Eén op de vier internationale wo-bachelorstudenten is sinds 2011 binnen vier jaar zonder diploma uit Nederland vertrokken. Kennelijk voelen ze zich niet op hun plek, concludeert de Inspectie van het Onderwijs.
De Nederlandse universiteiten trekken steeds meer studenten uit het buitenland. Dat heeft voor- en nadelen, meent de Onderwijsinspectie. Internationalisering kan bijdragen aan een goed studieklimaat, maar zet ook de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs onder druk. Bovendien is de huisvesting een probleem.
Daarom is de vraag relevant of die studenten hier op de juiste plek zijn, menen de inspecteurs. Om daar zicht op te krijgen, kijken ze naar het studiesucces van bachelorstudenten sinds 2011. De uitkomst hebben ze in een factsheet samengevat.
Geen verschil
Binnen een jaar blijkt 17 procent van de internationale studenten weer vertrokken. Daarin is geen verschil tussen studenten van binnen en buiten de Europese Economische Ruimte (EER). Misschien kiezen ze een opleiding in een ander land, maar daar zijn geen cijfers over. De inspectie noemt het ‘uitval’.
Wisselen van studie gebeurt ook veel. Van de niet-Europese studenten stapt 21 procent over naar een andere opleiding in Nederland. Onder de Europese internationals is dat 11 procent.
Van de Nederlandse bachelorstudenten stopt slechts zes procent binnen een jaar met studeren. Wel switcht 28 procent van opleiding.
Grofweg een derde van de studenten kiest dus niet meteen de juiste bacheloropleiding, meent de inspectie. Dat geldt iets vaker voor niet-Europese internationals dan voor Europese. Nederlandse studenten zitten daar tussenin.
Ook in latere studiejaren stoppen de internationals vaker dan Nederlandse studenten. Na vier jaar is een kwart zonder bachelordiploma weg uit het Nederlandse hoger onderwijs, tegen negen procent van de Nederlanders.
Daar staat tegenover dat de resterende internationale studenten wel iets vaker hun diploma behalen. Dat is vooral bij Europese internationals het geval, en hun diploma is bovendien vaker van de opleiding waaraan ze begonnen waren.
De inspecteurs kunnen niet zeggen waarom zoveel internationale studenten voortijdig uit Nederland vertrekken: ‘De oorzaken hiervoor kunnen liggen bij de instelling of opleiding, maar het kan net zo goed dat het studeren in het buitenland in algemene zin niet goed bevalt.’
Lezer schreef op 18 oktober 2022 om 09:52
Nu lees ik in de lead dat deze studenten zich niet op hun plek voelen, maar in het artikel lees ik dat het enkel statistieken zijn en dat de inspecteurs niet kunnen zeggen waarom internationals zo snel weer vertrekken. Lijkt me dus voorbarig om te stellen dat ze zich niet op hun plek voelen. Het zou bijvoorbeeld ook aan gebrek aan een kamer kunnen liggen, of een andere situatie die niets te maken heeft met ‘zich niet op hun plek voelen’.
Henning schreef op 18 oktober 2022 om 19:45
Inderdaad wat voorbarig om dit in de inleiding te stellen, puur uit cijfers haal je dit niet. Desalniettemin hoor ik met enige regelmatig van internationale studenten in mijn cursussen geluiden die deze stelling bevestigen.
Dingen die je vaker hoort:
– Nederlandse studenten zouden op de uni weliswaar een “open mind” hebben en goed met internationals samen kunnen werken. Wanneer het om sporten, feesten etc. gaat zouden ze echter liever onder elkaar blijven. (je wordt bv. simpelweg niet uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje of een rondje squash terwijl de Nederlandse medestudent wél wordt gevraagd)
– De omgang met overheidsorganisaties (denk aan GBA inschrijving, administratieve processen op de uni etc.) zou technocratisch zijn. Veel gaat online, maar wanneer je niet de juiste toegang (bv. DigiD) of het juiste formulier hebt, kom je letterlijk niet verder. Vaak zou onduidelijk zijn hoe de verantwoordelijke contactpersoon heet en hoe je die (persoonlijk) kunt bereiken.
– Af en toe hoor ik ook dat de gemiddelde Nederlander een erg zelfbewuste houding t.o.v. zijn/haar eigen land zou communiceren (“bij ons is xyz goed geregeld”, “hier in Nederland zijn we zó tolerant” etc..). In de praktijk lijkt dit soms tegen te vallen…
Student schreef op 19 oktober 2022 om 08:39
Wat op de fnwi opvalt is dat internationale studenten (over het algemeen, maar het verschilt enorm per land) met een beduidend lager niveau wiskunde voorkennis instromen. Er gaan zelfs verhalen dat de opleidingen eenvoudiger (een lager niveau dus) moeten worden omdat de internationale studenten anders niet blijven. En het valt op dat plagiaat veel meer voorkomt bij internationale studenten.
L.J. Lekkerkerk (Hans) schreef op 20 oktober 2022 om 12:17
Nou dacht ik dat de kwaliteit van het WO-onderwijs werd geborgd door NVAO-visitaties.
Uit het bovenstaande blijkt dat dus ook de Inspectie vh Onderwijs zich met WO bemoeit. Dit lijkt me tamelijk overbodig: zou dit wettelijk zo geregeld zijn?
Henning schreef op 20 oktober 2022 om 21:23
De Onderwijsinspectie houdt o.a. toezicht op de kwaliteit van het Nederlandse accreditatiestelsel, zie hier: https://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijssectoren/hoger-onderwijs/toezicht-hoger-onderwijs .
Tim Gulpen schreef op 24 oktober 2022 om 13:34
Dat is zeker het geval. Zie artikel 12a van de wet op het onderwijstoezicht!
https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0013800&hoofdstuk=3&artikel=12a&z=2022-08-01&g=2022-08-01
Het beschreven onderzoek past bij het onderzoeken van ontwikkelingen binnen het Hoger Onderwijs op stelselniveau (art 12a lid 2)
Erwin schreef op 20 oktober 2022 om 12:25
– Af en toe hoor ik ook dat de gemiddelde Nederlander een erg zelfbewuste houding t.o.v. zijn/haar eigen land zou communiceren (“bij ons is xyz goed geregeld”, “hier in Nederland zijn we zó tolerant” etc..). In de praktijk lijkt dit soms tegen te vallen…
Dit herinnert me aan een opmerking in Vrij Nederland, decennia geleden al: “Wij Nederlanders zijn goed in vreemde talen – maar in het buitenland valt het vaak wat tegen…”