In het lab: snijden in de regenboogforel

04 apr 2014

Wat bezielt een wetenschapper? Jaren ploeteren op iets waar anderen de schouders voor ophalen. Martine Zuidweg gaat op zoek naar het bloed, zweet en tranen in de laboratoria van de universiteit.

Foto's: Dick van Aalst
Foto’s: Dick van Aalst

Als Stefan de Gelder (28) de vis met zijn lange schepnet uit het ronde aquarium vist, spartelt het dier zo tegen dat het bijna over het net heen tuimelt. Snel gooit De Gelder de vis in de gereed staande emmer met verdovingsmiddel, waar het vrijwel meteen in slaap valt. Later, op weg naar het lab – De Gelder loopt met zijn arm in oberstijl met daarop een bak met ijs en de vis in het midden- zegt hij liefdevol: ‘Ik vind het echt een mooie vis, de regenboogforel. Als de zon erop schijnt, krijgt-ie alle kleuren. Een plaatje om te zien.’
Eenmaal in het lab knipt de bioloog met een chirurgenschaar behendig de vis open. Voorzichtig haalt hij de darm eruit en knipt het orgaan in drie delen. ‘Als je de darm aan een stuk bekijkt, mis je volgens mij belangrijke informatie. Bij de mens vindt in de twaalfvingerige darm ook een hele andere opname plaats dan in de dikke darm. Ik denk dat dat bij de vis ook zo is.’

De Gelder heeft een lange periode van tegenslag achter de rug. Het lukte hem maar niet om de darmcellen fatsoenlijk te isoleren. ‘Er is een protocol waarin beschreven staat welke methode je moet volgen bij regenboogforellen, maar dat bleek voor ons niet de manier. Ik had steeds veel te weinig darmcellen om onderzoek te doen.’ Hij zat regelmatig flink te balen, maar aan stoppen heeft hij geen moment gedacht. 20140328Vissenlab-DvA-8929
Zulk mooi onderzoek, die kans grijp je met beide handen aan, vindt hij. Ook als het even tegenzit. Hij werkt samen met het Noorse nationaal instituut voor voedsel en visserijonderzoek. Dat instituut is met de Noorse zalmkwekerijen (goed voor 920 duizend ton zalm per jaar) op zoek naar alternatief voer voor de zalm. ‘Om een zalm 1 kilo te laten groeien heb je 3 tot 5 kilogram kleine visjes nodig, die worden verwerkt in het visvoer. Je moet dus heel veel vis vangen om één zalm te kweken. Dat is niet alleen heel inefficiënt maar vanwege de overbevissing ook schadelijk.’
Het plan is nu om de dierlijke eiwitten en oliën in het voer te vervangen door plantaardige varianten. De zalm moet dus aan de palmolie, ook nog goedkoper dan al die visjes. ‘Ik vind het een fijne bijkomstigheid dat ik met mijn onderzoek kan bijdragen aan het oplossen van een maatschappelijk probleem’, zegt De Gelder.

20140328Vissenlab-DvA-9015Maar er is een nadeel: de planten moeten verhit worden om ze geschikt te maken als visvoer en daarbij ontstaan de giftige poly-aromatische koolwaterstoffen (PAH’s) die schadelijk zijn voor de mensen die de zalm later op hun bord krijgen. De Gelder onderzoekt daarom op welke manier deze giftige stoffen het maag-darmkanaal van de vis passeren. ‘Als we de route van de stoffen weten, kunnen we de opname misschien ook tegengaan.’
Zalm zwemt er niet in de aquaria in de kelder van het Huygensgebouw, daarom bestudeert De Gelder de regenboogforel, die in veel opzichten lijkt op de zalm.

Hij hangt geconcentreerd boven zijn petrischaaltjes. De stukjes darm spoelt hij schoon met een plastic staafje en fysiologisch zout. Zonder zijn ogen van de bloederige hoopjes op de schaaltjes af te wenden, zegt hij zacht: ‘Het is nu misschien een vies gezicht, maar wacht maar. Ik heb dadelijk hele mooie stukjes darm.’ / Martine Zuidweg

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!