Met een hoogleraar aan de hiphop

20 mei 2017

Hiphop is waarschijnlijk de meest populaire én gehate muzieksoort van het moment. Hoe komt dat? Vox trekt met hoogleraar Spaanse letterkunde Maarten Steenmeijer naar het toonaangevendste hiphopfestival van Nederland: WOO HAH! ‘Het publiek is een verademing.’

Hiphop is niet langer een muziekgenre dat enkel gebruikt wordt om filmscènes die zich afspelen in donkere steegjes extra spannend te maken. Het tegenovergestelde is waar: hiphop is de populairste muziekstroming ter wereld geworden. Of in ieder geval het meest beluisterde genre – afgaande op het aantal streams bij Spotify en YouTube.

Hiphop is het meest beluisterde muziekgenre ter wereld

Toch wordt hiphop nog lang niet door iedereen omarmd. Al generaties lang moppert de Nederlandse rapindustrie dat ‘Hilversum’ het muziekgenre negeert. De laatste jaren lijkt die stem steeds luider te klinken, met de Eindhovense rapper Fresku als hardste roeper. Wilbert Mutsaers, de baas van concertorganisator Mojo, deed daar vorig jaar een schepje bovenop door te klagen dat de grote festivals in Nederland veel te wit programmeren. Minder Stones, meer Kanye West – was zijn boodschap.

Symbool voor de spagaat waarin hiphop zich lijkt te bevinden, is de Popprijs van 2015. Die ging – heel vooruitstrevend – naar hiphopcollectief New Wave. Maar – heel conservatief – voordat de winnaars drie noten gespeeld hadden, was de halve zaal uit desinteresse en/of protest alweer vertrokken. Aan de ene kant is hiphop enorm populair, tegelijkertijd roept het genre vaak meer weerstand op dan andere muzieksoorten.

Johan Derksen

Om te onderzoeken hoe dat komt, trekt Vox met hoogleraar Letterkunde Maarten Steenmeijer naar het meest toonaangevende hiphopfestival van Nederland: WOO HAH! in Tilburg. Wat moeten we ermee, met die hiphop? Wat is er zo aantrekkelijk aan? En ook: krijgt het genre voldoende waardering?

Steenmeijer is een liefhebber van muziek van de oude stempel. Zijn favoriete band is The Byrds, uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Steenmeijer schrijft veel boeken over popmuziek, met de Golden Earring als voornaamste onderwerp. Zijn favoriete muziek is americana. Voor de duidelijkheid: dat is tevens de favoriete muzieksoort van voetbalbromsnor en bluesfanaat Johan Derksen. Dan weet je het wel, wat street credibility en rap-interesse betreft.

‘De muziek verbroedert, maar de teksten zijn heel polariserend’

Toch gaat Steenmeijer graag mee op hiphopavontuur. ‘Ik weet nog dat ik jaren geleden in de Volkskrant en NRC laaiend enthousiaste recensies over een album van Kanye West las. Het werd de Sgt. Pepper’s van de hiphop genoemd. Toen dacht ik: ‘Nou, dat moeten we toch maar eens in de gaten gaan houden.’ Je kunt hiphop tegenwoordig moeilijk nog negeren.’

Op naar Tilburg, dus. Steenmeijer heeft zich met een leren jas keurig op de gelegenheid gekleed. Toch valt hij uit de toon. Er zijn weinig mannen ouder dan vijftig, d’r is vrijwel niemand die aan de bar ook wordt gevousvoyeerd en het aantal hoogleraren is vermoedelijk eveneens laag. Het publiek is jong en overwegend mannelijk, maar verder heel gemêleerd.

‘Een verademing’, zegt Steenmeijer. ‘Ik kom op veel plekken waar ik er gewoon van schrik hoe blank het allemaal is. Ik zit me in LUX soms echt af te vragen of er alleen maar blanke mensen bestaan. Blijkbaar is hiphop een genre dat verbroedert en verschillende achtergronden samenbrengt. Dat is apart – de teksten zijn behoorlijk polariserend. Als je niet zwart bent, tel je niet mee. Dat is heel paradoxaal.’

The hood

Eenmaal binnen begint het rondje langs de podia. De eerste stop is Sevn Alias. De wonderboy van de Nederlandse hiphop. Steenmeijer verstaat er niet veel van. ‘Gaat het nou over Nelson Mandela?’ Daarna volgen onder andere Action Bronson, Tyler the Creator, Opgezwolle en ASAP Ferg. Steenmeijer amuseert zich, kijkt links en rechts zijn ogen uit en drinkt rustig een biertje. Maar veelzeggend is dat hij pas écht opleeft als hij een smeuïge anekdote over een van de exen (‘een eersteklas kreng’) van Paul McCartney kan vertellen.

Bij sommige nummers knikt de hoogleraar voorzichtig met de beat mee. Echt ruig wordt het geen moment – de Vox-delegatie blijft ver uit de buurt van alles dat op een moshpit lijkt. ‘Ik vind het wel jammer dat Mac Miller toch niet kon komen’, zegt Steenmeijer – die zich stiekem dus wel degelijk goed heeft voorbereid op het rapavontuur.

