In beeld: eenzaamheid, virusontkenning en razernij
Oude tijden herleven voor fotograaf en literatuurdocent Wilco Versteeg. In Parijs volgde hij met zijn camera de beweging van de gele hesjes van binnenuit. Vanwege de coronamaatregelen lijkt nu ook in Nederland het vuur van verzet ontvlamd. In Amsterdam zag Versteeg zondag verschillen én overeenkomsten tussen de gele hesjes en het nieuwe coronaprotest. Voor Vox doet hij verslag in woord en beeld.
‘Het Verzet’ verzamelde zich afgelopen weekend op het Amsterdamse Museumplein om onder het mom van ‘koffiedrinken’ te protesteren tegen de coronamaatregelen die een dag eerder waren verzwaard met een avondklok. De grootsheidswaan is hier deze zondag niet van de lucht: niets minder dan dé waarheid wordt verkondigd (‘corona is nep’) en het allerlaatste nepnieuws gretig gedeeld (‘de Albert Heijn gaat drie weken dicht’). Elke uitspraak wordt enthousiast ontvangen en ieder bericht lijkt de sprekers op te stuwen nog meer uit hun hoge hoed te toveren.
Parasiterende hooligans
De avondklok, excuus, de ‘spertijd’ volgens de actievoerders, is koren op de molen van het Verzet, dat niets minder doet dan vechten tegen de dictatuur. De een na de andere meer of mindere imaginaire inperking van de ‘vrijheid’ versterkt de demonstranten in hun overtuiging als avant-garde te strijden tegen de vijand. En die vijand is niet corona, het virus dat volgens deze mensen niet bestaat, maar de minister-president van ons land: Mark Rutte. De vijand kan ook Bill Gates zijn, en huist zeer zeker in de massaal aanwezige ‘hoeren van justitie’: de politie. In Amsterdam eindigt de zondag zoals verwacht, in lange confrontaties tussen agenten en betogers en parasiterende hooligans.
Na jarenlang als fotograaf en onderzoeker in Parijs vertoefd te hebben, ben ik gewend geraakt aan heftige botsingen tussen demonstranten en politie. Uw lijfblad Vox had zelfs het ‘geluk’ dat ik mijn elleboog brak nét toen een verslaggever een dagje met mij mee liep tijdens een actie van de gele hesjes. Als ik met Franse ogen naar de rellen in Amsterdam kijk, val ik niet meteen van mijn stoel: ik zie geen brandende auto’s, geen door molotovcocktails aangestoken agenten, geen demonstranten die ogen of ledematen verliezen. Maar er zijn wel overeenkomsten: het geloof in complottheorieën (Macron als voormalig bankier van Rotschild die aan alle touwtjes trekt, 5G, chips, enfin, we kennen ze allemaal) en het consequente refereren aan de Tweede Wereldoorlog om het eigen gelijk te boekstaven. Een groep binnen de gele hesjes-beweging noemde zich, naar analogie, de Conseil National de La Résistance, en tooide zich met vlaggen met daarop het Croix de Lorraine, het symbool van De Gaulles Vrije Fransen.
Gedachtespinsels
Een groot en zeer problematisch verschil tussen de gele hesjes en het Verzet van de nieuwe ‘Wij zijn Nederland’-roepende meutes is het volstrekt ontbreken van politieke doelstellingen bij de laatstgenoemde groep. Waar de gele hesjes een zeer divers maar duidelijk palet aan eisen hadden, schort het daaraan bij de Nederlanders. Of de eis moet zijn dat men het recht heeft ‘vrij’ te zijn, in die zin dat deze actievoerders zich door niks en niemand iets in de weg laten leggen, en zeker niet gestopt willen worden in het uiten van allerhande gedachtespinsels.
Wat gebeurt hier nu eigenlijk? Of we willen of niet, we zullen dit soort bewegingen moeten leren begrijpen. Als ik tijdens zo’n demonstratie om me heen kijk, valt me de eenzaamheid op. Men vindt in een (gewelddadige) massa een tijdelijke verbintenis en zingeving die elders in het leven node worden gemist. De demonstranten komen uit alle sociale klassen, maar hebben allen het gevoel de boot gemist te hebben en niet gezien te worden in een wereld waarop ze hun grip verloren hebben – een sentiment dat dankzij corona en de vele plichten die daarbij komen kijken, meer op de voorgrond is getreden.
Ontkenning van de politiek
We lezen ook geregeld over eenzaamheid bij ouderen én jongeren, en over door isolatie aangewakkerde depressies die zelfs leiden tot zelfmoord. Tijdens de coronademonstraties worden sociale psychoses onderling bevestigd: allicht zijn complottheorie en virusontkenning de laatste strohalm voor velen. Het ontbreken van politiek, ja, zelfs een ontkenning van de politiek, is in deze context van eenzaamheid niet opmerkelijk: politiek veronderstelt gemeenschap(szin).
De grote historicus Johan Huizinga schrijft aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog met In de schaduwen van morgen een indrukwekkende kritiek van zijn tijd. De kracht van zijn werk blijkt al uit het feit dat de beroemde eerste alinea aangehaald kan worden bij de minste of geringste ordeverstoring. En waarom ook niet vandaag, na de coronarellen die heel Nederland troffen:
“Wij leven in een bezeten wereld. En wij weten het. Het zou voor niemand onverwacht komen, als de waanzin eensklaps uitbrak in een razernij, waaruit deze arme Europese mensheid achterbleef in verstomping en verdwazing, de motoren nog draaiende en de vlaggen nog wapperende, maar de geest geweken.”
De coronademonstraties zijn een feit waar we niet omheen kunnen. De vraag is hoe voorkomen kan worden dat de waanzin omslaat in een verdere razernij die dezelfde proporties aanneemt als de gele hesjes.