Iedereen gaat erop achteruit volgens de laatste koopkrachtberekeningen van het Nibud. Eén groep uitgezonderd: de studenten met een bijbaan. Daarom deze week iedere dag een portret van de werkende student. Vandaag Kristel Henquet (22), vierdejaars student grieks en latijnse taal en cultuur Wat doe je? ‘Ik ben student-assistent. Een docent van mijn opleiding organiseert een internationaal congres. Ik doe de externe communicatie. In juni wordt het congres gehouden, dan zal ik meer de praktische zaken afhandelen.’ Hoe lang al? ‘Ik ben net een paar weken geleden begonnen. Mijn contract is nog niet eens officieel ondertekend, maar heb wel al heel wat uren gewerkt.’ Hoe kom je aan dit werk? ‘Ik ben gevraagd. Ze zochten voor het congres iemand met organisatietalent. Ik heb hiervoor veel bestuurswerk gedaan waarin ik veel dingen moest organiseren. Dus zodoende kwamen ze bij mij terecht.’ Hoeveel uur per week besteed je eraan? ‘Op dit moment werk ik drie à vier uur in de week. Naarmate het congres nadert, zullen er wel wat meer uren in gaan zitten.’ Wat verdien je? ‘Ik verdien €11,25 euro per uur.’ Wat zijn de voordelen? ‘Het belangrijkste is dat ik het onderwerp van het congres ontzettend interessant vind. Daarnaast kan ik de uren zelf indelen. Het meeste werk kan ik thuis doen. Soms moet ik ook op de universiteit zijn voor een vergadering. Maar dat is geen probleem, want daar moet ik toch zijn voor colleges. Daarnaast verdient het goed.’ Nadelen? ‘Het enige nadeel dat ik kan bedenken is dat ik vastzit aan een bepaald aantal uren. Ik kan niet zomaar extra uren gaan draaien.’ Goed voor je cv? ‘Werken aan een internationaal congres staat heel goed op mijn cv. Tijdens mijn sollicitatiegesprek voor een stage werd daar meteen naar gevraagd. Natuurlijk was dat een reden om dit baantje aan te nemen. Maar het belangrijkste is toch dat ik het gewoon ontzettend leuk vind.’ / Jolene Meijerink