[ingezonden] ‘Een tweede beoordelaar kan alleen functioneren waar de begeleiding faalt’
Laat de scriptiebeoordeling niet afhangen van het eindproduct, maar beoordeel de student op het proces dat hij of zij voor het eindproduct heeft afgelegd, vindt Joep Bos-Coenraad.
Naast een tweede beoordelaar gaat binnenkort ook de examencommissie zich buigen over de beoordeling van scripties. Dat is althans één van de plannen van Theo Engelen bij ACW-scripties die een 6.5 of lager scoren, of waarbij de beoordelingen van eerste en tweede begeleider meer dan een punt uit elkaar liggen.
Natuurlijk zijn beoordelingen van theses geen exacte wetenschap, die je met een objectieve nakijk-matrix zonder subjectieve invloeden kunt beoefenen. Maar schuilt de kwaliteit van onderwijs daadwerkelijk in het eindcijfer dat ter controle door een ander kan worden bepaald?
Ik geloof er niets van.
De nauwkeurigheid waar we ons zorgen over moeten maken – niet omdat we er in falen maar uit zorgvuldigheid – is die van het proces tot het eindcijfer. Niet van het schrijven leert de student het meest, maar van de discussies en het verbeteren.
Het schrijven van een document als een scriptie is een vak apart, en het gros van de studenten heeft dit maximaal één keer eerder gedaan. De meeste eerste hoofdstukken van theses die ik als begeleider onder ogen krijg zijn van zorgwekkende kwaliteit. Dat is jammer, want het instapniveau had best iets hoger mogen (of behoren te?) zijn. Het optimisme groeit gelukkig wanneer we zien hoeveel begeleiding kan bijdragen aan dit initieel erbarmelijke niveau.
Door met de student te discussiëren en het werk tussentijds uitgebreid te becommentariëren, ontwikkelt de thesis zich via een iteratief proces. De kwaliteit van de begeleiding is onmiskenbaar verbonden met het eindresultaat – dat doet niets af aan de nog veel grotere invloed van de student zelf.
Enkel nakijken is geen begeleiden, en zo is een tweede beoordelaar eigenlijk alleen in staat tot het zorgvuldig beoordelen van een thesis wanneer de directe begeleider heeft gefaald. In alle andere gevallen is het eindproduct een product van student en begeleider(s). Zonder zicht op de totstandkoming kan een beoordeling best een punt tot anderhalf hoger of lager uitvallen, zonder dat er sprake hoeft te zijn van wantoestanden.
Daarbij is het zorgvuldig nakijken van een thesis enorm intensief werk. Verwachten dat een tweede beoordelaar een verslag net zo zorgvuldig zal doorspitten als de eerste – een verwachting die her en der ook aan mijn faculteit heerst – is naïef. Deze extra tijd kan de tweede begeleider met veel meer resultaat aan het begeleiden van zijn eigen studenten besteden. Hoe verder de papieren werkelijkheid afwijkt van de redelijkheid, hoe meer je erop kunt vertrouwen dat zaken onvoldoende serieus genomen worden.
Moeten we studenten dan helemaal overlaten aan de grillen van één enkele examinator? Nee, de controle van een tweede beoordelaar is zeker belangrijk voor de zorgvuldigheid.
Een begeleider zal zijn beoordeling altijd willen toelichten aan de student. Als de belangrijkste argumenten uiteen gezet worden in een document dat wordt meegestuurd naar de tweede beoordelaar, kan deze veel beter evalueren of de begeleiding en beoordeling zorgvuldig hebben plaatsgevonden. Eventueel tussentijds commentaar aan de student kan desgewenst worden toegevoegd. Aan de tweede begeleider zou vervolgens moeten worden gevraagd aan de hand van deze toelichting en het eindproduct toe te zien op de beoordeling. Dat deze slechts steekproefsgewijs hoofdstukken zal controleren moeten we in alle redelijkheid op de koop toe
nemen.
Een eerste beoordelaar zal zich op zijn beurt ontvankelijk moeten opstellen voor kritiek van de tweede beoordelaar; het bijstellen van een eindbeoordeling zou niet ongewoon moeten zijn. In alle gevallen moet een student bij een derde orgaan bezwaar kunnen maken wanneer hij willekeur of andere zorgwekkende onzorgvuldigheden aantreft.
Joep werkt sinds enkele jaren als onderzoeker en begeleider van studenten aan de Nijmeegse bètafaculteit waar hij eerder zelf studeerde. Ondanks dat hem enige terughoudendheid past te oordelen over de werkwijze elders, is hij sceptisch over de papieren werkelijkheid die niet alleen de geesteswetenschappers misleidt.
