Huisarts maakt weinig gevaarlijke fouten
Nederlandse huisartsen maken weinig gevaarlijke fouten. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Sander Gaal. Hij promoveert aanstaande vrijdag – als enige deze week. ‘Zo heb ik lekker de tijd om me voor te bereiden. Veel van mijn vrienden uit mijn jaar Medische biologie zijn leraar geworden en hebben ook vakantie. Voor hen is het ook makkelijk. Ze waren bij de aula wel hogelijk verbaasd dat de vrijdag nog vrij was.’ Hoewel er vorig jaar meer mensen dan ooit promoveerden aan de Radboud Universiteit (311 in 2011 tegen 280 in 2010) is er volgens de Aula geen capaciteitsprobleem. De populaire vrijdag is wel snel vol om dat afscheidscolleges en oraties meestal op die dag gehouden worden. Veilig naar de dokter Gaal onderzocht de patiëntveiligheid binnen de huisartsenpraktijk. ‘Er zijn bijna honderd miljoen huisarts-patiëntcontacten per jaar. De kans dat er iets misgaat blijkt erg laag, 0,7 procent. Dat neemt niet weg dat het ernstig mis kan gaan als er fouten worden gemaakt. Mensen overlijden of houden levenslang gezondheidschade. Dat willen we natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen.’ Omdat het vak van huisarts zo breed is en gevaarlijke fouten relatief weinig voorkomen, is het niet direct duidelijk welke verbeteringen kunnen zorgen voor nog minder missers. Gegronde klachten Om meer inzicht te krijgen in het type fouten dat artsen maken, dook Gaal in de dossiers van de tuchtrechter. ‘Als die een klacht gegrond verklaart, weet je dat de beroepsgroep het erover eens is dat er een fout is gemaakt. De meest voorkomende missers zijn diagnosegerelateerd: er is geen verder onderzoek gedaan of er is te lang gewacht.’ Gaal, inmiddels zelf in opleiding tot huisarts, denkt dat het goed is om bij problemen die snel tot grote gezondheidsschade kunnen leiden – hartproblemen, beroertes, ernstige ontstekingen – sneller meer onderzoek te doen. ‘Bij pijn op de borst toch maar meteen doorsturen. Sneltesten voor infecties die je direct in de praktijk kunt doen.’ / Iris Roggema