In memoriam: Peter Raedts, de priester die hoogleraar werd

01 mrt 2021

Als priester had hij een missie, maar als hoogleraar net zo goed: anderen een zetje in de goede richting geven. Afgelopen zaterdag overleed emeritus hoogleraar Middeleeuwse geschiedenis Peter Raedts na een fatale val. Ter nagedachtenis plaatsen we het interview dat Vox in 2013 met hem hield opnieuw. Raedts nam toen, met tegenzin en na twintig jaar, afscheid van de universiteit.

Zijn levensverhaal is net even anders dan dat van anderen. Want wie besluit er nou in de vijfde klas van het gymnasium priester te worden? Met zijn vader en moeder – hij was enig kind in het gezin – ging hij altijd al trouw naar de kerk. Het christendom hoorde bij hun leven zoals een mes bij een vork, het werd nooit ter discussie gesteld. Vanuit zijn woonplaats Heerlen was de imposante Dom van Aken bijna om de hoek. Hier doen ze alles hetzelfde als in de tijd van Karel de Grote, hield zijn vader hem voor, in dezelfde taal, met dezelfde gezangen. De aloude gebruiken en rituelen maakten grote indruk op de jonge Raedts. Hij wilde niets liever dan er deel van uitmaken.

Dertig jaar lang bleef Peter Raedts jezuïet. Op zijn vijftigste, na een depressie, stapte hij uit de orde. Hij was toen al hoogleraar Middeleeuwse geschiedenis in Nijmegen. Op de eerste vrijdag van november is hij 65 jaar geworden.

U bent nog maar weinig op de campus. Bent u niet een van die hoogleraren die heel lang blijven hangen?

‘Nee. Ik vind: je moet je rekenschap geven van het feit dat je in een andere levensfase bent aanbeland. Je zit niet meer in het ritme van het collegejaar, je hebt geen verantwoordelijkheden meer. Collega’s maken zich druk om onderzoeksprogramma’s, is de visitatie wel goed genoeg, dat soort dingen. En dat is voorbij voor mij, het is over. Twintig jaar lang stond ik op dit moment, maandagmorgen om kwart voor elf, college te geven voor de eerstejaars. Nu niet meer.’

Is dat moeilijk?

‘Ja, ik vind het heel moeilijk. Dat komt ook doordat ik geen partner heb. Ik merk dat veel leeftijdsgenoten in deze fase heel veel tijd steken in de kleinkinderen, daar hebben ze een nieuwe levensvervulling in gevonden. Als je alleen bent, moet je echt gaan werken aan je sociale leven. Je dagen zijn niet meer gevuld. Je kunt zeggen: ga een nieuw boek schrijven. En dat ben ik ook van plan, maar dat is niet genoeg. Het geeft geen nieuw ritme aan je dag. De meeste van mijn vrienden werken nog, dus die kun je alleen ’s avonds spreken. En wat doe je dan overdag? Ik studeer graag en ik kan ook goed alleen zijn, maar toch.’

Als jongere met ambities om priester te worden leek het u fantastisch om een missie te hebben en die ook uit te dragen. Heeft u als wetenschapper ook het gevoel gehad dat u een missie had?

‘Heel sterk. Daarom heb ik de fotografe ook gevraagd me te fotograferen voor de kansel. Want dat is iets wat mijn leven heel erg getekend heeft en wat natuurlijk toch een grote leegte gaat geven: mijn priesterschap maar ook het hoogleraarschap heb ik beleefd als een missie. Dat ik studenten aflever die kritisch gevormd zijn en kennis hebben van het verleden, heb ik altijd als mijn grote missie gezien: het bijdragen aan een goede opvoeding van de toekomstige leiders van Nederland.’

‘De eisen die nu aan wetenschappers worden gesteld, vind ik nogal dwaas’

U staat erom bekend dat u inspirerend doceert. Wat is uw geheim?

‘Wat zeker meespeelt, is dat de jezuïeten in hun opleiding heel veel nadruk leggen op retorische vakken. We moesten natuurlijk leren preken. Meteen in het eerste jaar moesten we voordrachten houden. Die werden uitvoerig bekritiseerd en besproken, niet alleen op de inhoud maar ook op de vormgeving: hoe je je stem gebruikt, je houding, hoe je een verhaal moet opbouwen, dat je bijvoorbeeld moet herhalen, dat je moet beginnen met een klapper, iets onverwachts. En ik denk dat ik ook een zekere natuurlijke aanleg heb voor spreken.’

Acht jaar heeft u aan het boek De ontdekking van de Middeleeuwen gewerkt. Het is uw magnum opus. Maar tijdens het schrijven kreeg u tegenwerking van de universiteit. Waarom?

‘Dat is geweest in de jaren dat men hier de output steeds strenger begon te controleren. Een jaar of vijf, zes geleden. Op een gegeven moment kreeg ik te horen dat mijn onderzoekstijd zou worden ingekort, omdat ik niet voldoende publiceerde. Nou ja, ik was dus aan het boek aan het werken. Dat is iets wat ik me nu niet meer zou kunnen permitteren.’