Een tweede beoordelaar kan alleen functioneren waar de begeleiding faalt | Vrij-Zinnig.nl schreef op 25 juni 2014 om 15:14
[…] Deze tekst verscheen tevens op Voxweb […]
Edwin van Meerkerk schreef op 25 juni 2014 om 16:07
Deze bijdrage gaat helaas voorbij aan de al vele jaren staande praktijk van formatief toetsen zoals die niet alleen bij ACW, maar ook bij vrijwel alle andere letterenopleidingen de praktijk is. In tegenstelling tot summatief toetsen, dat zich uitsluitend richt op het eindproduct, richt formatief toetsen zich op het proces. Al in de jaren 1990 voerde de Faculteit der Letteren dit, onder de paraplu van studentgericht onderwijs, in. De suggestie, door het NVAO-persbericht gewekt, dat dat niet de praktijk zou zijn, is volstrek bezijden de waarheid.
Het probleem dat zich nu voordoet, is dat een externe commissie, voor de overgrote meerderheid bestaande uit mensen uit een ander vakgebied dan dat van de beoordeelde opleidingen (zoals de reactie van de gezamenlijke decanen onder leiding van Theo Engelen ook al benadrukte), ‘summatief’ heeft gekeken naar deze ‘formatief’ getoetste werkstukken en toen in enkele gevallen tot een afwijkend oordeel is gekomen. In het geval van ACW heeft de herbeoordeling van de werkstukken voor geen enkele student geleid tot intrekking van het diploma.
Overigens is heeft door de opleiding in gang gezette extra beoordeling (dus een derde toetsing) inmiddels, zoals bij alle andere ‘afgekeurde’ opleidingen, geresulteerd in accreditatie van de opleiding. Het echte nieuws is dus dat alle in het persbericht genoemde opleidingen zijn goedgekeurd– zij het dan na indiening van een verbeterplan.
Peter Klaren schreef op 25 juni 2014 om 22:08
Goed punt van Joep: de tweede beoordelaar beoordeelt scriptie én eerste oordeel.
Ook: haal de gewicht en de beladenheid van De Scriptie (hoofdletter D, hoofdletter S) door studenten meer dan één werkstuk te laten schrijven. Het gaat immers om het proces van het afleiden en formuleren van een vraagstelling en die, na (literatuur)onderzoek, met enige mate van autoriteit te beantwoorden. Dat kun je beter meer dan één keer oefenen. Daarbij krijgt een student de mogelijkheid om het geleerde bij een tweede scriptie in de praktijk te brengen (met wellicht een kritischer beoordeling door de begeleider).
(Studenten Biowetenschappen die de research-variant van de masteropleiding volgen lopen twee afdelingstages waaruit twee onderzoeksverslagen en twee scripties volgen. Plenty oefening.)
[ingezonden] | Vox magazine schreef op 1 juli 2014 om 12:19
[…] week betoogde Joep Bos-Coenraad op Voxweb dat het proces van het schrijven van de masterthesis veel leerzamer en relevanter is voor de student […]
Souraja Häsman schreef op 15 september 2021 om 11:40
Het is inderdaad een interessant punt dat Joep opwerpt. Dat er iets mis is met het onderwijs rondom scripties is al jaren evident. Dit is vooral terug te zien in de particuliere markt die scriptiebegeleiding en het nakijken van scripties op zich begint te nemen tegen betaling, zoals https://www.scriptium.nl/. Blijkbaar is daar toch veel behoefte aan vanuit studenten. Dit zegt indirect dus ook dat de begeleiding en sturing die zij via de onderwijsinstelling ontvangen niet langer toereikend is. Ik zie er wel heil in om studenten te beoordelen op het proces, en in mindere mate een diploma te laten afhangen van het eindproduct. Natuurlijk is het eindproduct altijd een weerspiegeling van het proces, maar ik ken ook gevallen waarin een ijzersterk onderzoeksproces toch wordt beoordeeld met een onvoldoende vanwege slordige begeleiding of alsmaar veranderende feedback. Gelukkig zijn er hier en daar opleidingen die het proces van de scriptie beginnen te herzien en andere keuzes gaan maken. Zo is de bachelor Nederlandse Taal & Cultuur jaren geleden al gestart met scriptieworkshops in groepjes waarbij de student strak en volledig begeleid wordt.
De scriptie wordt helaas iets te veel heilig verklaard. Dit zie je ook terug in het hbo waar de scriptie steeds meer een vereiste wordt voor alle opleidingen, ook de opleidingen met een sterk praktische insteek. Misschien stof tot nadenken en tijd om terug te gaan naar de kern van onderwijs.