‘Ik kom je huis in de fik steken.’ Haat en intimidatie treffen ook Nijmeegse wetenschappers

08 jul 2021

Nare telefoontjes, e-mails met scheldkanonnades en soms een handgeschreven dreigbrief: ook Radboud-wetenschappers krijgen te maken met intimidatie in veel vormen en maten. Gewoon, omdat hun onderzoek sommige mensen niet aanstaat. Deel een van een tweeluik over intimidatie. ‘Ik keek een keer vaker achterom.’

Religiewetenschapper Martijn de Koning had in zijn carrière twee keer contact met de politie. De eerste keer was aan de Vrije Universiteit, de tweede keer aan de Radboud Universiteit, waar hij onderzoek doet naar islamofobie, activisme en radicalisering onder moslims in Europa. Dat alleen al is genoeg om een stroom aan (online) haat, intimidatie en bedreigingen op gang te brengen.

Een serieus dreigement – mensen die sturen dat ze weten waar je woont, bijvoorbeeld – verstoort je routine, weet de Koning. Bij zijn tweede dreigement aan de Radboud Universiteit, kwamen er meerdere telefoontjes van één persoon binnen, op meerdere plekken – alhoewel niet bij De Koning zelf. Op details wil De Koning niet ingaan. Zo’n drie jaar geleden, na dat incident, was hij onderweg naar huis vanaf de universiteit. ‘Een route die ik normaal op de automatische piloot afleg’, zegt De Koning. Nu keek hij vaker achterom. ‘Ik stond op het station, en er was maar één andere man. Ik dacht meteen: moet ik een beetje van hem af gaan staan?’

‘Ik ben uitgescholden voor alles wat je kunt bedenken’

Bedreigingen, intimidaties en uitingen van haat (online of in het echt) aan het adres van wetenschappers nemen toe, ziet de Vereniging van Universiteiten (VSNU). De vereniging houdt het aantal intimidaties of bedreigingen niet bij, maar krijgt steeds meer signalen die hierop wijzen, zegt een woordvoerder.

Beeld via Wikicommons (bewerkt door Vox)

Uit een recente enquête van ScienceGuide – ingevuld door 372 onderzoekers aan hogescholen, universiteiten en KNAW-instellingen – blijkt dat 43 procent van de wetenschappers na een publiek optreden in de afgelopen vijf jaar bedreigd, uitgescholden of op een andere manier geïntimideerd is.

De VSNU werkt op het moment aan een ‘handreiking’ voor universiteiten en wetenschappers, om degenen die hiermee te maken krijgen, te helpen. ‘De handreiking wordt praktisch’, zegt de woordvoerder. ‘Wat kun je doen? Wat zijn je mogelijkheden in welke situaties?’

In deel één van dit tweeluik over intimidatie in de wetenschap, spreekt Vox met zeven Radboud-wetenschappers over hun ervaringen met haat, intimidatie of zelfs bedreigingen. Soms komt de haat via online platformen binnen, soms is deze netjes uitgeschreven in een e-mail of brief. In het minst erge geval zorgt het voor irritante afleiding, en in het ergste geval voor zelfcensuur, een onveilig gevoel, of angst.

Scheldkanonnades

‘Landverrader.’ Dat hoorde Martijn de Koning het vaakst de afgelopen vijftien jaar dat hij onderzoek doet. Maar ook: ‘Ik hoop dat je ooit gevangen wordt genomen door IS, dat zal je leren’. ‘Er zijn mensen die denken dat ik moslim ben, dan komt daar commentaar op’, zegt De Koning. ‘En er zijn mensen die dreigen me wat aan te doen. Ik kan me herinneren dat iemand op Twitter zei dat hij me met een hooivork achterna wilde zitten. Ik ben opgegroeid als boerenjongen en vond dat wel grappig. Mijn collega’s namen het veel serieuzer en rapporteerden het bericht op Twitter.’

Scheldkanonnades komen veel voor. Een anonieme mannelijke hoogleraar (zie verantwoording) zocht de media tot een paar jaren geleden vaak op. Heel vaak leidde dat tot positieve reacties, maar niet zelden kwamen er ook nare reacties uit voort. Hij ontving mails waarin hij werd uitgescholden. ‘En ik zag mijn naam en foto als target op platforms als GeenStijl verschijnen. Dan ben je herkenbaar voor iedereen.’

