Is dit een menswaardig leven? Ook daarover gaat het op filmfestival InScience
Drie korte films over de toekomst van de zorg, dat is het project TOEKOMSTBEELDEN dat komende vrijdag in première gaat op wetenschapsfilmfestival InScience. ‘Ik wilde geen dystopisch of utopisch verhaal vertellen, maar een verhaal waarmee de kijker zich emotioneel kan verbinden.’
Een hoofdband met een apparaat dat van minuut tot minuut meet hoeveel levensvreugde iemand ervaart. Is dit leven nog menswaardig genoeg om voort te zetten? Het is het op het eerste oog wat dystopische uitgangspunt van Data van Troost, één van de drie korte TOEKOMSTBEELDEN-films die op vrijdag vertoond worden op wetenschapsfilmfestival InScience.
‘Inmiddels is Arnolds bewustzijnsniveau en de mate waarin hij vreugde ervaart gedaald tot onder het niveau van wat wij beschouwen als een menswaardig leven’, legt een uiterst begripvolle zorgmedewerker in de film uit aan partner Kees. ‘Het spijt me dit te moeten zeggen Kees, maar het wordt tijd om Arnolds levenseinde te gaan plannen.’
InScience
Van 12 tot en met 17 maart vindt InScience plaats in Nijmegen. Tijdens deze negende editie worden er 53 films over wetenschap vertoond ‘die ons anders laten kijken naar de wereld om ons heen’. Het themaprogramma staat dit jaar in het teken van taal.
Het project TOEKOMSTBEELDEN is een samenwerking tussen de Radboud Universiteit, InScience en de Beekse zorginstelling Kalorama.
Deze beginscène van de film van filmmaker Brian den Hartog zet meteen op scherp waar het TOEKOMSTBEELDEN-project om draait: hoe willen we toekomstige zorg vormgeven, in een tijd van toenemende vergrijzing, stijgende zorgkosten en een oplopend personeelstekort? En welke rol kunnen en mogen technologische innovaties daarin spelen?
De toekomst verbeelden
‘Met technologische innovaties kan het heel snel gaan. Denk aan de zorgrobot die nu al in veel zorginstellingen ingezet wordt’, vertelt projectcoördinator Kiki Kolman. ‘Er is steeds meer mogelijk, maar hoe willen we eigenlijk dat de zorg eruit gaat zien? Daarover moeten we als samenleving in gesprek blijven. Film helpt ons mogelijke toekomsten te verbeelden. We kunnen ons beter inleven in die scenario’s.’
Een van de doelstellingen van InScience is wetenschapsfilms op de kaart zetten in Nederland. Vanuit de Radboud Universiteit is er steeds meer interesse om kunst en wetenschap samen te brengen. ‘Daar is het idee voor TOEKOMSTBEELDEN uit ontstaan’, vertelt Kolman. ‘Toen er vanuit de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) geld vrijkwam, kon het project daadwerkelijk starten.’
‘De kennis van zorgmedewerkers en inwoners stond gelijk aan de kennis van wetenschappers en filmmakers’
En dus konden filmmakers zich afgelopen zomer aanmelden voor een open call. Uit de aanmeldingen werden filmmakers Laura Heinig, Valerie Rutjens en Brian den Hartog geselecteerd. Samen met verschillende onderzoekers – van Radboudumc, Radboud Universiteit, Vrije Universiteit, Saxion en HAN – én met ervaringsdeskundigen van Kalorama, maakten zij drie zogenaamde ‘speculatieve fictiefilms’, over de toekomst van technologische zorginnovaties.
Voor Brian den Hartog was het een nieuwe en soms ook uitdagende manier van werken. ‘Normaal begin je als filmmaker vanuit een eigen fascinatie en ga je gericht zoeken naar mensen die je verder kunnen helpen in die research. Nu was dat proces omgekeerd.’ Den Hartog had, net als de andere twee filmmakers, drie dagen de tijd om te brainstormen met de verschillende deelnemers, om de ideeën daarna tot een filmplan uit te werken. ‘In de groep stond de kennis van de zorgmedewerkers en inwoners gelijk aan de kennis van de wetenschappers en filmmakers’, licht projectcoördinator Kolman toe.
