[Ingezonden] Schaf aanwezigheidsplicht af
De problemen in het onderwijs (of uitdagingen, voor de optimisten onder ons) zijn inmiddels door wetenschappers, studenten en beleidsmakers vaak genoeg genoemd. Nu is het tijd voor actie, stelt filosofiestudent en voormalig AKKU- en LSVb-bestuurder Karlijn Ligtenberg. Schaf die aanwezigheidsplicht bijvoorbeeld af.
De essays over de staat van het hoger onderwijs zijn niet aan te slepen. Vaak gaat het over onderzoek, zoals in het manifest Science in Transition of tijdens de actieavond ‘De Staat van de Universiteit’ dit voorjaar in Nijmegen. Gehekeld worden de kwaliteit van de publicaties, het tanend vertrouwen in de wetenschap en ‘de economisering van de universitaire sector’. Terechte kritiek op het onderwijs vinden we terug onder de noemer ‘koekjesfabriek’, met dank aan actievoerende studenten van de Vrije Universiteit in Amsterdam dit voorjaar: studenten worden door hun studie gejaagd, geplaagd door bindende studieadviezen, verplichte contacturen en een gebrek aan motivatie.
De toon is gezet en die is niet rooskleurig. Zeg maar: pessimistisch. Is dat klagen ook functioneel? Filosoof en voormalig Denker des Vaderlands René Gude noemt pessimisme ‘een strategie om de wereld te verbeteren’. Pessimisten zijn heel constructieve figuren die denken dat als zij alles voortdurend afzeiken, er bij anderen waarschuwingsbelletjes gaan rinkelen, vertelde hij onlangs aan tafel bij DWDD. Het advies van Gude: “Je moet depressionist zijn: je moet het beest recht in de bek kijken. Als het klote is, is het klote. Vervolgens moet je je eigenlijk laten verrassen door het leven.”
Snuffelen
Het beest hebben we inmiddels uitgebreid recht in de bek gekeken. Nu is het tijd voor de verrassingen. Moeten studenten zo vroeg beginnen met studeren als zij nu doen? Voor zeventien- en achttienjarigen is het vanzelfsprekend om direct naar de hogeschool of universiteit te gaan. De Nijmeegse rechtenstudent Wouter Exterkate bepleitte bij een onderwijscongres vorig jaar (de OnderwijsOrakels) een snuffeljaar waarin scholieren die nog met de handen in het haar zitten over hun studiekeuze, zich kunnen oriënteren. Je zou bijvoorbeeld vakken van verschillende disciplines kunnen uitproberen. Beter dan een dagje proefstuderen terwijl je als leerling nog verstrikt zit in de schoolexamens, en een goed fundament voor je toekomst.
Nog een vraag: wordt de student zodra die zijn of haar plekje op hogeschool of universiteit heeft gevonden, wel serieus genomen en gestimuleerd om na te denken over het onderwijs? Waarom precies dit vak? Waarom op deze plek in het curriculum? Wat komen we eigenlijk doen als we naar college of een werkgroep gaan? Voor die vragen is weinig ruimte, het hele pad is immers al uitgestippeld: dít is het curriculum, dán heb je verplicht college, dán studeer je af.
Zelf bepalen
Wat kunnen we doen om te zorgen dat studenten zelf over dit soort vragen na kunnen denken? Schaf om te beginnen de aanwezigheidsplicht af. Helemaal. Dat is een eerste stap om studenten verantwoordelijkheid terug te geven. Tijdens een discussiemiddag dit voorjaar op de faculteit FTR formuleerde studente Alice Wocher het puntig: “Als je niet gemotiveerd bent, moet je niet naar college gaan. Je kunt zelf de gevolgen van je afwezigheid wel voorspellen.” Studenten moeten zichzelf afvragen wat voor hen de waarde is van een college.
Een ander heet hangijzer is het hoorcollege: is dat nog nodig of wordt het door de opkomst van digitale middelen misschien overbodig? Ik volgde zelf eens een inleidend vak over ethiek. Ter voorbereiding op het college moesten alle studenten een opname van een hoorcollege beluisteren. In het college bleef daardoor alle tijd over om op de stof in te gaan, wat in dit geval betekende dat de docent ons door ingewikkelde teksten kon slepen, in plaats van ons te vertellen over deze teksten.
Hoe zou het zijn als soortgelijke colleges (ik bedoel uitdrukkelijk niet werkcolleges) online beschikbaar worden gesteld, bijvoorbeeld vergezeld van een assignment waarin studenten vragen indienen over de beluisterde stof? De docent houdt tijd over om de stof te verdiepen en krijgt zicht op de vragen die studenten willen stellen.
Motivatie
Kunnen we nog meer actie ondernemen? Een tactiek om de wereld te verbeteren kan een eenvoudige zijn, door mee te gaan in de drijfveer zoals Titia Meijer die tentoonspreidt in haar onderwijs. Zij is psycholoog en gespecialiseerd in ‘motivatie’, met als stelregel voor haar docentschap: ‘practice what you preach’. Haar leefregel baseert ze op een onderwijskundig model dat zijn waarde dubbel en dwars heeft bewezen en op drie pijlers berust: geef studenten maximale autonomie, stimuleer de competentie en houd oog voor de relatie met de student. Gebrek aan motivatie bestaat eigenlijk niet, en waar die optreedt, is in veel gevallen de relatie niet in orde. Begin eens een collegecyclus met de studenten te vragen wat ze eigenlijk willen leren, is een van haar lessen. Ik bedoel maar, zo gemakkelijk kan het zijn: we kunnen daar morgenvroeg mee beginnen. / Karlijn Ligtenberg
Dit essay staat ook in Vox 3, die gisteren verscheen