‘Ik had toevallig nog enkele gedichten liggen’

22 mrt 2019 ,

Morgen staan drie oud-campusdichters in de Vereeniging voor het Nijmeegs boekenfeest. Toeval of niet? En waar zijn de voormalige campusdichters eigenlijk terechtgekomen? Een follow-up met Bart van Oost, Irene Schoenmacker en Merel van Slobbe.

Bart van Oost – Campusdichter in 2007 – 2008

Voordragen doet hij nog steeds, maar wel in een hele andere context. Bart van Oost werd in 2007 de eerste Nijmeegse campusdichter en is inmiddels docent Kwalitatief Onderzoek aan de Hogeschool van Hall Larenstein in Leeuwarden. Hij was nog niet begonnen met zijn Nijmeegse master Filosofie, toen hij op een website over de verkiezing las. ‘Dat was een sprong in het diepe.’ Hij stuurde impulsief een tekst in, met winnen had hij geen rekening gehouden. Maar hij won toch en moest ineens voor een volle zaal – Spinvis trad die avond ook op – zijn gedicht voordragen.

Bart Van Oost.

‘Ik kwam ineens in een andere wereld terecht.’ Van Oost, gewend aan de nuchtere wereld van de TU Eindhoven waar hij daarvoor studeerde, leerde een ander soort cultureel leven kennen. ‘Als campusdichter kwam ik in aanraking met Wintertuin en ineens bleken veel meer mensen te houden van poëzie en literatuur. Dat was echt een eyeopener.’

‘Ik kwam ineens in een andere wereld terecht’

Na zijn studie slokte het burgerlijk leven zijn tijd op. Het spreken voor volle zalen zette hij voort, maar als docent. Op het bezoeken van wat literaire evenementen na, verdween het creatieve naar de achtergrond. Tot het na een tijdje begon te knagen. Als docent schreef hij zich afgelopen jaar in voor de schrijversvakschool in Groningen. ‘Ik miste het om op een andere manier naar dingen te kijken en daar woorden aan te geven. Nu ik dat weer opgepakt heb, haal ik opnieuw veel plezier uit het schrijven.’

Irene Schoenmacker – Campusdichter in 2013 – 2014

Irene Schoenmacker is freelance journalist voor onder andere De Volkskrant en Trouw. Ze was campusdichter in 2013-2014, studeerde Algemene Cultuurwetenschappen en dicht al sinds haar negende. ‘Ik vind het leuk om gedichten te lezen van andere (ex)-campusdichters, zoals Wout Waanders en Linda van der Pol. In Friesland, waar ik vandaan kom, was poëzie niet zo gewoon, maar in Nijmegen merkte ik al snel dat het gewaardeerd wordt.’

Irene Schoenmacker.

Het campusdichterschap heeft haar waarschijnlijk de toelating tot haar master Journalistiek opgeleverd. ´Tijdens mijn toelatingsgesprek werd daar expliciet naar gevraagd, en achteraf denk ik dat het me in de ogen van de toelatingscommissie onderscheidde van andere studenten.’

‘De focus lag meer op het ritme en de vorm dan op de inhoud’

Tijdens het begin van de opleiding vond Schoenmacker het lastig om poëzie en journalistiek van elkaar te scheiden. ´Mijn gedichten hebben ritmes, die ik ook toepaste in journalistieke artikelen. Als de eindredacteur er dan zinnen uithaalde, klopte het niet meer. De focus lag toen nog meer op het ritme en de vorm dan op de inhoud. Dat heb ik later wel afgeleerd.’

Ze schrijft af en toe nog wel gedichten, maar het schiet er vaak bij in. Er kruipt veel tijd in één gedicht, die ze als freelancer ook in een artikel zou kunnen steken. ´Dat laatste wint het dan vaak. Maar dat wil niet zeggen dat ik het niet meer als hobby zie.’

Merel van Slobbe – Campusdichter in 2016 – 2017

Merel van Slobbe kwam net van de schrijversvakschool in Amsterdam toen ze in 2016 campusdichter werd. Daar begon ze serieus met schrijven, maar na een jaar stopte ze om in Nijmegen aan de master Filosofie te beginnen. Ze was nog niet lang in Nijmegen, toen ze getipt werd over de campusdichterverkiezing. ‘Ik had toevallig nog een aantal gedichten liggen en die heb ik toen best impulsief opgestuurd.’ Pas toen ze campusdichter werd, kwam Van Slobbe erachter dat het veel met zich meebrengt. ‘Ik werd gevraagd te schrijven voor Vox en voordrachten op de universiteit te geven. Maar ook los van de universiteit kreeg ik een podium aangeboden.’

‘Ook los van de universiteit kreeg ik een podium’

Merel van Slobbe. Foto: Eric de Vries.

Van het één kwam het ander. ‘Ik ben nog meer gaan schrijven en heb in datzelfde jaar meegedaan aan de Meander dichtwedstrijd. Toen ik die gewonnen had, kwamen er weer nieuwe dingen op mijn pad. Het jaar daarop werd ik tweede bij een volgende wedstrijd en zo ging het balletje rollen.’

Van Slobbe wordt nu begeleid door Wintertuin en treedt veel op, naast haar studie. Haar werk past naar eigen zeggen niet in een stijl of genre. De rode draad is dat het van haar is. ´Ik vind het leuk om daarmee bezig te zijn: hoe dingen zich tot elkaar verhouden en experimenteren met hoe je los van genres kan komen.’

Merel van Slobbe staat zaterdag 23 maart in concertgebouw de Vereeniging tijdens het Nijmeegs boekenfeest. Ook oud-campusdichters Wout Waanders en Jordi Lammers staan op het podium.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!