Introfestival: duizenden eerstejaars en één kip
Met honderden slapen ze in grote tenten, ze lunchen met boterhammen en kijken uit naar de cantus van vanavond. Het introweekend is begonnen. Drie dagen lang dompelen de bijna 3500 introkinderen met hun mentoren zich onder op het weekendfestival in het Duitse Goch.
Een woord-witte feesttent, lange houten tafels, dj’s. Het weekendfestival dat de intro afsluit heeft wel wat van Down the Rabbit Hole. Verschil is dat de bezoekers geen eigen tent mee hoeven te nemen, ze slapen met honderden in enorme tenten van de organisatie.
Aardbeienjam
Carlos Davina (24) uit Spanje, Hayoa Takarai (19) uit Japan en Filip Lariu (19) uit Roemenië proberen de aardbeienjam die voor hen op tafel in de hoofdtent staat. Of het lekker is, vraagt de Japanner. Filip haalt zijn schouders op. ‘Het is te eten.’
De lunch in Duitsland is Hollands: boterhammen. De drie zijn deze middag neergestreken op het ommuurde terrein bij klooster Grafenthal. Van alle activiteiten die deze week op het programma staan, verwachten ze van dit festival het meest. Carlos: ‘We hebben er zin in.’
De bedden zijn alvast prima, hebben ze geconstateerd. Anders dan de Nederlandse deelnemers, hebben de internationale studenten het voorrecht dat ze in stapelbedden met echte matrassen mogen slapen. ‘Dat hebben we zelfs al even gedaan’, zegt Filip. Nadeel is dat ze opnieuw gescheiden worden van de Nederlanders en dat vinden ze al de hele week jammer. ‘We hebben ze nauwelijks gesproken’, vertelt Haoya. De anderen zijn het met hem eens. ‘We zaten wel erg op ons eigen eilandje.’
‘Ik moet hier negen uur zitten en dan krijg ik muntjes’
Een grasveld verderop zit Ruben Bos (23) op een klapstoel voor een van de slaaptenten. ‘Ik ben vandaag brandwacht dus ik heb nog weinig gezien van het festival’, bekent hij. ‘Ik moet hier negen uur zitten en dan krijg ik muntjes.’
Gratis drinken vanavond, daar doet hij het voor. Aan zijn schorre stem hoor je dat hij weinig slaap heeft gepakt deze week. ‘Een van onze andere mentoren ligt thuis gestrekt op de bank, die trok het niet meer.’ Hij wijst op zijn arm, die in een mitella zit. Zelf heeft hij ook niet heelhuids de eindstreep gehaald. ‘Ging gister tijdens de sportdag uit de kom. Gebeurt wel vaker, ik heb hem zelf teruggezet’, vertelt hij nuchter.
‘Waarom nam je mij dan vannacht op je schouder?’ roept een van zijn mentorkinderen. Ruben schiet in de lach.
Alcohol
Met haar zeventien jaar is Margo van Breda een van de weinige introkindjes die niet mag drinken. Maar, zegt ze, al de hele week overschrijdt ze die regel. ‘Mijn ouders doen er niet moeilijk over, mijn mentoren niet en ikzelf ook niet. Mensen halen gewoon een rondje bier, niks moeilijks aan.’
Maar in Duitsland mag je toch al vanaf zestien jaar drinken? Inderdaad. ‘Wij schenken aan iedereen’, vertelt het barpersoneel. ‘Bandjes? Wat voor bandjes?’
Een paar mentoren laten weten dat ze eigenlijk geen idee hebben van de voorschriften hier. Introductiecoördinator Dionne Aldus maakt een eind aan de verwarring. Zuchtend: ‘Ik loop zo nog maar een keer langs de barren.’
Over alcohol gesproken: vanavond staat de cantus op het programma. Margo en haar mentoren zijn benieuwd hoe dat gaat uitpakken met zo veel deelnemers. ‘De sfeer is wel al super’, vinden ze. ‘Echt heel gezellig.’
Inmiddels staat de rij voor de muntenautomaat tot aan het kippenhok, waar een nieuwsgierige kip zich tussen de introkindjes waagt. ‘Die rij hadden we wel verwacht’, organisator Dionne. ‘Dat is nu gewoon even een piek.’ De rij voor de ingang vond ze minder prettig. ‘Maar gelukkig scheen de zon.’