Hoogleraren over journalisten: ‘Nu media continu over corona schrijven, zoeken ze nieuwe namen’
Twee Nijmeegse onderzoekers waren de afgelopen maanden veelvuldig in het nieuws: hoogleraar Infectiepreventie Andreas Voss en hoogleraar Besturen van Veiligheid Ira Helsloot. Waar de een vooral applaus oogstte, kon de tweede ook rekenen op weerstand.
Andreas Voss:
‘Het gaat momenteel niet om sensatie’
Hoogleraar Infectiepreventie Andreas Voss mocht meermaals als coronadeskundige aanschuiven bij Nieuwsuur. Ook in talloze andere media (o.a. NRC, de Volkskrant, Omroep Gelderland, Radio 1, BNR, De Groene Amsterdammer) reageerde hij op de laatste ontwikkelingen.
Het is deels toeval dat de media hem zo goed wisten te vinden, zegt Voss. ‘Meestal zijn uitbraken van infectieziekten tijdelijk nieuws, dan vragen journalisten hetzelfde groepje wetenschappers. Nu media continu over corona schrijven, zoeken ze nieuwe namen.’
Op 11 maart, toen Rutte net had afgekondigd dat handen schudden niet meer mocht, kreeg Voss zodoende een telefoontje. ‘Ik was met drie dingen tegelijk bezig en had amper door wie ik aan de lijn had. Dus ik vertelde vrijuit dat ik verwachtte dat er meer coronamaatregelen zouden volgen. Later bleek het een ANP-journalist te zijn geweest en stond dat bericht in alle kranten.’
Had Voss dat geweten, dan had hij misschien zijn woorden meer gewogen, maar hij stond er wel achter. Diezelfde avond mocht hij zijn verhaal herhalen in Nieuwsuur, dat neerkwam op: geen handen schudden is een goede maatregel, maar niet genoeg. Het was een symboolmaatregel, waarschijnlijk een voorbode van meer. ‘Toevallig had ik gelijk, een dag later kwamen er al strengere maatregelen.’
Sindsdien stroomt Voss’ mailbox sneller vol dan hij hem kan legen. ‘NRC had een groot artikel over de discussie rondom mondkapjes. Pas na publicatie ontdekte ik dat ze mij daarvoor hadden gevraagd, ik had de uitnodiging om mee te werken aan dat verhaal gemist.’
‘Toevallig had ik gelijk, een dag later kwamen er al strengere maatregelen’
Met de meeste journalisten vindt Voss het prettig samenwerken. ‘Ze laten het me de tekst teruglezen, iets waar ik altijd om vraag, en ze willen echt goede stukken maken. Een pluspunt van de journalistiek dezer dagen is dat media echt een fair beeld willen geven, het gaat momenteel niet om sensatie en vragen als: wie doet iets fout?’
Wel ging het een keer flink mis met de titel die een eindredacteur koos. ‘Ik vertelde in Nieuwsuur over een studie waarin we hadden gevonden dat een kwart van de verpleeghuismedewerkers met klachten Covid-geïnfecteerd was.’ De NOS kopte vervolgens: “Eén op de vier medewerkers verpleeghuizen Nijmegen besmet”, zonder ‘met klachten’.
Voss: ‘Binnen twee minuten kregen de besturen van de verpleeghuizen bezorgde telefoontjes. Meteen daarna belden die bestuurders mij: hoe kon je dat nou zeggen? Feitelijk was alles wat ik zei correct, maar die verkeerde titel blijft toch een beetje aan je plakken. Als geïnterviewde heb je daar geen invloed op. Je moet dan hopen dat lezers niet slechts op de titel afgaan, en dat het geen blijvende invloed heeft op onderlinge relaties.’
Ira Helsloot:
‘De media zaten niet op mijn boodschap te wachten’
De kosten van de coronamaatregelen wegen niet op tegen de baten, betoogde hoogleraar Besturen van Veiligheid Ira Helsloot aan het begin van de crisis in de Volkskrant en bij Op1, eind maart. Stilgevallen geplande zorg en werkloosheid tijdens de lockdown gaan bijvoorbeeld óók levensjaren kosten.
Er ontplofte een mediabom rondom Helsloot, die voor velen de boeman was. ‘Het was mijn keuze om de media op te zoeken, ik vond dat we een te eenzijdig perspectief op de situatie hadden.’ Toch ging Helsloot met enig lood in de schoenen naar Op1, hij wist dat hij geen populair verhaal kwam vertellen. ‘Ik was vooral voorbereid op reacties achteraf, de vijandige bejegening in het programma had ik niet verwacht.’
De presentatoren ondervroegen hem kritisch en de viroloog tegenover hem trok fel van leer. ‘Zij ontkende ter plekke wat ik zei over het stilvallen van de geplande zorg, het is moeilijk je dan te verweren.’ Ook in andere media verschenen daarna vernietigende reacties.
Terugblikkend snapt Helsloot wel hoe dat komt. ‘Bij incidenten is de eerste reflex van de media altijd om te focussen op de slachtoffers en wat er misgaat. Als de minister vervolgens nieuw beleid aankondigt om het incident te voorkomen, volgt de tweede fase. Dan willen journalisten een kritische blik op die plannen en benaderen ze mij om te zeggen: dit is ook niet goed, want te duur of onuitvoerbaar. Ik ken dat mechanisme en weet mijn plaats daarin. Maar met corona zaten we nog steeds in fase één, met de focus op de coronapatiënten. Ik ging tegen die heersende visie in. De media zaten niet op mijn boodschap te wachten, het was moreel suspect.’
‘Die 10 procent negatieve reacties deden me meer dan verwacht’
Een krantenjournalist die hem interviewde, hoorde van collega’s: hoe kun je die Helsloot een platform geven? Ook verschillende collega’s namen hem zijn media-optredens kwalijk, al kreeg hij verrassend veel steun. ‘Zo’n 90 procent van mijn persoonlijke berichten was positief.’ Sommige collega’s zeiden: goed dat je dit verhaal vertelt, ikzelf durf het niet. Dat had hij graag anders zien, zodat duidelijk was dat meer dan een handjevol wetenschappers zo denkt. En die 10 procent negatieve reacties deden me meer dan verwacht. Het is vechten tegen het morele oordeel, tot doodsbedreigingen aan toe.’
Er is momenteel weinig lol aan om in de media te komen, geeft Helsloot toe. ‘Ik doe het omdat ik vind dat het moet. Als wetenschapper moet je kennis niet alleen verzamelen, maar ook uitdragen. Beleidsmakers moeten een goede afweging kunnen maken, met alle kennis op tafel.’ Vroeg of laat was zijn kostenbatenboodschap sowieso naar buiten gekomen, denkt hij. ‘Iemand moet het een keer gezegd hebben, blijkbaar was ik in Nederland de eerste die zich opofferde. Een volgende keer hoop ik dat een ander het doet, zodat ik toch even kan afwachten.’
Dit artikel verscheen eerder in de corona-special van Vox en Radboud Magazine. De interviews werden in april afgenomen.
Piet schreef op 22 juni 2020 om 08:37
Geachte Meneer Helsloot,
Gelukkig dat er mensen zoals U zijn! Die trachten de andere zijden te belichten en ze daardoor ook (naast die ene zijde) tot onderwerp van evaluatie te maken.
Piet.