In het babylab doen ze al 25 jaar onderzoek met de kleinste proefpersonen

20 jun 2024

Al 25 jaar doen ze bij het Baby and Child Research Centre onderzoek naar de jongste mens. Maar wat proberen de wetenschappers daar precies te achterhalen? Verslaggever Dirk Lotgerink nam zijn eigen kinderen mee als proefpersonen en zocht het uit.

‘Komen zij zich alvast inschrijven?’ Voor de ingang van het Montessorigebouw grapt een student over de aanwezigheid van mijn kinderen die in de kinderwagen liggen te slapen. Thorre en Lizzie, krap 9 maanden oud, betreden voor het eerst de universiteit.

‘Hoe is het mogelijk dat pas geboren baby’s na een paar maanden veranderen in kleine mensjes?’

Op de eerste verdieping manoeuvreert mijn vriendin de dubbele wagen langs hongerige studenten die zich tegoed doen aan de lunch. We kijken verloren om ons heen, waar hebben we afgesproken?

Aap, giraf en olifant

‘Welkom Dirk’, klinken de verlossend woorden achter ons. ‘Ik ben Marlene en breng jullie naar de onderzoeksruimte.’ Marlene Meyer is onderzoeker bij het Baby and Child Research Center (BRC). Door een lange gang passeren we deuren waar op kniehoogte dieren staan afgebeeld. Geen bordjes met kamernummers dus, maar een aap, giraf en olifant.

Achter een van de deuren in de ontvangsthal staat een felgekleurd speelhuis, een doos met grote legoblokken en een boekenkast vol jeugdliteratuur. Thorre en Lizzie, die inmiddels ontwaakt zijn, kruipen vrolijk over de vloer.

Thorre, Lizzie, samen met hun moeder, in de wachtkamer van het BRC. Foto: Dirk Lotgerink

‘Het Baby and Child Research Center is in 1999 opgericht door Anne Cutler’, begint Meyer. ‘Het was het eerste onderzoekscentrum in Nederland waar de taalontwikkeling en later ook sociaal-cognitieve ontwikkeling van baby’s en kinderen werd onderzocht. Onderzoek naar zwangere vrouwen en het ongeboren kind kwam daar nog bij.’

Inmiddels is het BRC, dat deze maand zijn 25ste verjaardag viert, uitgegroeid tot een internationaal instituut met zo’n zestig medewerkers. Allemaal willen ze de ontwikkeling van jonge kinderen beter in kaart brengen. ‘Pas geboren baby’s lijken volledig afhankelijk, maar na een paar maanden veranderen ze in kleine mensjes die lachen, spelen en beginnen te brabbelen. Hoe is dat mogelijk? Wij onderzoeken hoe baby’s hun omgeving verkennen en hoe het kan dat ze in zo’n korte tijd zoveel nieuwe dingen leren.’

‘Je kunt altijd stoppen’

‘Vandaag zijn we ook bezig met verschillende onderzoeken naar de ontwikkeling van baby’s en kinderen’, vertelt Meyer verder. ‘We kijken naar taal, sociale interactie, denken en het welzijn van moeder en kind. Jullie doen mee aan het onderzoek naar hoe kinderen leren’. Het blijkt het onderzoek van Olesya Moiseenko, een promovenda die vandaag het experiment met Thorre en Lizzie zal begeleiden.

Olesya Moiseenko. Foto: Dirk Lotgerink

Meteen wil ik weten wat mijn kinderen dan precies moeten doen, hoe metingen verricht worden en wanneer ik onderzoeksresultaten kan verwachten, maar ik blijk te enthousiast. ‘Pas na afloop van het experiment wil ik meer vertellen over het hoe en waarom’, zegt Meyer. ‘Wel kan ik zeggen dat we straks naar een ruimte gaan waar Olesya verstopt zal zijn, ze staat dan achter een scherm. Ze laat de kinderen een aantal speeltjes zien. Dat is eigenlijk alles dat je voor nu hoeft te weten.’ Oké. Dat klinkt niet al te ingewikkeld en al helemaal niet gevaarlijk.

Toch kunnen we altijd het experiment onderbreken, krijgen we nog mee. Fijn. Wanneer onderzoekers zo’n zin bezigen denk ik altijd aan schoktherapie, maar vandaag blijkt alleen een kinderstoeltje met onhandig brede poten tot de benodigdheden te behoren. Er komen geen elektroden bij aan te pas.

Zodra we de kamer binnenstappen, komen we in een tussenruimte. De deur naar de kamer ernaast is nog gesloten. Ik leg Thorre op een speelkleed en ga ervan uit dat we al begonnen zijn, maar Meyer richt zich tot mij. ‘Het onderzoek begint zo hiernaast, vanaf dat moment kun je gewoon met je kind doen wat je thuis ook zou doen.’

Ze opent de deur en we betreden een lokaaltje waar we direct tegen een zwarte stellage aanlopen. Voor een groot scherm staat een kinderstoel waar ik Thorre inzet. Meyer verlaat de ruimte zonder verdere instructies. ‘Tot straks!’, is het laatste dat we horen.

