De introductie van de Radboud Universiteit gaat op de schop. De weekendkampen worden ingeruild voor een festival, waar alle deelnemers naartoe gaan. Verschillende programma-onderdelen worden verplaatst naar het festival. Zo ook de cantus.

Het mag een traditie worden genoemd: na een week lang feesten, vrienden maken en het leren kennen van de universiteit, gaan introductiedeelnemers op weekendkamp. Correctie: gingen, want de kampen verdwijnen. Ze worden ingewisseld voor een groot festival, waar alle eerstejaars en mentoren samenkomen om de introductie af te sluiten.

Dat bevestigt Rob Vaessen, manager van de afdeling Student Life. Het plan heeft inmiddels de goedkeuring van het college van bestuur. Volgens Vaessen zijn er verschillende redenen voor de verandering. De belangrijkste: de introductie moet voor iedereen leuk zijn. Vaessen: ‘Met een festival kunnen we beter inspelen op de behoeften van de steeds diverser wordende studentengroep.’

Internationalisering

Hij doelt daarmee onder meer op de internationalisering van de universiteit. Ook niet-Nederlandse studenten moeten zich op hun plek voelen tijdens de nog veelal Nederlandstalige introductie. Een andere groep die weleens buiten de boot valt: de zeventienjarigen. Zij mogen niet drinken, wat minder leuk kan zijn tijdens het ‘zangfestijn’ de Campuscantus.

Die cantus verdwijnt van het universiteitsterrein en verhuist naar het festival. Vaessen ziet een festival voor zich met een blokkenschema, waar meerdere activiteiten tegelijkertijd plaatsvinden. ‘Als studenten liever een potje gaan schaken of een toneelvoorstelling willen bijwonen, kan dat.’ De verhuizing van de cantus heeft volgens Vaessen niets te maken met kritiek op het drankgebruik tijdens het evenement.

Naast de cantus verhuizen ook het Cultuurfeest en het eindfeest naar het weekend. De studentenorganisaties die deze drie evenementen organiseren (de koepel van gezelligheidsverenigingen BOS, cultuurkoepel CHECK en de koepel van internationale verenigingen – ISON) worden betrokken bij het festival. Vaessen hoopt dat organisaties die normaal geen plek hadden in de organisatie nu ook mee willen gaan doen. ‘Dan denk ik aan de moslimvereniging en homojongerenorganisatie Dito, bijvoorbeeld.’

Beheersbaar

Het festival moet plek bieden aan vier- à vijfduizend studenten – organisatorisch is dat een enorme klus. Toch is zo’n festival veel beter beheersbaar dan de weekendkampen, meent Vaessen, die tijdens de vorige introductie verspreid waren over 22 locaties. ‘Nu kunnen we ervoor zorgen dat er bijvoorbeeld professionele EHBO’ers zijn.’

De locatie is nog niet bekend, maar zal op maximaal drie kwartier rijden zijn. ‘We willen niet het hele land hoeven doorkruisen’, zegt Vaessen. ‘Dat is niet erg duurzaam. Tegelijkertijd moet de locatie ook niet zó dichtbij Nijmegen liggen dat mensen op de fiets stappen om in hun eigen bed te slapen.’

Oftewel: het moet een echt festival worden. Wat wel anders is dan Lowlands en Pinkpop: studenten hoeven hun eigen tentje niet mee te nemen. Daar zorgt de universiteit voor.