Corona heeft gezorgd voor een nieuwe stroom aan haatberichten. Ira Helsloot, hoogleraar Besturen van Veiligheid, besloot zich in de eerste helft van 2020 uit te spreken tégen de coronamaatregelen. ‘Toen kreeg ik honderd min of meer bedreigende reacties, naast overigens duizend reacties met steun’, zegt hij.

‘Ik ben op Twitter aan de lijst “aandachtshoer of gestoord” toegevoegd’

De tendens van de overgrote meerderheid van de berichten via mail en LinkedIn (‘Twitter lees ik niet meer’): ‘Ik wens jou en je familie corona toe. En een enkeling zei: “ik kom jou in je gezicht hoesten”. Of: ‘nazi’, en varianten daarop. Helsloot had al ervaring met nare reacties nadat hij een studie had gedaan naar de effectiviteit van de brandweer. De brandweerauto die als eerste ter plaatse is, bleek nooit iemand te redden. Brandweermensen stuurden hem vervolgens haatmail: ‘Ik kom je huis in de fik steken.’

Ook Andreas Voss, arts-microbioloog en OMT-lid, werd ‘uitgescholden voor alles wat je kunt bedenken’. Verwijzingen naar zijn Duitse afkomst kwamen veel voor – het zou tijd worden voor een nieuw Neurenberg-tribunaal (waar nazi-kopstukken werden berecht, red.), bijvoorbeeld. Eén keer ontving Voss een dreigbrief bij hem thuis. Toen de bedreigingen tegen hem en andere OMT-leden in het nieuws kwamen, werd het opvallend genoeg een stuk rustiger. Voss: ‘Sommige mensen werden hierdoor denk ik wakker geschud.’

Seksistische meuk

Vrouwelijke wetenschappers krijgen vaak te maken met een seksistische ondertoon in de haatberichten. ‘En mensen van kleur krijgen racistische berichten, of hun religie wordt erbij betrokken’, zegt De Koning. Universitair docent sociologie Saskia Glas schreef een paar maanden geleden een paper over de publieke opinie over homoseksualiteit in Arabische landen. Het werd opgepikt door de media, en al snel verscheen Glas in een artikel op GeenStijl.

‘We zouden het allemaal niet weten, was de tendens’, zegt Glas. Het stuk zelf viel mee, de reacties erónder vond Glas vervelender. ‘Je moet die natuurlijk nooit lezen, maar ik heb dat wel gedaan. Na een uur ben ik gestopt. GeenStijl zelf zal nooit zeggen: je moet deze vrouw verkrachten. Maar de ‘reaguurders’ zeggen wel: “ze woont in Nijmegen, laten we haar opzoeken”.’ Glas’ coauteur, een man, werd ook genoemd, maar de opmerkingen die Glas kreeg gingen veelal over haar uiterlijk. ‘Ik werd geseksualiseerd’, zegt Glas. ‘“Ik zou haar wel doen” en dat soort meuk.’

‘Dit leidt zo af dat ik mijn werk niet meer kan doen’

Genderstudies-wetenschapper Marijke Naezer – als extern onderzoeker verbonden aan de Radboud Universiteit – opent na vragen van Vox een mapje met ‘haat’ op haar computer. ‘Ja, ik bewaar dit soort dingen. Ik denk altijd: daar moet ik nog wat mee. Hier: ik ben op Twitter aan de lijst “aandachtshoer of gestoord” toegevoegd. Op LinkedIn kreeg ik een privébericht: “Ah een gendergeval, heb je een pietje of ben je een extremaal meisje?” Wat-ie bedoelt, geen idee, het klinkt als een vraag over mijn geslachtsdelen. Toen ik hem erop aansprak, zei hij inderdaad nog iets over penisomtrek. Toen ben ik maar gestopt met reageren.’

