‘Brussel is een bodemloze put’ luidt de naam van de brochure die de afdeling Politieke Geschiedenis uitbrengt in aanloop naar de Europese verkiezingen. ‘We moeten verder kijken dan de clichés’, zegt redacteur Vincent van de Griend.

De EU is niet meer democratisch, het Europees Parlement heeft toch geen invloed en iederéén is tegen Europa. In aanloop naar de Europese verkiezingen van 23 mei verzamelde de afdeling Politieke Geschiedenis zeven clichés die de ronde doen over de Europese instellingen.

De stellingen worden van de nodige context voorzien door medewerkers van de vakgroep en het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis. Resultaat: een brochure van 52 pagina’s die in duizend exemplaren wordt verspreid door de provincie Gelderland, Europe Direct informatiecentra en de Radboud Universiteit.

Clichés

‘Dit is geen brochure voor of tegen de Europese Unie’, zegt politiek historicus Vincent van de Griend, die de bundel redigeerde. ‘Het doel van dit boekje is om het zwart-witdenken te ontregelen en de soms erg complexe Europese Unie beter te begrijpen. Met de Brexit polariseert het debat over Brussel steeds meer, maar het is belangrijk om verder te kijken dan de clichés over Europa. ’

Een van de stellingen luidt: ‘Nederland heeft als klein land in Brussel niks meer in te brengen.’

‘We zijn geneigd te denken dat dat zo is. Neem de pulsvisserij. Ons land zette zich in voor de belangen van de Nederlandse vissers, maar onder druk van de Fransen en de Britten kwam er toch een Europees verbod op de vistechniek. Door de uitbreidingen van Europa in 2004, 2007 en 2013 is het voor individuele lidstaten ook steeds moeilijker geworden om hun wil door te drijven in de Europese Unie.’

‘Toch wil dat niet zeggen dat Nederland niets te zeggen heeft in Europa, maar dan moet je als middelgrote lidstaat wel coalities aangaan met andere landen. Dat doet Nederland veel beter dan bijvoorbeeld Italië. Naar aanleiding van de Brexit hebben Mark Rutte en minister van Financiën Wopke Hoekstra bijvoorbeeld een samenwerking opgezet met Estland, Letland, Litouwen, Denemarken, Zweden, Finland en Ierland, om tegengewicht te bieden aan Duitsland en Frankrijk in discussies over de financiële toekomst van de Europese opinie. Op die manier kan Nederland toch nog veel betekenen in Europa.’

Bij de vorige Europese verkiezingen bedroeg de opkomst 42,6 procent, een historisch dieptepunt. Waarom is er zo weinig enthousiasme voor de Europese Unie?

‘We kennen met zijn allen vooral de politiek in Den Haag. Dat geldt trouwens niet alleen voor burgers, maar soms ook voor politici. Toch houdt de Europese Unie zich bezig met alledaagse aspecten van ons leven. Het Europees Parlement krijgt bijvoorbeeld steeds meer macht over thema’s zoals privacy, sociale zekerheid en arbeidsrecht, maar in de media gaat het meer over de Brexit.’

De bundel werd mee gefinancierd door Europe Direct, het netwerk van voorlichtingscentra voor de Europese Unie in Nederland. Bestaat het gevaar dat jullie  een pro-Europees verhaal vertellen?

‘De titel is in ieder geval niet pro-Europees (lacht). Europe Direct heeft een voorlichtingstaak en heeft als zodanig het verschijnen van een informatieve brochure gesteund. Het netwerk heeft zich niet bemoeid met de inhoud van de uitgave. De stukjes zijn geschreven door politieke historici en tonen de verschillende kanten van kernthema’s in het debat over de Europese Unie. Het is aan de lezer zelf om een oordeel te vormen met behulp van de achtergrondinformatie uit de brochure.’

De brochure is te vinden via deze link.