op dat moment medewerker van het RSC, van het College van Bestuur de opdracht krijgt om uit te kijken naar een nieuwe locatie voor Phocas. De wens om te verhuizen was er al langer bij de roeivereniging. Reden: botenhuis de Haemel in het Maas-Waalkanaal, dat Phocas huurt van de universiteit, is aan vervanging toe en kan ook het groeiende ledenaantal niet langer aan.
Er werden verschillende opties overwogen, vertelt Cuppen. ‘Uiteindelijk valt de keuze op het Meertje in de Ooijpolder, achter het Hollands-Duitsch Gemaal. De universiteit kocht in 2005 een stuk grond aan de Dijkgraaf van Wijckweg waar het nieuwe botenhuis moest verrijzen.’
Maar al snel blijkt de gemeente Ubbergen toch problemen te zien in roeien op het Meertje, dat grotendeels binnen haar gemeentegrenzen valt. Ondanks dat Waterschap Rivierenland toestemming had verleend om te roeien. Er ontstaat een impasse die zelfs tot een rechtszaak leidt, vertelt Cuppen. ‘Uiteindelijk wordt in 2007 een procedurele uitspraak gedaan door de rechter. De uitkomst: ga er maar roeien, en als de gemeente dan handhaaft, kan de universiteit zich desgewenst weer tot de rechtbank richten voor een oordeel.’
‘De angst was dat als alle partijen op eigen houtje naar de gemeente zouden gaan, er niets van de grond zou komen’
Rond diezelfde tijd worden de plannen rond de Nevengeul, nu bekend als de Spiegelwaal, bekend. ‘Ineens was er perspectief op veel gunstiger roeiwater’, zegt Cuppen. ‘En dus werden de bakens verzet.’
De universiteit verkoopt de grond weer in 2009 – zonder verlies. Een langslepend conflict over roeien in de Ooijpolder is afgewend. Maar met die beslissing is Phocas wel gedwongen tot een langer verblijf aan de Vossendijk.
Samen optrekken
Naarmate de plannen voor de Spiegelwaal concreter worden, zien ook andere verenigingen een verhuizing naar het Noorden van de stad wel zitten.
Daarom richten Cuppen en Cees Verhoef van kanovereniging De Batavier in 2011 de Stichting Watersport Nijmegen op. Ook studentensportverenigingen De Loefbijter (zeilen) en Aeolus (surfen) haken aan – evenals roeivereniging De Waal en de Nijmeegse Reddingsbrigade. ‘De angst was dat als alle partijen op eigen houtje naar de gemeente zouden gaan, er niets van de grond zou komen. Dus trokken we samen op.’
‘Eerst was de vraag nog waar dat watersportcentrum precies moest gaan komen’, vervolgt Cuppen. ‘Na veel overleg werd uiteindelijk voor het Bastion gekozen.’
De gemeente hield in het begin de boot een beetje af, vertelt Cuppen. ‘Er was nog niet duidelijk wat er precies met het eiland zou gaan gebeuren. Er waren bijvoorbeeld nog plannen voor veel woningbouw nabij Het Bastion. Dat is natuurlijk niet ideaal met sportverenigingen. Ik zeg niet dat die overlast veroorzaken, maar als er mensen dicht op wonen, dan gaat dat wel eerder zo ervaren worden. Ook waren er nog plannen om het gebouw in een parkeergarage te veranderen.’
Er wordt enkele jaren intensief overlegd, waarna de gemeente overstag gaat: Het Bastion mag gebruikt worden als watersportcentrum.
Lege huls
Een mooie stap, maar dat werpt gelijk een nieuw probleem op, gaat de oud-sportcentrumdirecteur verder. ‘Het Bastion was toen slechts een lege huls. Het was een ‘bouwwerk niet zijnde een gebouw’, puur ter opvulling dus. Om het bewoonbaar te maken voor de verenigingen, moest het nodige gedaan worden aan isolatie en constructie.’
