[Ingezonden] Vrijheid van meningsuiting is een doorgeschoten vorm van narcisme

19 jan 2015

Alom wordt momenteel ons recht op vrijheid van meningsuiting beklemtoond. Theo van Gogh moest moslims geitenneukers mogen noemen en de cartoonisten van Charlie Hebdo moesten Mohammed belachelijk kunnen maken. Maar zulke vrijheid gaat gemakkelijk over de top in een geglobaliseerde wereld, betoogt klinisch psycholoog Jan Dersken.

Illustratie: Roel Venderbosch
Illustratie: Roel Venderbosch


Het is nog maar een handvol eeuwen geleden dat in de westerse wereld wetenschappelijke kennis stevig in de greep van de godsdienst werd gehouden. Het kostte menig wetenschapper die zich niet wenste aan te passen zijn leven, en het gevecht tussen wetenschap en religie heeft eeuwen geduurd. En dit vond plaats in de westerse wereld die kon bogen op de Grieken en de Romeinen, op industriële revolutie, de Renaissance en de verlichting. Pas sinds ongeveer vijftig jaar hebben we ons in het westen bevrijd van religieuze en andere zuilen die eerder noodzakelijk waren als gedragshulpen, die ons psychologisch functioneren moesten ondersteunen.

We konden ons bevrijden van tradities, van gezag, van ideologieën omdat onze kindertijd veel minder traumatisch was dan daarvoor. Door de hygiëne in de kindertijd, door een accent op en een verbeterde gehechtheid van de baby, peuter en kleuter werden de egofuncties versterkt. Sterke opbouw van egofuncties in de vroege kindertijd leidt tot meer autonomie, meer gedragsvrijheid, minder afhankelijkheid van culturele en sociale hulpen bij het psychologisch functioneren. Deze ontwikkeling is nieuw in de westerse wereld en bouwt voort op een eeuwen lange traditie van individualisering die speciaal in het westen – gezien de rijke geschiedenis- vorm kon krijgen. De vrijheid van meningsuiting past in onze cultuur en is iets wat veel mensen (nog lang niet iedereen) in psychologisch opzicht kunnen verdragen en een deel ervan kan dit praktiseren.

Reddingsvest
Grote delen van de niet-westerse wereld en migranten daar vandaan verkeren in een geheel andere psychosociale conditie. De vroege kindertijd wordt daar nog door veel trauma’s, door veel blootstelling aan geweld en door veel verwaarlozing gekenmerkt. Om tot een psychologisch evenwicht te komen zijn zuilen, ideologieën en dus ook religies noodzakelijk, het gedrag moet van daaruit sturing krijgen. Indien deze culturele hulpen ontbreken blijft er op individueel niveau in psychologisch opzicht niet veel meer over dan angst en chaos.

Voor deze mensen is een religie dus een reddingsvest, zij blijven alleen drijven met behulp van dit vest. Indien dit vest wordt lek geprikt door een cartoon, artikel of andere in onze ogen rake uitspraak, raakt het psychologisch evenwicht onmiddellijk verstoord. Voor velen is dit een steek in hun hart, midden in hun psychologische essentie. De grote groep mensen lijdt hieronder in stilte, trekt zich terug en likt de wonden doorgaans in familiaal verband.

In stilte
Echter, in deze groep bevinden zich altijd adolescenten die zich vervelen en zoals overal ter wereld (vooral in arme landen) naar de wapenen grijpen. Zij voelen zich gesteund door en vertegenwoordigen iets wat in de brede massa in stilte leeft. Hoe meer wij op de trom van de vrijheid slaan en daarnaar leven, hoe vaker we te maken krijgen met dit type aanslagen. Onze vrijheid van meningsuiting is – in psychologisch opzicht – een doorgeschoten vorm van narcisme, gekenmerkt door een gebrekkige empathie voor die groeperingen die in psychologisch opzicht niet onze stressbestendigheid hebben. In een wereld waarin we communicatief allemaal met elkaar verbonden zijn, kunnen we niets anders doen dan rekening houden met diepliggende kwetsbaarheden van grote groepen die deze aarde ook bevolken.

Jan Derksen is klinisch psycholoog aan de Radboud Universiteit. Dit artikel verscheen eerder op Sociale Vraagstukken.nl

5 reacties

  1. Victoria schreef op 19 januari 2015 om 12:17

    Ik vind het een geweldig artikel. Daar ligt inderdaad het probleem. Wat voegen deze cartonen toe? Het kan alleen maar mensen of groeperingen kwetsen. De Westerse cultuur had toch beter moeten weten dat dit alleen frustratie en geweld oproept. Meningsvrijheid is belangrijk, maar het gaat te veer als het ten koste gaat van de mensheid en de kwetsbaarheid van de mens.