Levensvreugde meten
Vanuit het Radboudumc werkten onderzoekers Marcia Tummers (health evidence) Mats Koenemans (digital health innovator) en Mira Vegter (ethics & philosophy of medicine) mee aan het project en vanuit het Donders Instituut filosoof Anco Peeters (ethiek van kunstmatige intelligentie). ‘Zij lieten onder andere zien wat mogelijke toekomstscenario’s zijn, maar zij houden zich ook bezig met de vraag: willen we dit wel of niet?’
Voor filmmaker Den Hartog was het van belang om het menselijk aspect centraal te stellen in zijn film: ‘Ik wilde geen dystopisch of utopisch verhaal vertellen, maar een verhaal waarmee de kijker zich emotioneel kan verbinden.’
Dat is gelukt, want waar je als kijker aanvankelijk het gevoel bekruipt naar een aflevering van de serie Black Mirror te kijken, blijkt de werkelijkheid al snel minder zwart-wit wanneer de zorgmedewerker in de film verder praat tegen Kees. ‘Ik snap dat dat heel verwarrend kan zijn, gelukkig helpt dit systeem ons om te meten hoeveel waarde het leven nog heeft voor Arnold. Dat vond hij zelf ook een geruststellend idee.’ Oftewel: Arnold wilde zelf dat zijn levensgeluk in de gaten wordt gehouden door een apparaat, alleen zijn partner Kees is nog niet klaar voor de uitkomsten.
‘Valt iemands levensvreugde wel te kwantificeren met technologie?’
Herkenbaar onderwerp, vertelt Kolman: ‘Vragen over wanneer het welzijn van een bewoner nog voldoende is om voort te willen leven en wie dat bepaalt, kwamen veelvuldig terug in de groepsgesprekken. Bewoners en medewerkers van Kalorama worden vaak geconfronteerd met deze thematiek.’
Maar valt iemands levensvreugde wel te kwantificeren met technologie? Precies dat is één van de vragen die Den Hartog wil opwerpen in zijn film, vertelt hij. ‘Wat als het mogelijk is om de gevoelswereld van iemand die niet meer in staat is te communiceren, toch in kaart te brengen?’
Het gesprek op gang brengen
Nu het maakproces is afgerond kijkt projectcoördinator Kolman uit naar de volgende fase, waarin de films op zoveel mogelijk plekken te zien zullen zijn. ‘De première op InScience is een aftrap, we willen de films als gespreksstarter gebruiken om verder te praten over de toekomst van de zorg. De films schetsen alle drie een mogelijk scenario en laten min of meer in het midden of deze ontwikkeling goed of slecht is. Het is een voorbeeld van de meerwaarde die een wetenschapsfilm kan hebben, en hoe je film kan inzetten in de uitwisseling tussen samenleving, kunst en wetenschap.’
Den Hartog hoopt dat het gesprek onder andere zal gaan over hoe de ouderenzorg is ingericht. ‘Als je als oudere in een instelling belandt, kom je in een systeem terecht dat de grenzen bepaalt waarbinnen jij moet leven. Kunnen mensen daar wel voldoende levensvreugde uithalen? Dit was een belangrijke kwestie die in mijn groep naar voren kwam tijdens de brainstormsessies.’
Hoewel de première van aanstaande vrijdag is uitverkocht zullen de films de komende tijd op veel verschillende plekken te zien zijn. Kolman: ‘We laten de films onder andere zien aan geneeskunde- en verpleegkundestudenten, aan zorgmedewerkers en aan beleidsmakers in de zorg.’ Ook op de Radboud Universiteit komt binnenkort een vertoning, de datum is nog niet bekend.