Het vasthouden aan het normale collegetarief voor excellente studenten mag niet leiden tot verschraling van het onderwijsprogramma van reguliere studenten. Dat stellen studentenfractie asap, studentenvakbond AKKU en de Universitaire Studentenraad (USR). Ook moet het college van bestuur kritisch kijken naar de extra’s die honoursstudenten als onderdeel van hun excellentiebeurs krijgen aangeboden.

Minister van Onderwijs Jet Bussemaker kondigde afgelopen vrijdag aan dat universiteiten vanaf volgend collegejaar een proef mogen uitvoeren met het vragen van hogere collegegelden. Aan deelnemers aan excellentieprogramma’s – zoals de Honour Academy- mag tweemaal het wettelijke collegegeld gevraagd worden. De Radboud Universiteit meldde een dag later al dat zij hier niet aan deelneemt. Medio 2014 vervalt de subsidie voor het honoursprogramma voor bachelors. Bussemaker heeft de universiteiten mede daarom toegezegd dat ze hogere collegegelden mogen gaan vragen. Het Nijmeegse college wil het verdwijnen van de subsidie opvangen door gelden uit de algemene pot voor onderwijs en onderzoek aan te wenden. De studentvertegenwoordigers zijn opgelucht over dit besluit. ‘Niet elke excellente student heeft rijke ouders die het hogere collegegeld kunnen ophoesten’, zegt voorzitter Jip Mennen van de Universitaire Studentenraad (USR). ‘Het toelatingscriterium voor het honoursprogramma blijft kunde, niet de prijs die het kost.’ Wel zijn de student vertegenwoordigers kritisch ten aanzien van de invulling van de Honours Academy. AKKU-voorzitter Marije Willems: ‘We verwachten dat de kwaliteit van reguliere programma’s niet wordt aangetast door dit besluit. Als blijkt dat dat wel het geval is, moet gekeken worden naar extra’s die er voor honoursstudenten zijn. Neem een afstudeerstage in het buitenland. Dat is leuk, maar niet noodzakelijk.’ asap deelt die mening. Koen van Heijster van asap vindt dat het college kritisch moet kijken naar het programma. USR-voorzitter Mennen vult aan: ‘Honoursstudenten krijgen nu 2.500 euro voor reisjes en andere gerelateerde activiteiten. Het is echter het extra onderwijs dat het programma zijn waarde geeft.’ De Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU) stelt dat de belangstelling voor collegegelddifferentiëring ‘nog niet bijzonder groot is’. Drie universiteiten hebben tot nu toe aangegeven mee te willen doen aan de proef. / Jorg Leijten