In de Kellendonklezing roept schrijfster Nina Polak op tot heroverweging van het alledaagse
Vandaag verzorgt Nina Polak de jaarlijkse Frans Kellendonklezing. In haar lezing wil de schrijfster dieper ingaan op de relatie van mensen tot geld, geloof en geautomatiseerd denken. ‘Ik eis best veel van het publiek.’
Met haar roman Buitenleven (2022) sleepte Nina Polak recent een nominatie voor de Libris Literatuurprijs in de wacht. Vandaag geeft ze de jaarlijkse Kellendonklezing in de Aula van de Radboud Universiteit.
De lezing is vernoemd naar de Nijmeegse auteur Frans Kellendonk (1951-1990), die Engelse Taal- en Letterkunde studeerde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. ‘Ik zie het als een grote eer om de lezing te mogen geven’, zegt Nina Polak aan de telefoon.
Welk werk van Kellendonk maakt deze lezing voor jou persoonlijk?
‘Het werk dat mij voor Kellendonk heeft ingenomen, is Mystiek lichaam. Toen ik Nederlands studeerde, greep dit werk me meer dan wat ik tot dusver had gelezen. Het dateert uit 1986, maar is nog steeds heel relevant. Het boek handelt over belangrijke universele thema’s, zoals gezin, religie, racisme en geld. Toch twijfel ik of het boek me emotioneel raakte. Het is vrij afstandelijk en gestileerd, soms bijna cartoonesk. Toen ik het in mijn studententijd voor het eerst las, ervoer ik wel meteen Kellendonks intellectuele kracht. Hij prikkelde mij intellectueel enorm. Dat was precies waar ik toen behoefte aan had. Inmiddels heb ik het dan ook zo’n vijf keer herlezen.’
Zijn er raakvlakken in jouw werk en dat van Kellendonk?
‘Zeker. In Mystiek lichaam beschrijft Kellendonk hoe homoseksuelen buiten de geschiedenis staan omdat zij geen leven kunnen scheppen. Letterlijk, ze kunnen geen nageslacht krijgen. Dit bemoeilijkt volgens hem hun plek in de samenleving. Wat me aansprak in Kellendonk, is dat hij homoseksualiteit vrij expliciet behandelt, zeker voor die tijd. In mijn eerste boek heb ook ik bewust gekozen voor een lesbisch gezin, waaruit de vraag rijst: wat is een gezin zonder mannen aan het hoofd? Het gezin als mini-maatschappij is trouwens ook een thema dat ik met Kellendonk deel.’
In jouw Kellendonklezing bevraag je Kellendonks opdracht voor auteurs om heilige ideeën ‘op losse schroeven te zetten’. Kun je een tipje van de sluier oplichten?
‘Kellendonk zag het als zijn taak om dit te doen. Hij daagt mij hiermee uit om kritisch naar mijn eigen literatuuropvatting te kijken. Een valkuil van het alsmaar willen schoppen tegen heilige huisjes is dat het dogmatisch kan worden of een geautomatiseerde handeling wordt.’
‘Schrijverschap vereist precisie in omgang met de taal’
‘Het is lastig om hier uit te breken en écht onafhankelijk te denken. Toch kan dit, denk ik, door heel bedachtzaam te zijn. De taal die je hanteert speelt een belangrijke rol. Het publieke debat zit vol clichés en containerbegrippen die ik liever vermijd. Woorden als woke en wappie zijn onduidelijke maar zeer beladen termen, die allerlei verschillende associaties oproepen bij verschillende mensen. Schrijverschap vereist precisie in omgang met de taal.’
Volgens jou zag Kellendonk zichzelf als kritische buitenstaander die heersende maatschappelijke normen bevraagt. Ben je dat zelf ook?
‘Eén insteek van de lezing is de vraag of die positie de meest zinvolle is die je kunt innemen als auteur, zoals onder meer Kellendonk maar ook Arnon Grunberg doen. Voor Kellendonk was een auteur iets wezenlijks anders dan een burger. Een auteur kon als toeschouwer heilige aannames ondermijnen en tegenstellingen verenigen.’
‘Tegelijkertijd zie je in de hedendaagse literatuur dat auteurs vanuit activisme en burgerschap schrijven. Ze blijven heel dicht bij zichzelf. Ook ik blijf dichtbij mijn eigen leefwereld en schrijf over thema’s die mij raken, zoals homoseksualiteit. Ik zie dit ‘buitenstaanderschap’ niet als enkel negatief, het is ook mijn wens om autonoom en onafhankelijk te zijn. Iets wat heel waardevol is, maar soms ook pijn doet.’
Welk zaadje hoop je tijdens de lezing te zaaien in de hoofden van de toehoorders?
‘Het is een vrij associatief verhaal, dus ik eis best veel van het publiek. De lezing gaat in de kern over hoe mensen zich verhouden tot burgerlijkheid en geld, en op welke manier literatuur daarop een licht kan werpen. Denk aan de keus voor een bepaalde designerlamp en de kleding die je draagt tot welke boeken je tentoonstelt in je huis. Kortweg, het uitdragen van een bepaalde levensvisie in materie, geprikkeld door alomtegenwoordig kapitalisme. Ik wil mensen laten nadenken over deze schijnbaar alledaagse keuzes en de impact daarvan.’
Op welk aspect van je lezing zou Kellendonk het meest prat zijn gegaan?
‘Ik denk op zijn eigen citaten’, grinnikt Polak.