‘En dit was ook wel een stevige’, gaat Naezer verder. ‘Toen had ik me op de radio uitgesproken over harassment in de academische wereld: “Dit is een beetje fout, maar Marijke Naezer ziet er ook wel uit alsof ze een beetje misbruik wel lekker vindt.”’

Vooral het mansplainen, reacties van mannelijke leken die haar uit willen leggen hoe het zit, vindt Naezer vervelend. Een anonieme vrouwelijke onderzoeker ervaart hetzelfde: ‘Heel vaak wordt bestreden dat ik er iets van zou weten. De afzenders van dat soort berichten zijn altijd mannen.’ Onlangs sprak de wetenschapper zich in een klein interviewtje in een tijdschrift uit over dat soort berichten. Een mannelijke alumnus van de Radboud Universiteit mailde haar vervolgens dat er wat mis was met haar IQ.

‘Dat verbaast me echt’, zegt de wetenschapper. ‘Waarom neem je de moeite dit te doen? Ergens was ik er ook wel weer blij mee: ik heb het bericht doorgestuurd naar de decaan. Het ging me niet om dit specifieke bericht, maar ik wilde laten weten dat dit soort dingen reëel zijn.’

Afleiding

Het gevaar van de reacties, zeggen de meeste wetenschappers die Vox sprak: afleiding. Bedreigingen zijn enorm vervelend en bovendien verboden, maar die komen veel minder vaak voor dan haatdragende, denigrerende of seksistische berichten. Naezer: ‘Mensen zeggen: laat het zitten, negeer het toch. Maar je kunt het vergelijken met een heleboel speldenprikjes. Duizend kleine prikken zijn samen een behoorlijke klap in je gezicht.’ Ira Helsloot: ‘Als je net iets te veel vervelende berichten op een dag krijgt, slaap je toch wat slechter. Je wéét als rationeel wezen wel hoe weinig het betekent, maar je bent ook maar gewoon een mens.’

‘Als wetenschapper heb je één ding, dat is je hoofd’, zegt de anonieme vrouwelijke wetenschapper. ‘Dagelijks probeer je lastige theoretische concepten te verkennen. Je moet goed kunnen denken. Daar heb je een zekere mate van rust voor nodig. Dit leidt zo af dat ik mijn werk niet meer goed kan doen, ongevraagd komt het op je af. Het is voor mij nooit relevant, nooit opbouwend, het is altijd afbrekend.’

Beeld via Wikicommons (bewerkt door Vox)

Haat en intimidatie kosten kortom tijd. ‘Als mijn onderzoek uitkomt, ga ik altijd even wandelen’, zegt De Koning. ‘Ik bedenk wat eventuele reacties zouden kunnen zijn. Mocht er gedoe komen, heb ik mijn statement al klaar.’ De anonieme vrouwelijke wetenschapper liet zich in het begin naar eigen zeggen ‘nog weleens uit de tent lokken’. ‘Dan zei ik: lees anders eerst mijn proefschrift even. Dan kreeg ik terug: “wat is dat nu voor een arrogante reactie?”’ Soms nam ze de tijd een vragende mail te sturen: waarom zo fel? Dan verzacht de toon meestal: “zo had ik het niet bedoeld”.

Sommige onderzoekers zeggen vervelende berichten te verdringen of te negeren. Anderen zijn (deels) gestopt met het verspreiden van hun onderzoek. ‘Jaren geleden had ik inderdaad weleens last van de berichten die ik kreeg. Inmiddels kijk ik niet meer op social media’, mailt een vrouwelijke wetenschapper als antwoord op het interviewverzoek van Vox. ‘Ik weet dat met name veel vrouwen hun online gedrag als reactie op de haat aanpassen’, zegt Naezer.

‘Ik dacht: ik houd me even koest. Je laat je toch een beetje censureren’

In het onderzoek van ScienceGuide geeft 86 procent van de geïntimideerde wetenschappers aan voorzichtiger te zijn geworden met hun uitspraken. Ook wetenschappers die niet zijn geïntimideerd hebben daar last van. Ruim de helft van de bevraagde wetenschappers die nooit te maken kregen met intimidatie, mijdt het publieke debat.