Wederom volgen er vele gesprekken tussen de gemeente, Stichting Watersport Nijmegen en de verenigingen over de inrichting, exploitatie en realisatie van Het Bastion. De financiële haalbaarheid voor de individuele verenigingen wordt doorgerekend en in 2016 lijkt het tot een akkoord te komen.
‘Voor het eerst kon er écht gebouwd worden’
Lijkt dus. Want plots besluit roeivereniging De Waal zich terug te trekken uit het geheel. ‘Dat was een donderslag bij heldere hemel’, zegt Cuppen. ‘De vereniging had een tijdelijk onderkomen, maar wilde liever permanent op die locatie blijven. Dat hadden ze echter niet eerder met de gemeente en WSN gedeeld. En dus moest er een nieuw ontwerp en een nieuwe doorrekening komen.’
Als er een moment geweest is in het traject dat Cuppen de wanhoop nabij was, was het toen. ‘Het was echt de vraag of alles nog wel haalbaar was.’
‘Maar gelukkig kwam er een goed nieuw ontwerp waarbij de overgebleven verenigingen, mede dankzij tegemoetkomingen van de gemeente, niet ineens met meer geld over de boeg hoefden te komen. En toen kon in 2017 een voorlopige overeenkomst getekend worden en konden we aan de gang.’ Er verschijnt een lach op het gezicht van Cuppen. ‘Voor het eerst kon er écht gebouwd worden.’
Tegenslagen
Maar ook met de finishlijn in zicht zijn er nog de nodige tegenslagen. Corona, oplopende bouwkosten en bouwmateriaal dat door de oorlog in Oekraïne niet geleverd kan worden leiden tot nog meer uitstel.
In april van dit jaar kregen de verenigingen officieel de sleutel van het watersportcentrum. Maar zelfs dan zit verhuizen, in verband met een gebrek aan stroom door een overbelast netwerk, er nog niet in. Afgelopen zomer was het eindelijk zover en konden de verenigingen hun intrek nemen onder de Waalbrug.
Hoe nu verder? Cuppen ziet de toekomst rooskleurig in. ‘Het is een mooie plek op een ideale locatie, je bent zo in de stad. Zeker nu er geen huizen omheen worden gebouwd is het een ideale locatie voor verenigingen om hun ding te kunnen doen. En als roeiers hoef je geen rekening te houden met passerend vrachtverkeer.’
Onveilig botenhuis?
Met de verhuizing heeft Phocas na 51 jaar botenhuis de Haemel achter zich gelaten. Dat is langer dan verwacht. Toen de universiteit het pand aanschafte was het bedoeld als tijdelijk onderkomen voor vijftien jaar. Het pand had haar beste tijd al lang gehad.
Oud-bestuursleden van de roeivereniging laten aan Vox weten dat het oude botenhuis zelfs al jaren onveilig zou zijn. Rotte planken, een pomp die dag en nacht moet draaien om het buitenhuis niet te laten zinken en interieur dat uit elkaar zou vallen: de Haemel was in helse staat. Ook heeft de roeivereniging meermaals een noodkreet richting de universiteit en gemeente gedaan.
Cuppen neemt afstand van die bewering. ‘Het oude botenhuis is nooit onveilig geweest’, zegt hij ferm. ‘Vanuit de universiteit waren er periodieke controles, waarbij de constructies en elektriciteit werden nagelopen. Als er iets niet in de haak was, dan werd dat opgelost. Maar er is nooit sprake geweest van gevaar dat de boot zou kunnen zinken.’
‘Dat het er niet allemaal meer even fraai uit zag, klopt. Maar met de verhuizing die eraan zat te komen, deden we alleen het hoognodige onderhoud. De douches zijn bijvoorbeeld enkele jaren terug nog gerenoveerd. Maar we gingen natuurlijk niet het hele interieur verfraaien. Ook hebben we feesten op het Botenhuis indertijd verboden, daar werd de Villa van Schaijk voor gevonden.’