Aan zo’n boek werken?

‘Precies. Men wil artikelen zien en dan bij voorkeur in het Engels. De eisen die momenteel aan wetenschappers worden gesteld vind ik eerlijk gezegd nogal dwaas.’

Waarom?

‘Voor de geesteswetenschappen is contact met een breder publiek absoluut noodzakelijk, anders verliezen ze hun betekenis voor de samenleving. Dat ligt in de medische en natuurwetenschappen anders. Ik hoef een artikel over nierstenen niet te kunnen lezen, zolang andere artsen het maar lezen en daardoor op nieuwe ideeën komen om mij op de minst pijnlijke wijze van nierstenen af te helpen. In de geesteswetenschappen is het woord alles wat we hebben. En daarmee helpen we mensen het verleden beter te begrijpen, om zich in literatuur en kunst te verdiepen, om na te denken over de grote vragen van het leven. Maar met het huidige wetenschapsbeleid worden wij geleerden die alleen nog met andere geleerden communiceren in een vreemde taal en onbegrijpelijk jargon. Mensen gaan niet in een Amerikaans tijdschrift, ook al heeft het de A-status, opzoeken wat Nederlandse historici te melden hebben over de Tweede Wereldoorlog.’

Bent u inderdaad gekort?

‘Dat ging niet door. Ik heb overlegd met de decaan en toen is dat teruggedraaid. Maar ik was niet de enige hoogleraar hoor, die dreigde te worden gekort. Je kunt wel zeggen dat er een soort opstand was uitgebroken. Intussen ben ik gewoon doorgegaan met mijn boek. Ik ben in feite altijd mijn eigen gang gegaan in het onderzoek. En daarmee heb ik zes NWO-projecten binnengehaald, dat dan weer wel.’

Bent u in die zin ook opgelucht dat u nu kunt vertrekken?

‘Laat ik het zo zeggen: de eisen die nu aan hoogleraren gesteld worden, zijn andere dan toen ik twintig jaar geleden begon. Nu is het tijd de zaak over te dragen.’

Want u heeft ook helemaal geen zin om aan die eisen te voldoen.

Schudt het hoofd. ‘Nee.’

In het televisieprogramma Boeken vertelde Peter Raedts over het boek dat hem op het spoor bracht van de Middeleeuwen als onderzoeksterrein: The Medieval Papacy van Geoffrey Barraclough. Alles wat hij tot dan toe dacht te weten over de paus, werd daarin overhoop gehaald. Dat er bijvoorbeeld helemaal geen rechte lijn was van Petrus tot de paus, zoals hem altijd was verteld. Raedts promoveerde in Oxford op een proefschrift over de middeleeuwse theoloog Richard Rufus van Cornwall.

Waarom bent u niet in Oxford gebleven? Is de vrijheid om je eigen onderzoekslijn uit te zetten daar niet groter?

‘De bureaucratie is er net zo erg. De controle op onderzoek is in Engeland nog strenger dan hier. Bovendien: ik had in die tijd allerlei plannen. Ik was bijna prof in Beiroet geworden. De jezuïeten hebben daar een eigen universiteit, de Université Saint-Joseph, een van de belangrijkste universiteiten van het Midden-Oosten. Dat is toen om allerlei redenen niet doorgegaan. De burgeroorlog die in Libanon losbrak, mijn moeder die in die tijd ziek werd, dan kun je als enig kind vanzelfsprekend niet naar Beiroet gaan. Daarbij: de voertaal op de universiteit was Arabisch en de Jezuïeten stelden als eis dat je twee jaar in afzondering Arabisch zou leren. Dat weigerde ik. Ik was 33 jaar en wilde eindelijk wel eens aan het werk.’

Studenten reageren verbaasd als ze erachter komen dat u dertig jaar priester bent geweest. Kunt u zich die verbazing voorstellen?

‘Ja, omdat het natuurlijk een generatie is die van het christendom niets weet. De enige manier waarop godsdienst in het nieuws komt is negatief: fanatieke baardapen als het moslims zijn, katholieke priesters die zich misdragen, protestanten die hun kinderen niet laten inenten.’

Wat vindt u ervan dat het christendom twee generaties na u nauwelijks nog betekenis heeft?

‘Dat vind ik een van de grootste raadsels van mijn leven. Ik ben opgegroeid in een samenleving die door en door katholiek was. Ik weet niet waarom dat zo plotseling in elkaar gestort is. En daar is ook nog weinig onderzoek naar gedaan.’

‘Ik kreeg steeds meer moeite met de moraal, de dogma’s van de kerk’

Wat is de mooie kant van het priesterschap?

‘Als je de liturgie doet, de mis opdraagt, dan kun je mensen echt iets meegeven. Waar ze bemoediging, troost in kunnen vinden. Je helpt mensen om richting aan hun leven te geven. Ik heb altijd graag gepreekt.’

