Infectieziektenhoogleraar: ‘Ik maak me zorgen over loslaten maatregelen’
Ze hield zich al jaren bezig met ziektes die van dier op mens oversprongen, zoals de Q-koorts. Toch werd ook Chantal Bleeker-Rovers overvallen door de coronapandemie. Onlangs werd ze benoemd tot hoogleraar Uitbraken van infectieziekten aan het Radboudumc. ‘Het ziekenhuis is een laatste vangnet tijdens een pandemie.’
Haar onderzoek werd letterlijk ingehaald door de coronapandemie. Eind 2019 vroeg Chantal Bleeker-Rovers een Europese onderzoekssubsidie aan waarin ze wilde onderzoeken hoe Europese landen meer samen kunnen werken mocht er ooit een pandemie uitbreken. ‘Een van de eerste stappen zou het ontwikkelen van een dashboard zijn waarin je data van verschillenden landen met elkaar kon vergelijken’, zegt Bleeker-Rovers. ‘Nou, toen we de beurs kregen, najaar 2020, konden we die eerste stappen meteen overslaan. Die waren door corona al gezet.’
Geiten
Bleeker-Rovers (1971) is sinds dit voorjaar hoogleraar Uitbraken van infectieziekten aan het Radboudumc. Hoe kun je zulke uitbraken voorkomen, is een van haar belangrijkste onderzoeksvragen, en wat kun je doen als een pandemie zich voordoet, zoals nu. Haar focus lag de afgelopen jaren daarbij vooral op de Q-koorts, de ziekte die van geiten naar mensen over kan springen en die tussen 2007 en 2011 duizenden mensen trof.
Nu is het echter al anderhalf jaar alleen maar corona dat de klok slaat in haar werk. Niet alleen wetenschappelijk, maar ook op zorgvlak. Ze is een van de voorzitters van het Crisis Beleidsteam binnen het Radboudumc en daarnaast ook betrokken bij de organisatie van de (corona)zorg en vaccinaties in het ziekenhuis.
Wat heeft u het meest geleerd tijdens de afgelopen anderhalf jaar?
‘Dat we meer kunnen dan we denken. We hadden zóveel extra ic- en verpleegbedden nodig, zeker tijdens de eerste golf, en desondanks is de zorg naar omstandigheden patiëntvriendelijk gebleven. Dat vond ik een bijzondere prestatie, waar iedereen met trots op terugkijkt. Het heeft de saamhorigheid onder de zorgmedewerkers vergroot.’
‘Desondanks had ik liever gehad dat het niet nodig was om het aantal bedden op te schalen. Het ziekenhuis is een laatste vangnet tijdens een pandemie. Daarna is er niets meer. Liefst wil je dat de dijken daarvóór niet doorbreken. Die dijken zijn het testen en bron-en contactonderzoek (BCO, red.), daarmee houd je zicht op het virus. Gaat dat goed, dan heb je maatregelen als lockdowns niet nodig. Maar helaas hebben we uitgebreid BCO al snel moeten loslaten.’
Hoe komt dat? Experts waarschuwen al twintig jaar voor een grote pandemie. Waren we slecht voorbereid?
‘We hadden snel door dat het virus ook Nederland zou bereiken, maar niet dat de impact zo allesoverheersend zou zijn. Dat het contactonderzoek al snel stopte, kwam doordat er een enorme ondercapaciteit was bij de GGD’s. We hebben nu wel geleerd dat die echt veel groter moet zijn, al dan niet op flexibele basis.’
‘Daarnaast heb ik me nu pas gerealiseerd hoe zeer we afhankelijk zijn van China voor medische materialen. Persoonlijke beschermingsmiddelen zoals mondmaskers, maar ook reagentia voor PCR-tests, haalden we voornamelijk uit dat land. Nu weten we hoe kwetsbaar we ons daarmee maakten.’
Bent u het als infectioloog altijd eens geweest met het coronabeleid van de overheid?
‘Over het algemeen vind ik dat de maatregelen weloverwogen en doordacht waren, met de kennis die er op dat moment was. Het systeem in Nederland kent ook een breed draagvlak onder experts: het RIVM als centraal kenniscentrum, met daarnaast veel GGD’s. Natuurlijk zijn er wel wat verschillen tussen landen. Duitsland is bijvoorbeeld iets strenger, maar op veel plekken waren de regels redelijk vergelijkbaar.’
‘Ik begreep niet dat scholen nog zo lang openbleven’
‘Dat wil niet zeggen dat het niet anders had gekund. Als ik het voor het zeggen had gehad, had ik misschien soms een andere keuze gemaakt. Ik begreep bijvoorbeeld niet dat scholen in het najaar nog zo lang openbleven. We zagen in de zomer al dat jongeren, vooral 15-plussers, het virus overdroegen aan oudere leeftijdsgroepen. Maar goed, ik kijk natuurlijk vooral naar de medische kant. De overheid moet uiteindelijk ook andere aspecten mee laten wegen, zoals economische en sociale gevolgen.’
