Het zondag afgesloten eerste wetenschapsfilmfestival in Nijmegen heeft met 6.000 bezoeken de eigen verwachtingen ruimschoots overtroffen.

“Interessante combinatie van film en wetenschap”, en: “Door het zien van de films heb ik nieuwe werelden ontdekt.” Aldus een paar reacties uit de publieksenquête van InScience, het zondag afgesloten wetenschapsfilmfestival in Lux en de Mariënburgkapel. De universiteit is een van de ‘founding partners’ van het festival.

Festivaldirecteur Johan van de Woestijne kan de positieve reacties alleen maar beamen. ‘Een succes waarvan we niet hadden kunnen dromen.’ Hij wijst op de vooraf verwachte 2.500 bezoeken, een raming die ruimschoots is overtroffen: het festival is bezocht door 800 scholieren en 1.300 mensen hebben een expositie bekeken. Samen met 3.900 bezette bioscoopstoelen brengt dit het totaal aantal bezoeken op 6.000. Omdat festivalbezoekers vaak meerdere films aflopen, is het daadwerkelijk aantal bezoekers lager dan 6.000.

Rijk en vol programma
De stilte voorafgaand aan het festival beloofde aanvankelijk weinig goeds. Van de Woestijne: ‘We hadden een heel rijk en vol programma en een goed verzorgde uitstraling, maar de grote onbekende bleef natuurlijk het publiek.’ De reuring die uiteindelijk tot stand kwam, geeft vertrouwen voor de toekomst: in 2016 volgt een tweede editie. Als verbeterpunt noemt de directeur de weinig gebruiksvriendelijke website.

Van de Woestijne bepleit voor de toekomst een sterkere samenhang tussen InScience en twee andere festivals in de stad, Go Short (korte films) en Music Meeting (wereldmuziek). Het idee: door betere samenwerking elkaar versterken, zoals gezamenlijke huisvesting en een gedeelde staf. Nu moet ieder voor zich een tijdelijk apparaat opbouwen, terwijl een gedeelde staf de basis onder alle clubs zou kunnen versterken. ‘Zo creëer je banen en kun je het talent in Nijmegen houden.’ / Paul van den Broek