Mensen met een verstandelijke beperking hebben een grotere kans om te overlijden aan het coronavirus dan de rest van de bevolking. Dat concluderen onderzoekers van het Radboudumc. De wetenschappers hopen dat het onderzoek aandacht oplevert voor de kwetsbaarheid van mensen met een verstandelijke beperking.
De onderzoekers vergeleken de eerste twee jaar van de Covid-19 pandemie met de vijf jaar voor de pandemie om te bepalen hoe groot de verschillen in sterfte waren tussen de groep mensen met en zonder verstandelijke beperking. Daaruit bleek dat er een ruim vier keer hogere sterfte door COVID is bij mensen met een verstandelijke beperking dan in de rest van de bevolking.
Hogere risico’s
Mensen met een verstandelijke beperking hebben over het algemeen al een hogere sterftekans dan de rest van de bevolking, maar tijdens de pandemie is deze aanzienlijk gestegen, vertelt epidemioloog en onderzoeker aan het Radboudumc Maarten Cuypers. Dat heeft een aantal oorzaken. ‘De oorzaak van de beperking is vaak ook de oorzaak van lichamelijke problemen, waardoor zij fysiek meer kwetsbaar zijn. Wanneer zij dan corona krijgen, reageert hun immuunsysteem daar slechter op dan bij fysiek gezonde mensen.’
Daarbovenop hebben mensen met een verstandelijke beperking ook een grotere kans om het virus op te lopen, vertelt Cuypers. ‘Deze groep heeft vaak veel begeleiding en zorg nodig. Ze wonen begeleid in zorggroepen of gaan naar een dagbesteding. Al deze verschillende contacten zorgen voor enorm veel besmettingsroutes.’ Daarnaast is het vanwege de verstandelijke beperking voor deze groep lastig om de maatregelen na te leven. ‘Leg maar eens uit aan iemand met een verstandelijke beperking waarom en wanneer hij of zij een mondkapje moet dragen.’
Ook meer sterfte door kanker
De hogere sterfte door corona kan de toename in algehele sterfte niet volledig verklaren. Sterfte door kanker, aandoeningen aan de hersenen en het zenuwstelsel en externe oorzaken (zoals een val) zijn tijdens de pandemie namelijk ook sterker toegenomen onder mensen met een verstandelijke beperking dan onder de rest van de bevolking.
Dat komt volgens Cuypers mede door het gebrek aan specifieke kennis. ‘Zo komt bijvoorbeeld diabetes vaak voor bij mensen met een verstandelijke beperking, en kan een coronabesmetting die klachten enorm verergeren. Voor diabetespatiënten zonder verstandelijke beperking hoeft dat niet het geval te zijn. Bijkomende gezondheidsrisico’s als deze zijn niet altijd bij zorgverleners bekend.’
Gebrek aan zorg
Daarnaast is er in tijden van crisis minder reguliere zorg beschikbaar, waar kwetsbaren automatisch meer last van hebben. ‘Ook waren mensen terughoudend om naar de huisarts te gaan vanwege besmettingsgevaar. Lichamelijke achteruitgang wordt dan niet tijdig opgemerkt, wat kan leiden tot ernstigere complicaties.’ Dit zag Cuypers ook bij de griepepidemie in 2017-2018. ‘Daar waren grotere sterfteaantallen door de griep zelf, maar speelden er ook externe factoren mee.’
‘Kwetsbaarheid kunnen we niet wegnemen’
Cuypers hoopt dat het onderzoek bijdraagt aan aandacht voor de kwetsbaarheid van mensen met een verstandelijke beperking. Zowel in de klinische praktijk als in het volksgezondheidsbeleid. ‘Kwetsbaarheid kunnen we niet wegnemen. Het virus is er nu eenmaal en we kunnen ook de besmettingsroutes niet volledig voorkomen.’
Volgens de onderzoeker is het daarom belangrijk dat mensen op de hoogte zijn van de gezondheidsrisico’s van deze groep, om beter te kunnen inspelen op hun afwijkende zorgvraag. ‘Daarnaast is het belangrijk dat deze groep beter gemonitord wordt. Het is namelijk lastig om beleid te maken, rekening houdend met een kwetsbare groep, wanneer die groep nauwelijks in zicht is.’