In het spoor van Maria van Gelre

27 aug 2018

De resten van een slotgracht, een tolhuis, een imposante gotische kerk: het zijn sporen in het landschap die iets vertellen over het leven Maria van Gelre. In een nieuwe publicatie van hoogleraar Johan Oosterman komt de ‘Maxima van de vijftiende eeuw’ tot leven.

In 2015 startte hoogleraar Oudere Nederlandse letterkunde Johan Oosterman een crowdfundingactie om het gebedenboek van Maria van Gelre te herstellen en tentoon te stellen. In iets meer dan een maand was het streefbedrag van 25.000 euro verzameld.

Maria van Gelre.

Drie jaar later ziet het rijk geïllustreerde gebedenboek uit 1415 er weer als nieuw uit en vanaf half oktober wordt het tentoongesteld in het Valkhofmuseum. Met Maria van Gelre, 1380-1429 ligt er nu ook een boek in de winkelrekken. In een roadtrip langs twaalf plaatsen in de voormalige hertogdommen Gelre en Gulik vertelt Oosterman over het leven van zeshonderd jaar geleden.

‘Aan mijn studenten vertel ik altijd dat Middeleeuwse objecten ook hedendaagse objecten zijn, maar wel objecten met een lange geschiedenis’, zegt de hoogleraar. ‘Omdat ze nog steeds tastbaar zijn en omdat wij erin geïnteresseerd zijn, ontstaat er een dialoog met het object. Datzelfde heb je met plaatsen die aan een bepaalde gebeurtenis zijn verbonden. Van die lieux de mémoire uit het leven van Maria van Gelre heb ik een mooi boekje proberen te maken.’

Wie was Maria van Gelre ook alweer?

‘Een Franse prinses uit een zeer vooraanstaande Normandische familie. Maria groeide op in de allerhoogste kringen rond het hof in Parijs en trouwde met Reinald, de hertog van Gulik en Gelre, waardoor de politieke verbintenis werd verstevigd tussen Frankrijk en de hertogdommen in kwestie.’

‘Voor die tijd handelde Maria erg zelfbewust: dat zie je in hoe ze optreedt in politieke zaken en vooral in haar ambitieuze, luxueuze en omvangrijke gebedenboek. Daarin wordt ze als opdrachtgever vermeld en in een prachtig gewaad afgebeeld, wat heel ongebruikelijk is voor die tijd.’

Hoe kwam u tot de selectie van twaalf plekken?

‘Die opbouw ontstond in samenwerking met Geldersch Landschap & Kasteelen (GL&K),. Een monnik kopieerde het gebedenboek van Maria in het voormalige Mariënbornklooster bij Arnhem en de hertogin verbleef vaak in kasteel Rosendael, twee terreinen van GL&K. Zo hadden we meteen twee locaties. Persoonlijk dacht ik meteen aan Middelaar aan de Maas. Daar heeft een groot kasteel gestaan waar Maria af en toe logeerde – vandaag zie je nog slechts de contouren van de voormalige gracht. Vandaar het idee om verhalen te vertellen over die twaalf vergeten plaatsen uit het leven van Maria van Gelre.’

Boven: contouren van de voormalige gracht om het huis te Middelaar (onder). Foto boven: Dick van Aalst.

‘Zo kwamen we onder andere uit bij het tolhuis in Lobith, waar de Rijntol voor ongeveer 20 procent van de inkomsten van het hertogdom zorgde. Historicus Jan Kuys, die meewerkte aan het boek maar een paar maanden geleden plots overleed, wilde graag een hoofdstuk schrijven over de gasthuiskapel in Geldern, die mede dankzij Reinald en Maria tot stand kwam. Een andere bijzondere plek is Beekbergen, vandaag een dorpje op de Veluwe omringd door vakantieparken. Daar kwam enkele malen per jaar de rechtbank bijeen die zaken in hoger beroep behandelde, waarbij Reinald telkens aanwezig moest zijn.’

Waarom was Maria de hele tijd aan het reizen?

‘De ambulante hoven Gulik en Gelre hadden geen echte hoofdstad, in tegenstelling tot de hertogdommen Kleef en Holland die respectievelijk Kleef en Den Haag als hoofdstad hadden. Als Nederland en België één land zouden worden, zou de koning ook de hele tijd tussen beide landen moeten pendelen. In Gelre had je bovendien niet twee, maar vier kwartieren: Nijmegen, Zutphen, het Overkwartier en de Veluwe, dus reisden Reinald en Maria zich suf.’

‘Toch had Maria ook haar favoriete plaatsen, net als de allerrijksten van vandaag. Die hebben soms twintig huizen over de hele wereld, maar wel vier of vijf waar ze het meest aan gehecht zijn. Maria kwam het liefst in de Gulikse burcht Kaster en in het Gelderse kasteel Grave. In Nijmegen, waar ze meestal in het Valkhof logeerde, verbleef Maria nooit langer dan enkele dagen. Ook in de officiële residentie van de hertogen in Zutphen is ze slechts één keer geweest.’

Hoe kunnen we vandaag nog dingen te weten komen over zeshonderd jaar geleden?

‘Voor de periode tussen 1350 en 1500 zijn de landsheerlijke rekeningen van het Gelderse Hof uitzonderlijk goed bewaard. Uit de verantwoordingen van de rentmeester bij de boekhouding valt veel te leren. Neem bijvoorbeeld de bodes die betaald werden voor de eet- en drinkkosten van hun paard. Soms kregen ze meer geld, omdat ze langer hadden moeten reizen door hitte of sneeuwval. Als er staat vermeld dat een bode van Nijmegen naar Geldern moest reizen om een brief naar de hertog te brengen, weet je dat de hertog op dat moment in Geldern verbleef en kan je daar weer verder onderzoek naar doen.’

Van alle burchten waar Maria heeft gewoond, is Rosendael een van de weinige die er nog als kasteel uitziet. Foto: Dick van Aalst.

‘Soms stoot je ook op grappige dingen. Toen Maria in 1408 deels over water en deels over land van Grave naar Geldern reisde, werden twee mannen ingehuurd om haar kooi met papegaaien te dragen. Zo komt de hertogin beetje bij beetje tot leven.’

Johan Oosterman. Maria van Gelre, 1380-1429. Sporen in het landschap (Vantilt, 2018), 120 pagina’s, 14,50 euro. Met foto’s van universiteitsfotograaf Dick van Aalst.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!