Dagboek van een co-assistent (2): ‘Twee tachtigers leefden voor het eerst gescheiden’
Geneeskundestudenten springen bij in de strijd tegen het coronavirus. De Nijmeegse co-assistent Norah (niet haar echte naam) werkt op de verpleegkundeafdeling in een Brabants ziekenhuis en houdt voor Vox een dagboek bij. 'Je ziet niet wie wie is, door de beschermende kleding. Ik probeer collega’s te herkennen aan de schoenen die ze dragen.'
Zaterdag 28 maart – Nieuwe regels
‘Een nieuwe regel is van kracht: patiënten mogen geen bezoek meer ontvangen. Alleen nog als hun gezondheid zo slecht is dat ze op het punt staan te overlijden, of als ze juist aan de beterende hand zijn en terug naar huis mogen. In deze gevallen mogen twee bezoekers tegelijkertijd naar binnen. Andere gasten moeten buiten op de stoep wachten. Maar soms maken we een uitzondering, als bijvoorbeeld een moeder en twee dochters hun zieke echtgenoot of vader komen bezoeken. We proberen het zo menselijk mogelijk te houden.’
‘De regels voor beschermende kleding versoepelen. Niet omdat het virus minder besmettelijk is, maar simpelweg omdat een tekort dreigt. Zo was eerst het dragen van een haarnetje verplicht, en nu niet meer.’
Zondag 29 maart – Emotionele ontmoeting
‘Vandaag haalde een vrouw haar man op die terug naar huis mocht. Het ging goed met hem. Beiden waren rond de tachtig jaar oud en al heel lang getrouwd. Door de besmetting leefden ze een week gescheiden van elkaar, ze zaten in grote onzekerheid door het virus. Ik was getuige van het moment dat ze elkaar eindelijk weer konden vasthouden. Heel ontroerend.’
‘Eindelijk konden ze elkaar weer vasthouden’
‘Steeds meer patiënten van de afdeling gaan naar ziekenhuizen elders in het land, zodat onze ic niet overbelast raakt. Tot nu toe gaat het goed, we hebben nog voldoende bedden beschikbaar.’
Dinsdag 30 maart – Schoenen herkennen
‘Sommige mensen hebben zó veel pijn en moeite met ademhalen. Ze zeggen me dat ze nog liever doodgaan. Ik praat ze dan moed in, en zeg dat ze snel pijnstilling zullen krijgen van de dokter.’
‘Op de afdeling zie je niet wie wie is, omdat iedereen een schort, mondkapje en bril draagt. En soms nog een haarnetje. Op de naamkaartjes lees je met wie je te maken hebt en wat zijn of haar functie is. Zonder deze kaartjes is het verschil tussen co-assistenten, verpleegkundigen en artsen niet meer te zien. Ik probeer daarom collega’s te herkennen aan de schoenen die ze dragen.’
‘Patiënten hebben er ook moeite mee. Vanochtend mocht iemand naar huis en toen zag ze de arts die haar al vier dagen behandelde voor het eerst buiten de afdeling. Hij droeg geen beschermende kleding en ze herkende hem niet.’
Later deze week verschijnt een nieuw dagboek van Norah op Voxweb. Lees hier de eerste aflevering.