Hoogseizoen voor proefschriften: ‘Soms moet de kleur knallen’
Bregje Jaspers leeft met de seizoenen. De proefschriftseizoenen welteverstaan. Als vormgever begint ze nu aan de bulk publicaties die voor de zomer klaar moeten zijn.
Tientallen proefschriften per jaar ontwerpt de 32-jarige Bregje Jaspers inmiddels. Over ambulancehelikopters of begrijpend lezen of hartfalen. Op een van de boekenplanken in haar kantoor aan het Stationsplein in Nijmegen staat een hele rij exemplaren naast elkaar. Op kleur gerangschikt.
Haar proefschriftpraktijk begon ruim tien jaar geleden. Jaspers was net afgestudeerd als ontwerper aan hogeschool ArtEZ in Arnhem en werkte in Amsterdam. ‘Mijn nichtje vroeg mij om haar proefschrift te ontwerpen. Daarna kwam er een collega van haar naar me toe, en vervolgens nog één.’
In 2010 claimde ze de website proefschriftontwerp.nl. ‘Ik lag in bed met mijn laptop en verbaasde me erover dat de domeinnaam nog voor het oprapen lag. Toen heb ik hem opgeëist. Vervolgens stond-ie zonder dat ik daar veel moeite voor hoefde te doen hoog in de resultaten van Google. Het is natuurlijk een goede zoekterm voor mensen die in de afrondende fase van hun proefschrift zitten.’
Roze klokjes
Jaspers legt het boek van haar nicht op tafel: Intolerance over time – Macro and micro level questions on attitudes towards euthanasia, homosexuality and ethnic minorities. Boven de titel op het omslag staan drie ouderwetse zakhorloges in felroze op een geometrische, zwart-witte achtergrond. ‘Haar proefschrift ging over hoe ideeën en houdingen over zaken als homoseksualiteit door de jaren heen veranderen’, legt Jaspers uit. ‘Dat concept van tijd moest terugkomen in het ontwerp. Ze wilde graag dat de kleur zou knallen en koos daarom voor de roze klokjes.’
Een deel van de promovendi is als Jaspers’ nicht. Zij hebben al een goed beeld van wat ze willen. ‘Weer anderen zeggen: ik houd van water en fietsen, en dit is het onderwerp van mijn proefschrift, maak maar wat.’
De meeste promovendi willen hun proefschrift voor de zomervakantie af hebben. Of voor het eind van het jaar, is de ervaring van Jaspers. Degenen die voor de zomer klaar willen zijn, beginnen rond deze tijd na te denken over hoe al die jaren noeste arbeid gebundeld moeten worden. Voor het hele ontwerpproces, van concept tot proefdruk, rekent Jaspers drie weken. ‘Eerst laat ik promovendi vertellen waar hun proefschrift over gaat. Dan vraag ik of ze zelf ideeën hebben voor het ontwerp. Dan gaan we al kijken naar details: wil je tabjes, hoe wil je de hoofdstukken, wat wil je met je tabellen?’
Afraffelen
Jaspers hecht aan het persoonlijke contact met promovendi. Het is wat haar onderscheidt van andere aanbieders, denkt ze. ‘Je merkt dat je samen bezig bent met iets belangrijks. Je werkt aan iets waar mensen jarenlang mee bezig zijn geweest.’ Over het algemeen merkt ze weinig van de stress die mensen tijdens hun promotietraject kunnen ervaren. ‘Ik heb het idee dat velen het als bevrijding zien als ze eenmaal met het eindproduct aan de slag kunnen.’
‘Neem genoeg tijd voor de vormgeving van je proefschrift’
Wel merkt ze dat soms op het allerlaatste moment de bezorgdheid toeslaat – als de proefdruk eenmaal af is. ‘Dan blijken bijvoorbeeld de kleuren op papier anders dan op hun beeldscherm en denken ze ‘ojee, ik wil het toch anders!’. Voor je gevoel heb je dan maar een paar dagen tussen proefdruk en definitieve versie. Dat kan spannend zijn, maar we lossen het wel op.’
Haar belangrijkste tip aan toekomstige promovendi is dan ook: denk op tijd na over vormgeving. ‘Je hoeft er geen stress over te hebben als je genoeg tijd neemt. Het is fijn als je het niet hoeft af te raffelen.’