Gedeisd houden

Door het onveilige gevoel dat ze kreeg, stopte de anonieme vrouwelijk wetenschapper met mediaoptredens. ‘Ik dacht: ik houd me even koest. Je laat je toch een beetje censureren.’ Ze heeft moeite met de teneur dat zíj een hardheid zou moeten ontwikkelen. ‘Degene die het overkomt moet zich weren. Maar we zijn ook niet goed in zorgen dat het niet meer voorkomt. Binnenkort komt een nieuw onderzoek van me uit, dan zal ik toch aan een interview moeten geloven. Je wil impact genereren.’

Voss, de enige geïnterviewde die naast De Koning te maken kreeg met daadwerkelijke bedreigingen, heeft zich naar eigen zeggen nooit echt onveilig gevoeld. ‘Ik denk dat de berichten die ik krijg vooral voortkomen uit corona-moeheid en – terechte of onterechte – frustratie’, zegt hij. ‘Moet ik me daardoor geïntimideerd voelen of denken: wat erg voor die mensen? Bij mij neigt het naar het tweede, ik vind het spijtig voor hen. Desondanks had het wel invloed op mijn gedrag in de media.’ Voss koos ervoor zich een tijdje gedeisd te houden als het om mediaoptredens ging.

Het gaat er niet alleen om of jij je bedreigd voelt, maar ook dat je de situatie voor collega’s en studenten kunt inschatten, vindt de De Koning. ‘Ik denk vaak: het zal allemaal wel. Maar het punt is: ik ben niet alleen. Ik heb mijn studenten en collega’s. Stel dat iemand hier binnenloopt met slechte bedoelingen, en dan mijn collega’s en studenten tegenkomt. Dat was, met die bedreigingen aan de VU en hier, mijn grootste zorg. Er hoeft er maar ééntje tussen te zitten. Tegelijkertijd is dat een beroerde manier van denken. Zo kun je niet door het leven.’

3 reacties

  1. H Verschueren schreef op 8 juli 2021 om 13:07

    Er is een boek geschreven hoe met dit soort agressie en beledigingen om te gaan nl. Titel:”Jij moet je bek houden” !Omgaan met boze burgers, ouders, klanten en patienten.
    Met dit boek hebt U goud in handen.
    Auteur: Caroline Koetsenruijter.(DvdV)

  2. M schreef op 8 juli 2021 om 15:33

    Wat hopelijk nooit nodig zal zijn, maar wat ik me wel afvraag in het verlengde hiervan: is er eigenlijk een protocol of draaiboek voor wat te doen bij bijvoorbeeld een schoolshooting of iets dergelijks? Waarom is dit er wel of niet? Wat moeten studenten doen, wat gebeurt er met de deuren, etc? Weten studenten de nooduitgangen? Noem het overdreven, maar advocaten, journalisten, politici worden neergeschoten… Gelukkig blijft het bij de wetenschappers in NL nog bij woorden, maar in Leiden hebben ze al een zwaar beveiligde afdeling. Als er brandoefeningen zijn (ook een kleine kans), waarom dan niet ook dit soort oefeningen? Ik zou niet weten wat ik had moeten doen, maar had het wel graag geweten. Met al dat glas in de gebouwen van tegenwoordig zou je je bijna nergens kunnen verstoppen. Je hoopt natuurlijk dat het inderdaad vergezocht is en nooit werkelijkheid wordt, maar wordt er op universiteiten eigenlijk wel over dit soort scenario’s nagedacht, al is het maar een klein beetje?

  3. Carla Bannink schreef op 19 maart 2022 om 04:46

    Ben jij de Ira Helsloot die op kleuterschool “Het Goudhaantje” in Zaandam heeft gezeten in de jaren 70? Dan ben ik jouw oude kleuterjuf Carla die nu vol bewondering naar jouw podcasts luistert. Altijd het gevoel gehad dat daar een bijzonder, tenger, donker jongetje de klas binnen kwam en ik dacht al snel die is super intelligent en gaat het nog moeilijk krijgen……
    Dat laatste valt wel mee zo te horen. Groetjes van jouw oude juffie. Ken je mij niet dan delete je deze reactie maar snel✌️️

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!