De introductie van komend collegejaar duurt geen acht, maar drie dagen. Het programma wordt volledig online gehouden. Wel zijn er ouderwetse mentorgroepjes. ‘Ik ga me er hard voor maken dat de groepjes elkaar ten minste één keer fysiek kunnen ontmoeten’, aldus coördinator Dionne Aldus.

Denk even aan de eerste zondag van de introductie vorig jaar. En van het jaar daarvoor: zo’n vierduizend eerstejaars krioelen over de campus om zich in te schrijven en kennis te maken met hun mentorgroepje. Vervolgens waaieren ze fietsend uit over de stad.

Zo zal het in 2020 níet gaan. In augustus krijgen alle eerstejaars een inlogcode waarmee ze zich kunnen aanmelden op een online intro-platform. Vanachter hun eigen laptop maken ze kennis met de Radboud Universiteit. ‘Omdat we niet weten hoe streng de coronaregels straks zijn, programmeren we alles veiligheidshalve online’, zegt intro-coördinator Dionne Aldus. ‘Het zal niet hetzelfde zijn als fysiek met elkaar optrekken, maar waar het kan proberen we het sociale karakter te behouden.’

Mentorgroepjes

Zo worden studenten net als voorgaande jaren ingedeeld in mentorgroepjes. Op het digitale intro-platform dat momenteel wordt gebouwd – ook andere studentensteden maken gebruik van het programma – kunnen ze elkaar leren kennen. En hopelijk, als de coronamaatregelen het toestaan, mogen ze elkaar ook in het echt zien. Aldus: ‘Ik ga me er hard voor maken dat de groepjes elkaar ten minste één keer fysiek kunnen ontmoeten.’

Het intro-programma duurt dit jaar geen acht dagen, maar drie. Aldus zou het liefst zien dat de eerstejaars elkaar op de openingszondag 23 augustus lijfelijk kunnen treffen. Maar dat is simpeler gezegd dan gedaan. Stel dat zich net zo veel studenten melden als vorig jaar, dan gaat het – inclusief mentoren – om vijfduizend mensen. Om de anderhalve meter afstand te garanderen, moeten alle mentorgroepjes (van maximaal twintig studenten) in tijdslots verdeeld worden over de stad. Sommige clubjes kunnen op de campus blijven, andere zullen een plekje moeten vinden in een (toegewezen) park.

‘Stiekem hoop ik op een herkansing in de herfstvakantie’

Complicerende factor is het openbaar vervoer. ‘Als de reisbeperkingen nog gelden zoals nu, betekent dat dat studenten alleen tussen elf en drie met de trein mogen reizen, of na acht uur ’s avonds.’ In dat geval worden mentoren opgeroepen zich al een dag eerder in Nijmegen te melden, zodat zij niet ook nog een zitplaats in het openbaar vervoer bezet houden.

‘Wat er wel en niet kan qua fysieke ontmoetingen, moeten we met de veiligheidsregio overleggen’, zegt Aldus. Rector Han van Krieken zei eerder tegen Vox dat hij hoopt dat de introgroepjes elkaar elke dag een keer kunnen ontmoeten, maar Aldus vraagt zich af of dat haalbaar is.

Digitaal BOM-men

De organisatie van de introductie maakte in april al bekend dat het intro-festival en de sportdagen dit jaar niet gehouden kunnen worden gezien hun massaliteit. Sporten is wel een onderdeel van het driedaagse online-programma geworden, maar gebeurt online. ‘We willen een half uur BOM-men met iedereen tegelijk. Hopelijk kunnen we dat streamen, dan zie je hoe de anderen van je introgroepje meedoen in hun kamer of tuin.’ In break-out-rooms kunnen studenten daarna zelf kiezen aan welk onderdeel ze mee willen doen: Yoga? Bootcamp? Voor sporten die niet thuis kunnen worden beoefend – denk aan hockey of paaldansen – komt er een demonstratievideo.

Op het online platform komen deelnemers na inloggen automatisch in hun mentorgroepje terecht. Aldus hoopt dat live events studenten stimuleren om daadwerkelijk mee te doen aan de intro. Denk aan een welkomstpraatje van een leuke spreker. Mentorgroepjes kunnen tijdens het kijken met elkaar chatten.

De traditionele openingsmarkt is geprogrammeerd op maandag. Verenigingen presenteren zichzelf met verhalen of video’s en studenten kunnen online door het aanbod ‘zappen’ of vragen stellen. De stadsdag is uit de online intro geschrapt, wel komt er een culturele avond waarop verenigingen zich presenteren en is er ruimte voor studieverenigingen om zelf eigen programma-onderdelen te organiseren. Op de woensdag aansluitend op de intro-driedaagse is hier ook nog tijd voor, zegt Aldus, die wel graag ziet dat de verenigingen hierover met haar overleggen.

Studentenverenigingen

Volgens Aldus is het afwachten hoeveel mentoren zich melden voor de versoberde intro. ‘De vraag is hoe leuk ze het nog vinden op deze manier.’ Ook naar het aantal eerstejaars kan ze alleen maar gissen. Eind juli hoopt ze daar een goed beeld van te hebben en zou ook het programma – deels dus afhankelijk van coronaregels – volledig bekend moeten zijn.

‘Stiekem hoop ik op een herkansing in de herfstvakantie’, zegt Dionne Aldus. ‘Als het dan de goede kant op gaat met corona, zouden we die week een mini-openingsmarkt kunnen doen met elke dag duizend mensen in plaats van vijfduizend tegelijk, en een mini-sportdag. Fingers crossed!’ Studentenverenigingen zouden dan ook kunnen aanhaken. Voor hen gelden de komende maanden ook nog strenge regels, hun sociëteiten moeten nog dicht blijven tot september.

Aldus hoopt dat mentoren en studenten zich de komende intro houden aan de coronabeperkingen en niet alsnog met z’n allen op het terras gaan zitten of op het Waalstrand neerstrijken. ‘Als één introgroepje van vijftien man dat doet, lijkt het niet erg, maar als driehonderd groepjes dat gaan doen…’