Hoe nu verder met de binnenstad?
Hoe moet het nu verder met de winkels in de binnenstad? Hoogleraar bedrijfseconomie Joris Knoben ziet een duidelijk gevaar. Vandaag houdt hij zijn oratie.
Knoben doet onderzoek naar de wisselwerking tussen bedrijven en hun omgeving. De manier waarop bijvoorbeeld elektronicabedrijven en universiteiten voordeel kunnen hebben van elkaars nabijheid. Hij weet als geen ander dat het vertrek van concerns als V&D en Scapino, Invito en Manfield de binnenstad in een negatieve spiraal kunnen trekken. ‘Als zo’n binnenstad een kritieke massa verliest, verliest het z’n aantrekkingskracht op het winkelend publiek, maar ook op andere winkels in de binnenstad. Want waarom zou je zoveel betalen voor een pand in de binnenstad als het publiek terugloopt? Dan is het veel aantrekkelijker om naar een winkelcentrum in het buitengebied te verhuizen. De grond is er goedkoper, de gebouwen zijn goedkoper, de winkels zijn makkelijker te bevoorraden, publiek kan er makkelijker parkeren.’
Neerwaartse spiraal
Knoben ziet het met lede ogen aan. Want als de winkels teruglopen, is de horeca ook klanten kwijt. En moet de binnenstad misschien een heel andere bestemming krijgen. ‘Ik zie vanuit mijn expertise een duidelijk gevaar. Je moet die neerwaartse spiraal doorbreken.’ De vraag is alleen: hoe?
Het is bekend dat V&D zich te laat heeft aangepast aan de nieuwe werkelijkheid van online shoppen. De HEMA past zich wel aan, maar maakt daarbij – in de woorden van Knoben – ‘rare sprongen’. ‘De HEMA is meer eten gaan aanbieden en zich ook gaan toeleggen op verzekeringen. Het is een beetje een onsamenhangend aanbod geworden.’ Daarbij heeft het bedrijf met dat nieuwe aanbod geen grote winsten binnengehaald.
Toeristen
Kleine winkeltjes, zoals je die ziet in het centrum van Den Bosch, zijn maar in weinig steden rendabel, zegt Knoben. ‘Voor die kleine winkeltjes heb je veel rondstruinend publiek nodig. Je gaat namelijk niet speciaal naar de stad voor die winkeltjes. Die pik je even mee. Den Bosch trekt veel toeristen en dus veel rondstruinend publiek. Maar voor een stad als Tilburg werken die winkeltjes niet.’
Wat dan wel te doen? Knoben heeft daar ook niet meteen een antwoord op. Hij wijst op kledingwinkels in Amerikaanse steden waar je kleding alleen nog kunt passen. Je bestelt ze vervolgens bij een zuil in de winkel, waarna ze thuis worden gebracht. ‘Het magazijn plaatst zo’n ondernemer dan op een industrieterrein. Op die manier heeft hij minder vierkante meters nodig in de binnenstad.’
En wellicht dat de grote lege ruimte van V&D wel op te vullen is met een andere Amerikaanse trend: winkels waarin je producten kunt ‘beleven’. Neem een winkel als Lush, nu al aanwezig met een paar vestigingen in Nederland, en druk bezocht door jonge vrouwen die er zalfjes, zepen en andere huidproducten uitproberen. Winkelen als ‘belevenis’ dus, vergelijkbaar met de musea die zich de afgelopen jaren ook steeds meer gingen profileren als omgeving waar je kunst kunt meemaken in plaats van er alleen naar te kijken. / Martine Zuidweg
Joris Knoben houdt zijn oratie vanmiddag om 15.45 uur in de Aula onder de titel There and back again: de wederzijdse relatie tussen bedrijf en omgeving.