‘Ik verheug me op de opening van het Berchmanianum’
Vijf jaar na zijn studie Bestuurskunde heeft Mark Buck zich opnieuw ingeschreven aan de Radboud Universiteit. De Nijmeegse politicus begint met veel zin aan een studie theologie. ‘Ik was haast vergeten hoe leuk het is om naar de campus te fietsen.’
In 2013 studeerde Buck nog Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit. Tegenwoordig combineert hij het CDA-fractievoorzitterschap in de Nijmeegse gemeenteraad met een baan als adviseur governance bij Verus, de vereniging voor katholiek en christelijk onderwijs.
Om coaching te geven aan bestuurders en directeurs in het katholiek onderwijs reist Buck het hele land af. ‘De afgelopen week reed ik onder andere naar Friesland, Maastricht en Rotterdam.’
Hoe is het om opnieuw rond te lopen op de campus?
‘Het voelt een beetje als thuiskomen. Het is ongelofelijk tof om opnieuw te studeren, ook al zijn er heel wat dingen veranderd aan de universiteit. Bij Bestuurskunde had ik altijd college in de Thomas van Aquinostraat, heel bizar dat die blokkendozen er niet meer staan. Tegelijk verheug ik me op de opening van het Berchmanianum. Als USR-lid heb ik nog mee beslist over de verhuizing van het bestuursgebouw naar het voormalige klooster.’
Waarom koos je voor de studie theologie?
‘Daarnet had ik toevallig Maria Martens (lid van de Eerste Kamer voor CDA, red.) aan de telefoon. Ook zij heeft theologie gestudeerd in Nijmegen. Ik vertelde haar dat ik dankzij de bevlogenheid van docenten en studenten na een dag in de collegebanken bij theologie altijd met veel energie terug op de fiets stap. Dat beeld herkende zij uit haar studie.’
‘Ik heb al jaren interesse in theologie, het is een studie die door weinigen wordt gedaan. Ik vind het fijn om aan deze studie te beginnen zonder een specifiek doel voor ogen. Gelukkig staat mijn werkgever toe dat ik één dag per week in de collegebanken zit. Binnen twee jaar hoop ik mijn premaster af te ronden.’
Je hebt een drukke baan en volgt een zware studie. Staat je politiek engagement daardoor op een lager pitje?
‘Absoluut niet! Als plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad zit ik veel vergaderingen, waaronder die over de zorg, voor. Zelf houd ik me in de Raad vooral bezig met ruimtelijke ordening, cultuur en economische zaken. Als voormalig USR-lid zijn studentenzaken nooit uit mijn blikveld verdwenen. Bij het CDA hebben we overigens altijd studenten als fractieopvolger, zij houden ons scherp.’
‘Maar ik moet alles goed plannen, dat klopt. In de auto ben ik vaak aan het telefoneren voor mijn werk, op zaterdag studeer ik en houd ik me bezig met politiek werk. Ik heb altijd al veel verschillende dingen met elkaar gecombineerd. Het helpt daarbij dat er thuis niemand op mij zit te wachten.’