    • Thomas schreef op 19 januari 2015 om 14:17

      Vrijheid van Meningsuiting gaat juist zo ver als mogelijk is, totdat je de vrijheid van anderen inperkt. Zodra je hier grenzen aan gaat stellen, zoals het kwetsen van bepaalde groeperingen, is het geen volledige vrijheid meer. Ik ben het eens met dit stuk in die zin dat het uitlegt waarom juist de Islam dit kenmerk heeft. Waarom zien wij zelden christelijke terroristen? De enigen die je daartoe kunt rekenen zijn afscheidingsbewegingen als ETA of de conflicten in Noord-Ierland, maar deze hadden vaak volledig of deels een andere achtergrond. Dhr. Derksen geeft goed aan waarom dit zo is.
      Dat gezegd hebbende betekent dat niet dat wij ons aan zouden moeten passen in onze (vrijheid van) meningsuiting, enkel omdat groepen uit andere delen van de wereld hier niet mee om kunnen gaan. Als je zo nodig naar Nederland (of het Westen in zijn algemeenheid) wil komen, dan hoor je dit te accepteren. Kun je dat niet, dan ben je ook niet welkom.
      Het is acceptabel om rekening te houden met lokale, regionale en nationale tradities en cultuur wanneer je daar bent. Ik vind het dus ook niet raar om je in je meningsuiting te beperken als je daar bent, maar zodra je voet zet aan Nederlandse grond, moet je kunnen zeggen wat je wil. Ongelimiteerd, nogmaals totdat je de vrijheid van anderen beperkt. De cartoons van Charlie Hebdo waren hard, maar beperkten niemand in zijn doen of laten. En juist daarom zijn ze een toonbeeld van onze Vrijheid van Meningsuiting.

  2. Alex de Boer schreef op 19 januari 2015 om 12:44

    De Heer Derksen lijdt zelf ook het slachtoffer te zijn van doorgeslagen narcisme. Wat een zelfingenomen stuk doordrenkt van superioriteitsgevoelens. Een dergelijke uitspraak als: Zij voelen zich gesteund door en vertegenwoordigen iets wat in de brede massa in stilte leeft. Vind ik zeer kwalijk. Dit soort uitspraken zijn veroordelend en generaliserend en zullen alleen maar leiden tot meer verdeling in de samenleving.

  3. David N. Jansen schreef op 2 februari 2015 om 14:19

    Dank u wel voor dit stuk, dat laat zien dat mensenrechten soms helemaal niet zo universeel zijn als we denken, maar zijn ontstaan in een bepaalde historische context en alleen in die context een beroep hierop mogelijk en zinvol is. (Voor de duidelijkheid: ik wil daarmee niet zeggen dat we niet moeten proberen ook anderen van mensenrechten te laten genieten.)

    Maar is het tegenwoordig wel zoveel beter dan vroeger? Twee opmerkingen hierover.

    1. De meeste ouders zijn geen psychologen en baseren hun opvoedstijl niet op de huidige consensus onder wetenschappers. Zij horen wellicht toevallig het een en ander over opvoeden, maar kunnen niet beoordelen of dat de mening van een outsider is of van een coryfee; of het resultaat is van recent, methodologisch correct onderzoek of van een vijftig jaar geleden, slecht opgezette studie. (Het wordt verteld dat spinazie helemaal niet zoveel ijzer bevat als eerder in „wetenschappelijk” onderzoek geclaimd – toch hebben twee of drie generaties van ouders hun kinderen van die vieze ingeblikte spinazieprut laten eten omdat het zogenaamd gezond was.)

    2. Gewelddadige en pornografische films zijn tegenwoordig erg makkelijk beschikbaar. Het mag dan wel zo zijn dat kinderen minder worden blootgesteld aan bepaalde trauma’s, maar daarvoor zijn andere invloeden in de plaats gekomen die niet minder ongezond zijn. En is onze huidige nadruk op het individu, op zelfstandigheid tot het narcistische af, wel gezond? Wie zegt dat niet over vijftig jaar een psycholoog zal schrijven dat zijn maatschappij gelukkig niet zo is als die van 2015? We kunnen uiteraard niet anders dan vandaag strijden voor de ideeën die we vandaag goed en belangrijk vinden, maar iets meer bescheidenheid is gepast.

    En helaas maakt dhr. Derksen het iets te bont in zijn inleiding. Er is geen eeuwenoud conflict tussen godsdienst en wetenschap; dat idee is een 19e-eeuwse reconstructie. Welbeschouwd is het niet mogelijk de relatie tussen geloof en wetenschap in een groot verhaal samen te vatten; er waren wel perioden van conflict, harmonie en onafhankelijkheid, maar deze kunnen het beste begrepen worden vanuit de concrete historische context. [Flipse, Ab: Hoe God verdween uit het natuuronderzoek. Historische perspectieven op de relatie geloof–natuurwetenschap. Radix: tijdschrift over geloof en wetenschap, 34(2)2008, 74–88.]

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!