Een nieuwe stad, een nieuwe studie: de introductie is hét moment om nieuwe vrienden te maken. Sommige van die vriendschappen overleven de roerige studietijd. Zoals die van Maaike Lamers en Marjon Eghuizen, die elkaar leerden kennen tijdens de introductie van medische biologie in 2014.

Maaike: ‘Een vriendin van mij was niet naar de introductie gegaan en had daar heel veel spijt van. Dus ze pushte me om te gaan. Ik had op de middelbare school niet heel veel vrienden, dus ik ging ervoor. Marjon en ik zaten in verschillende introductiegroepen, maar leerden elkaar kennen tijdens het introductieweekend dat je toen nog had. Het thema was “Spetter, Pieter, Pater” en het viel letterlijk in het water, want het regende heel veel.’

Marjon: ‘Op het introweekend was er een missverkiezing waar we allebei voor naar voren werden geduwd. We hadden allebei weinig behoefte aan die aandacht en zijn na de eerste ronde weer het podium afgesprongen.’

Maaike: ‘Mijn introzusje legde in de bus naar huis weer contact met Marjon en toen raakten we aan de praat. Daarna hebben we ook samen practica gedaan.’

Marjon: ‘Het was fijn om iemand te hebben om mee door die grote collegezaal te lopen. We beginnen met 200 mensen bij onze studie. Uiteindelijk werden we ook samen voor de eerstejaarscommissie gevraagd. En zo is het verder gegaan.’

Maaike: ‘Zo maak je steeds meer met elkaar mee en na een tijdje merk je dat je iemand als eerste belt als er iets is.’

Marjon: ‘We hebben ook nooit ver uit elkaar gewoond ook. Maximaal vijf minuten. En samen mentor geweest, met nog een vriend. Dat was nog leuker dan onze eigen introductie.’

Maaike: ‘We zijn ook bij elkaar thuis-thuis geweest en hebben met de ouderdag van onze studievereniging onze ouders bij elkaar gedumpt.’

Marjon: ‘Met het stappen zijn wij wel altijd de die-hards ook.’

Maaike: ‘Tijdens een tentamenweek zijn we eens stiekem gaan stappen, toen hebben we de rest van onze vriendengroep een selfie gestuurd toen we al in de kroeg stonden.’

Marjon: ‘”Van dat ene biertje zal het niet afhangen”, dachten we. Een ander fijn ding aan onze vriendschap is dat we elkaar niet altijd hoeven te entertainen als we samen zijn. Soms kunnen we ook gewoon niet praten.’

Maaike: ‘Ja. Met jou kan ik heel goed niets doen.’