Badeendjes en plastic dieren

Even is het stil, maar dan begint een lampje te branden. In een kastje dat op een kijkdoos lijkt, staat een badeend. Na een paar seconden gaat het lampje uit en het kastje dicht. Kort erna begint een lampje op een andere plek te knipperen, naast het kastje waar zojuist de gele eend te zien was. Verwachtingsvol kijk ik naar Thorre, die naar het plafond zit te turen. Hij moet nu toch opletten? Of is dit ook onderdeel van het experiment? Als het derde speeltje getoond wordt en mijn zoon nog steeds niet in de richting van de plastic prullen kijkt, begin ik me zorgen te maken. ‘Heb je dat gezien?’ vraag ik aan mijn zoon. Ik wijs naar het verlichte kastje met daarin een rood zeepaardje. ‘Mooi he!?’, lieg ik.

Baby Thorre tijdens het experiment. Foto: Dirk Lotgerink

Antwoord krijg ik niet. Thorre kijkt alle kanten op behalve naar het experiment. Overal zoekt hij vermaak, inspiratie of weet ik veel wat, maar niet bij het scherm voor zijn neus. Het touwtje aan de kinderstoel is interessanter. Hij probeert zijn stoeltje vast te grijpen, kijkt me vragend aan als dat niet lukt. ‘He pa, wat doe ik hier?’ lijkt hij te willen zeggen.  ‘Moet je zien wat een mooi speeltje!’, probeer ik nog. Maar wacht eens even, mocht ik nou wel of niet ingrijpen? Ben ik de testresultaten nu aan het verprutsen met mijn aanwijzingen?

Naast me schudt mijn kleine man met zijn beentjes als het knipperende licht voor hem toch zijn aandacht trekt. Heel even kijkt hij voor zich en lijkt hij gefocust op het fel gekleurde beestje dat Olesya in de kijkdoos heeft gezet. Mooi zo, denk ik, toch nog een minimale bijdrage voor een significant resultaat.

Op deze manier gaan 10 minuten voorbij. Heel soms kijkt Thorre naar het speelgoed, maar meestal zoekt hij mij of is hij geobsedeerd door de strepen op het systeemplafond. De deur achter hem stond een tijdje geleden toch open? Waar is die mevrouw van zojuist? ‘Ik wil uit de kinderstoel, hoe klim ik eruit?!’ Net als ik mijn zoon nog een keer wil wijzen op lichtgevend speelgoed komt Meyer weer binnen. ‘Zo, dank jullie wel’, beëindigt ze het experiment. ‘Jullie mogen weer meelopen.’

In de wachtruimte tref ik mijn vriendin met Lizzie. Op de vloer lijkt een paleis van blokken te ontstaan. Nu is het de beurt aan Lizzie en haar moeder. In de tien minuten die volgen speel ik met Thorre, lees een boekje voor en laat hem de ruimte onderzoeken. We doen wat we moeten doen: wachten.

Conclusies

Na zo’n tien minuten keren ook Lizzie en haar moeder terug. Eindelijk is het tijd om te horen waar we nou precies aan hebben meegewerkt.

‘Zoals ik al zei proberen we te onderzoeken hoe kinderen precies leren’, steekt Meyer van wal. ‘Onlangs hebben we ontdekt dat baby’s van een paar maanden oud al heel nieuwsgierig zijn en vooral naar prikkels kijken waar ze iets van kunnen opsteken. Tegenwoordig zijn we bezig om de rol van nieuwsgierigheid voor de ontwikkeling van kinderen te onderzoeken. Naast de mechanismen en de hersenprocessen die ten grondslag liggen aan nieuwgierigheid, bestuderen we of kinderen van elkaar verschillen in hun mate van nieuwsgierigheid. Ik begeleid dit onderzoek van Olesya en daar maakt deze proef onderdeel van uit.’

‘Had ik vaker moeten wijzen op die speeltjes en flikkerende lampjes voor het gezicht van mijn zoon?’

‘We kijken ook naar de invloed van de ouders’, vervolgt ze. ‘Daarom lieten we jou bijvoorbeeld wel praten tegen Thorre, maar mocht je partner niets zeggen tegen Lizzie’. Shit, denk ik. ‘Had ik dus toch vaker moeten wijzen op die speeltjes en flikkerende lampjes voor het gezicht van mijn zoon?’, vraag ik bezorgd.

‘Nee hoor’, antwoordt Meyer. ‘Dat maakt niet uit. We proberen te zien of een kind iets nieuws leert en wanneer het dat doet. Het lijkt erop dat Thorre snel genoeg door heeft gehad dat er weinig meer te spelen en te leren viel voor hem.’

Was dit college, kortom, niet interessant genoeg voor mijn zoon? ‘Dat kan zeker zo zijn, maar Lizzie keek misschien weer langer naar de speeltjes omdat haar moeder helemaal geen instructies gaf. Precies dat proberen we in kaart te brengen.’

Mijn vriendin en ik bedanken de onderzoekers voor het heldere en interessante verhaal. Na 45 minuten in het BCR lopen we het Montessorigebouw weer uit. In de frisse buitenlucht vallen de twee studenten in de kinderwagen weer in slaap – hun eerste collegedag zit erop.

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!