En de mondkapjesdiscussie?
‘De discussie daarover binnen het OMT duurde te lang, vond ik. Dat leidde tot minder draagvlak toen ze uiteindelijk toch ingevoerd werden. Laten we zoveel mogelijk de WHO volgen, die mondkapjes nog altijd aanraadt. Ik ben blij dat in het Radboudumc nog steeds mondkapjes gedragen worden, hier zijn immers veel kwetsbare mensen.’
Inmiddels laat de regering razendsnel de coronamaatregelen los. Hoe kijkt u daarnaar?
‘Daar maak ik me wel zorgen over. We hebben nu feitelijk alleen de basismaatregelen nog: afstand houden, thuisblijven bij klachten en testen in combinatie met bron- en contactonderzoek. Bovendien wordt er nu alweer gesproken over het mogelijk afschalen van de BCO-capaciteit. En dat allemaal terwijl de deltavariant van het virus (die een stuk besmettelijker is, red.) in opkomst is, en mensen ook weer meer gaan reizen.’
‘Ook voor jongeren is het belangrijk om zich te laten vaccineren’
‘Natuurlijk zitten we wel in een andere fase in de pandemie, omdat er nu gevaccineerd wordt. Dat heeft vooral veel invloed op het aantal ziekenhuisopnames, met name van ouderen. Toch is het ook voor jongeren belangrijk om zich te laten vaccineren. Zij lopen namelijk kans om na een infectie long covid te krijgen, en nog heel lang klachten te houden. Dat zagen we met Q-koorts ook.’
In hoeverre is Q-koorts vergelijkbaar met corona? Dat is ook een verwekker die van dier op mens oversprong, in ons eigen land nota bene.
‘Hét grote verschil is dat Q-koorts niet van mens op mens overdraagbaar is, maar alleen van geiten op mensen. Maar verder zijn er veel overeenkomsten. Veel uitbraken van infectieziekten vinden hun oorsprong in dieren, en dan vooral op plekken waar veel dieren én mensen dicht op elkaar zitten. Zoals in Oost-Azië, maar ook hier in Nederland dus. Ik denk dat uitbraken als deze laten zien dat we een kritisch punt bereikt hebben van hoe dicht mens en dier soms op elkaar leven. Je ziet bijvoorbeeld ook dat mensen rond geitenhouderijen vaker luchtweginfecties hebben.’
Moeten we stoppen met intensieve veehouderij, om infectieziektes te voorkomen?
‘Helemaal stoppen gaat te ver. We weten namelijk niet precies hoe het een tot het ander leidt. Maar het is wel onlogisch om veehouderijen uit te breiden, zoals tot voor kort nog kon met geitenhouderijen. Je moet het probleem niet nog groter maken. Een eenvoudige oplossing is er niet, alle makkelijke dingen zijn inmiddels al gedaan, zoals luchtfilters plaatsen in stallen. Vergeet niet dat veehouders ook niet zitten te wachten op uitbraken van infectieziekten, en buurtgenoten die daardoor mogelijk ook ziek worden.’
‘Waar volgens mij in ieder geval nog winst te behalen valt is in de samenwerking tussen artsen en veeartsen. Dat zijn lang gescheiden werelden geweest. Veeartsen hebben goed zicht op zieke dieren, maar weten vaak niet of ook mensen vervolgens ziek worden. Gelukkig gaat die samenwerking langzaam beter. Ik hoop dat, nu het op coronavlak weer wat rustiger wordt, ik eindelijk weer tijd krijg om me daarmee bezig te houden.’
ik ben het zat schreef op 6 juli 2021 om 14:26
dit horen we echt altijd
André schreef op 8 juli 2021 om 10:51
Quote: “Dat is ook [zoals SARS-CoV-2] een verwekker die van dier op mens oversprong, […].”
Zover ik weet is daar geen bewijs voor. Interessant in deze vind ik [1] waarin de reactie van wetenschappers op de ‘lab-leak’ theorie wordt geanalyseerd.
Sterker zelfs, ik vraag me af waarom de ‘lab-leak’ theorie actief blijkt (volgens mij voldoende bewezen [2], met een rolletje voor Professor Koopmans bij minuut 10) te zijn afgedaan als complottheorie. (‘The greater the truth, the greater the libel.’ ?)
[1] https://www.youtube.com/watch?v=uZUJhKUbd0k
[2] https://www.youtube.com/watch?v=DNxoVFZwMYw