‘Ik kan zo honderd redenen verzinnen om het genre helemaal af te maken’

Aan het einde van de dag maakt Steenmeijer op het persbalkon van het festival de balans op. ‘Uit het publiek hier kun je opmaken dat hiphop vooral onder jonge mensen populair is. Dat snap ik wel. De machocultuur die eromheen hangt, zegt mij niet zo veel. Het is uiteraard spel, maar voor types als mijn zoon – die bepaald niet uit the hood komt – is dat natuurlijk interessant. Er zitten lekkere termen in, in een andere taal, van mensen uit een ander milieu. Dat kan voor de jeugd een interessant identiteitsspel opleveren.’

Voor Steenmeijer zijn de talloze verwijzingen naar ‘bitches’, ‘shooting niggas’ en ‘dealing dope’ overigens geen reden om de muziek bij voorbaat af te zweren. Het hoort er nou eenmaal bij, zegt hij. Americana-muziek draait om foute cowboyhoeden en rednecks op witte paarden. Ook een verschrikkelijk wereldje, volgens Steenmeijer, maar toch blijft het hem trekken.

Zo is het ook met hiphop. ‘Kijk, ik kan natuurlijk honderd redenen verzinnen om het genre helemaal af te maken. Ik ben ook zeker geen fan geworden van hiphop. Maar de taligheid van veel raps is goed en WOO HAH! trekt mensen die je op Pinkpop nooit ziet – alleen al daarom is het een genre dat serieus genomen dient te worden. Het lijkt mij onvermijdelijk dat hiphop in de toekomst veel meer mainstream wordt. Er is nu een hele generatie die met die muziek opgroeit. Mijn ouders stonden vroeger ook niet te juichen bij The Beatles en de Stones – zoals ik dat nu niet doe bij hiphop. Maar als de huidige jongeren even trouw blijven aan hun muzieksmaak als de jeugd van vroeger, is hiphop over dertig jaar ook een alom aanwezig en gerespecteerde muziekstroming.’

[kader-xl]

Hiphop Hall of Fame

Cis van Beers is hiphop-expert. Hij is – naast alumnus van de opleiding bedrijfscommunicatie in Nijmegen – een fan van het eerste uur en eigenaar van de website Hiphop Golden Age, die op zijn beurt weer verbonden is aan de Hiphop Hall of Fame in New York. Als puber reed Van Beers op zijn brommer naar de plantenzaak om de nieuwe plaat van Ice-T te halen. Nu wordt hij door de rapper uitgenodigd om in LA een concert backstage bij te wonen. Met andere woorden: hij weet waarover hij praat.

 

Van Beers denkt dat échte hiphop nooit een massaal publiek zal bereiken. En gek genoeg is dat indirect de schuld van enkele van zijn grote hiphophelden van vroeger. ‘De eerste hiphopnummers gingen vooral over feesten en over hoe goed de rappers zichzelf vonden. N.W.A. bracht daar met Straight Outta Compton verandering in. Net als Dr. Dre met The Chronic. Die begonnen met de gangsterrap. In die tijd was het origineel en authentiek. Daar hoorde je de verhalen van de straat. Het ging over mensen neerschieten en drugshandel. Sommige dingen zullen ze vast gedaan hebben, maar het is natuurlijk niet zo dat ze tientallen mensen vermoord hebben – dan hadden ze namelijk wel vastgezeten.’

 

De gangsterrap was zo’n enorm (commercieel) succes dat talloze rappers het na gingen doen, tot op de dag van vandaag, en er óók veel succes mee hebben. Van Beers zucht eens diep. ‘Al die gasten met ‘little’ voor hun naam … Het is allemaal namaak – bubblegum rappers noem ik ze. Maar omdat zij commercieel interessant zijn, krijgen zij alle aandacht. En dat gaat uiteraard ten koste van de kwalitatief goede hiphop.’

‘Chuck D van Public Enemy zegt dat vroeger de beste rappers vanzelf boven kwamen drijven. Maar volgens hem worden die nu bewust uit de schijnwerpers gehouden. Hij ziet er zelfs een samenzwering in: grote mediabedrijven houden liever het negatieve beeld in stand van dealende, schietende zwarte mensen en dus krijgen de slechte gangsterrappers alle aandacht. Wat daarvan klopt, kunnen wij vanuit hier moeilijk beoordelen.’

 

Van Beers volgt hiphop al vanaf de massale opkomst, tijdens de midden jaren tachtig. Ook toen klaagden veel rappers dat ze genegeerd werden door de massamedia. ‘Dat zal altijd zo blijven. Grote radiostations draaien liever Drake – en al die andere halve R&B-rommel die ze vervolgens hiphop noemen. Echt goede rap draaien ze alleen in een apart uurtje, of op een bijpodium. Het is blijkbaar gewoon heel moeilijk om echte hiphop te verkopen aan een groot publiek. Wat de industrie bij de massa in de mik duwt, vreten ze. En helaas is dat gangsterrap die alleen maar over bitches en ho’s gaat. Er is zo veel betere hiphop, maar die wordt alleen geluisterd door fans en kenners die deze muziek weten te vinden. Daar heb ik me allang bij neergelegd.’[/kader-xl]

Dit verhaal verscheen eerder in Vox #9, die je hier online kunt lezen. 

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!