Instituut Marokko gered, ondanks Nijmegen
De Radboud Universiteit zag er geen heil in en sloot deze zomer de deuren van het Marokko Instituut in Rabat. Op 1 januari gaan diezelfde deuren weer open, met geld uit Den Haag en dan onder hoede van de Leiden Universiteit. ‘Jammer dat het zo gelopen is.’
De ondergang van het Marokko instituut NIMAR begon twee jaar geleden nadat Den Haag niet langer bereid was deze voorpost van de Nederlandse universiteiten in de Arabische wereld overeind te houden. Vanochtend werd wereldkundig dat onderwijsminister Bussemaker er tóch brood in ziet: NIMAR krijgt 2,5 miljoen euro (voor vier jaar) voor de bemiddeling van onderwijs en onderzoek tussen Marokko en de Nederlandse universiteiten. Leiden Universiteit wordt de baas. De rol van de Radboud Universiteit, in 2006 initiatiefnemer van het instituut en jarenlang beheerder, is uitgespeeld.
Radboud-arabist Jan Hoogland, tot de sluiting deze zomer directeur van het NIMAR, kijkt met gemengde gevoelens terug op de afgelopen twee jaar. ‘Het is heel goed nieuws dat het instituut nu blijft voortbestaan, maar ook erg jammer dat we een instituut moesten sluiten dat naar nu blijkt toch levensvatbaar is.’ Hoogland zelf heeft de afgelopen jaren onvermoeibaar voor het voortbestaan gelobbyd. Met succes dus, al heeft de Radboud Universiteit een veer moeten laten, constateert hij. ‘Nu we er geen leiding meer aan geven, boeten we in op de internationale uitstraling. Jammer dat het zo is gelopen.’
Geen helpende hand
Wrang voor de NIMAR-lobby was twee jaar lang de weigering van het Nijmeegs universiteitsbestuur om een reddende hand uit te steken. ‘Je kunt je niet tegen elke bezuiniging keren’, reageerde collegevoorzitter Gerard Meijer op de toenmalige bezuinigingsbrief van de minister. Dat juist de universiteit die het instituut oprichtte zo lauw reageerde op de dreigende sluiting, wekte de verbazing van Hoogland en vele pleitbezorgers, temeer daar NIMAR nog de enige post was van de Nederlandse instellingen in de Arabische wereld. Het instituut in Cairo is om veiligheidsredenen tijdelijk gesloten geweest, dat in Damascus definitief.
‘Met de kennis die het NIMAR in huis heeft over de Arabische taal en cultuur, kan het instituut een belangrijke rol spelen bij maatschappelijke vraagstukken, waaronder integratie’, zo motiveerde minister Bussemaker vandaag de redding van het instituut. Als voorbeeld noemde zij een bijdrage aan de opleiding van een gematigd islamitisch kader, als tegenwicht aan de radicale geluiden binnen de islam. Het geld komt beschikbaar voor onderwijsuitwisseling en – dat is nieuw – voor eigen onderzoek.
Soepele doorstart
Jan Hoogland kreeg dit voorjaar signalen uit Leiden en het onderwijsministerie dat er toch hoop was voor NIMAR. Het Nijmeegse college van bestuur bleef onvermurwbaar, blikt Hoogland terug op zijn laatste poging de Radboud Universiteit op andere gedachtes te brengen: een soepele doorstart was immers beter – en goedkoper – dan sluiten en heropenen. ‘Maar de universiteit ging gewoon door met de ontslagprocedures voor de zeven medewerkers en de sluiting op 1 juli.’ Over het bedrag dat gemoeid is met deze procedures wil Hoogland niks zeggen, wel dat er sprake was van ‘veel persoonlijk leed’.
NIMAR is een van de Nederlandse Wetenschappelijke Instituten in het Buitenland (NWIB), een koepel onder voorzitterschap van Gerard Meijer. Vandaag mailt hij namens NWIB nog steeds ‘achter de beslissing te staan NIMAR te sluiten’. En vanwege de nieuwe en bredere onderzoeksopdracht van het instituut, ‘ligt het voor de hand deze onder te brengen bij de Universiteit Leiden omdat zij de wetenschappelijke expertise op dit terrein in huis hebben (Arabisch).’ / Paul van den Broek