Hoezo change perspective?
Gerard Meijer kondigde het al aan tijdens zijn nieuwjaarsrede in de Aula. ‘We maken geen rare sprongen, maar gaan verder op de ingeslagen weg.’ Hij presenteerde bij die gelegenheid het Strategisch Plan 2015-2020. De eerste reacties zijn positief, al zijn er ook kanttekeningen. ‘De slogan change perspective is niet erg toepasselijk.’
Bart Verheijen, lid van de Ondernemingsraad namens PON (Promovendi Overleg Nijmegen) is blij met de aandacht voor carrièrekansen van promovendi in het plan. De promovendi pleiten al langer voor een betere voorbereiding op een toekomst buiten de universiteit, omdat het merendeel na de promotie geen plek vindt in de academische wereld. Het Strategisch Plan stelt voor om iedere promovendus minimaal twee niet op het promotietraject gerichte cursussen te laten volgen.
Begeleiding
De focus op het verbeteren van het promotierendement in het plan kan positief uitpakken, denkt Verheijen. Als dat tenminste betekent dat de begeleiding van promovendi daadwerkelijk verbetert. ‘Gelukkig worden daar concreet zaken voor genoemd zoals een opleidings- en begeleidingsplan dat wordt opgesteld na aanstelling van de promovendus.’
Verheijen zou graag zien dat de begeleiding in het plan nog meer handen en voeten had gehad. Zo staat er niets in over een limiet aan het aantal promovendi dat een hoogleraar mag begeleiden. In hun eigen visiedocument pleiten de promovendi ervoor om een hoogleraar die meer dan vijf promovendi begeleidt, te verplichten op te schrijven hoe zij of hij dat gaat regelen.
Hoogleraar Digital Security Bart Jacobs vindt het goed ‘dat de leiding van de universiteit in zo’n document de grote lijnen aangeeft, met nadruk op kwaliteit, samenhang en impact’. Voor hem had het plan op sommige punten juist minder expliciet gemogen. ‘Af en toe vervalt het plan in onzinnig micromanagement, zoals de eis dat een derde persoon aanwezig moet zijn bij de jaargesprekken met promovendi. Hoeveel tijd gaat hiermee verloren en wat levert het op? Bij dit soort bureaucratische maatregelen wordt er nooit bijgezegd waar je dan minder tijd aan moet besteden om in staat te zijn bij al die gesprekken met promovendi aanwezig te zijn.’
Status-quo
Mark Vlek de Coningh, voorzitter van de Universitaire Studentenraad (USR), vindt het begrijpelijk dat het Strategisch Plan zich in de eerste plaats richt op handhaving van de status-quo. ‘Het hoger onderwijs staat door bezuinigingen onder druk. De universiteit staat er bovendien goed voor. Dus is het logisch dat niet een hele omslag wordt gemaakt.’ Het is een goed plan voor studenten, vindt hij. Zo wordt er gewerkt aan ruimere openingstijden voor de campus. ‘Waar wij als USR ook op gehamerd hebben, is dat er in het plan een vermelding zou komen dat extracurriculaire activiteiten wel degelijk meerwaarde hebben voor de ontwikkeling van de student. Er spreekt uit het plan nu waardering voor de actieve student.’
Toch had de USR gehoopt op een ambitieuzer plan. Bijvoorbeeld als het gaat om de digitalisering van de campus. ‘Het college had kunnen zeggen: over vijf jaar willen wij op dit vlak voorop lopen. Om te beginnen moeten de basisvoorzieningen in orde zijn, zoals de website en de digitale leeromgeving. Maar je zou ook kunnen kijken naar de inzet van sociale media. Nodig bijvoorbeeld eens een prestigieuze hoogleraar uit om een college te verzorgen via Skype.’
Het plan legt geen basis voor drastische wijzingen. De slogan ‘change perspective’ is daarom niet erg toepasselijk, vindt Vlek de Coningh. ‘Het klinkt sympathiek – het is altijd goed zaken vanuit een ander perspectief te benaderen – maar we gaan door op de weg die de universiteit in het verleden heeft ingeslagen.’ / Mathijs Noij, Martine Zuidweg
FT schreef op 7 januari 2015 om 13:39
Weet de USR wel wat sociale media zijn? In het voorbeeld dat genoemd wordt lijkt het eerder als hip ‘buzzword’ te fungeren dan als idee. Dat de USR nooit concrete invulling aan de toegevoegde waarde van social media voor onderwijs geeft, dat versterkt die indruk.