Is er een parallel met lesgeven?

‘Ik denk het wel. Het gaat er bij lesgeven natuurlijk meer om dat je intellectuele bekwaamheden overdraagt aan studenten, maar je hoopt toch ook dat ze een bepaalde levenshouding krijgen. Dat ze kritisch zijn, dat ze niet meteen een oordeel vellen, dat ze alle kanten van een zaak bekijken.’

Maar je geeft geen richting aan hun leven.

‘Nee, als priester zeg je: dit is het christendom, zo moet je leven. Studenten moeten zelf hun richting kiezen.’

U hebt het priesterschap vaarwel gezegd. Waarom?

‘Ik kreeg steeds meer moeite met de moraal, de dogma’s van de kerk. Als het ging om zoiets als geboortebeperking, homoseksualiteit, de maagdelijke geboorte van Christus, week wat ik geloofde steeds vaker af van wat ik verondersteld werd te geloven. Daarbij was ik met mijn vijftig jaar de jongste van de groep en ik werd nog steeds behandeld als veelbelovende jongeman. Terwijl ik inmiddels hoogleraar was!’

En nu?

‘Ik wil aan een nieuw boek beginnen. Ik wil gaan kijken wat er met een bepaalde groep katholieken in de negentiende eeuw gebeurd is. Je had in het begin van de negentiende eeuw hele liberale katholieken die het verlichtingsideaal hadden omarmd, en je had meer conservatieve katholieken. Die laatste stroming heeft gewonnen. Ik wil uitzoeken hoe het met die liberale katholieken is afgelopen. Waarom hebben de verlichtingskatholieken het pleit verloren?’

Een autobiografie zit er nog even niet in?

‘Ik heb een uitnodiging om mijn memoires te schrijven. Maar ik weet nog niet of ik dat ga doen. Mijn verhaal zou deel gaan uitmaken van een groter boek over priesters die al dan niet zijn uitgetreden. Maar ik weet niet of ik bereid ben mijn persoonlijke leven op tafel te leggen.’

Vertrekt u met een goed gevoel?

‘Ik vind het heel erg dat ik wegga. Met name omdat ik het onderwijs en de studenten zal missen. Maar ik vertrek wel met een goed gevoel. Daarbij is de publicatie van mijn boek ook heel belangrijk geweest.’

Toen het boek in 2011 werd ontvangen als een van de beste geschiedenisboeken van het jaar moet u dat een gevoel van triomf hebben gegeven.

Raedts lacht breeduit. ‘Wat dacht u!’

Naschrift

Peter Raedts overleed afgelopen zaterdag op 72-jarige leeftijd na een ongelukkige val, zo laat historicus en goede vriend Joost Rosendaal weten. ‘Peter was nog altijd zeer vitaal en een bevlogen wetenschapper. Het nieuws van zijn overlijden kwam daarom erg plotseling.’

Voordat de coronacrisis uitbrak reisde Raedts nog met regelmaat van zijn woonplaats Utrecht naar de universiteit in Nijmegen om collega’s te zien. ‘Hij was met name geïnteresseerd in het werk van de promovendi bij geschiedenis’, zegt Rosendaal. ‘Die waren altijd erg onder de indruk van zijn eruditie. Peter bleef zo ook na zijn afscheid nog onderdeel van de academische gemeenschap.’

Zijn ‘magistrale manier van onderwijs geven’, dixit Rosendaal, bracht Raedts de afgelopen jaren ten tonele via de colleges van HOVO, de organisatie voor ouderenonderwijs. Ook liep Raedts volgens zijn vriend nog met allerlei plannen rond, bijvoorbeeld voor het schrijven van een boek over negentiende-eeuwse katholieke intellectuelen. In Utrecht was hij vrijwilliger bij Museum Catharijneconvent, waar hij hielp bij het opzetten van tentoonstellingen.

Het interview uit 2013 is geschreven door Martine Zuidweg.

5 reacties

  1. Bert schreef op 2 maart 2021 om 11:46

  2. Mark Beumer schreef op 2 maart 2021 om 14:51

    Peter Raedts was de beste hoogleraar die ik had. Zijn eloquentie en eruditie inspireerden mij enorm. Ik ga hem missen.

  3. Ruben Franzen schreef op 2 maart 2021 om 20:26

    Raedts was het type hoogleraar dat een gezicht geeft aan een studie. Eloquent, vriendelijk en benaderbaar.

  4. Erwin de Fouw schreef op 3 maart 2021 om 22:26

    Peter Raedts heeft mij meer dan wie ook in mijn doctoraal studie Theologie geïnspireerd. Ik ben blij zijn colleges in Utrecht, Leiden en Nijmegen te hebben gevolgd en ben hem zeer dankbaar dat hij mijn scriptie grotendeels begeleid heeft. Een zeer sympathiek en begeesterd man.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!