Is er nog hoop voor de coronageneratie?

02 jun 2020

Dat de economie klappen krijgt door de coronacrisis, staat vast. Wat betekent dat voor afgestudeerden die nu de arbeidsmarkt bestormen? Is er nog werk? 'Crises zijn tijdelijke fenomenen en mensen zijn inventief genoeg om zich aan te passen.'

Voor Laura Martens (25) kon de coronacrisis niet op een ongelukkiger moment komen. Terwijl ze haar scriptie voor de master letterkunde nog moest afronden, wist ze al een contract binnen te hengelen bij een Amsterdamse uitgeverij – een droombaan. Eind maart zou ze beginnen. ‘Het is heel lastig om werk te vinden in mijn vakgebied’, zegt ze. ‘Dus ik was er heel blij mee.’

Die vreugde spatte als een zeepbel uit elkaar toen het coronavirus in Nederland om zich heen begon te grijpen. Haar beoogde werkgever haalde haar contract, wegens de nog ongewisse impact van de crisis op de boekenmarkt, nog vóór aanvang van het dienstverband door de papierversnipperaar. ‘Daarmee viel mijn belofte van inkomen weg’, zegt een gedesillusioneerde Martens, die Nijmegen al had ingeruild voor een woonplek in Amsterdam.

‘Het is een enorme domper’, zegt ze. ‘Telkens voel ik de uitdaging om mijn dag structuur te geven en me niet te veel zorgen te maken. Gelukkig moet ik mijn scriptie nog afronden – daar focus ik nu op. En omdat ik de komende vijf maanden nog student ben, kan ik in die tijd geld lenen.’ Hoe het daarna verder moet, weet ze nog niet. ‘Ik heb geen plan B.’

Naar huis

Een crisis komt nooit op een goed moment. Ook Yannick van Duuren (23) kan erover meepraten. Na zijn bachelor politicologie in Nijmegen verhuisde hij vorig jaar naar India voor een stage in de IT-sector. ‘Toen zag ik een vacature voor een stage op het Nederlands consulaat in Bangalore. Werken in de diplomatie lijkt me wel wat.’ Hij solliciteerde en werd aangenomen. Vanuit Nederland hoefde er alleen nog maar een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te worden opgestuurd.

Zijn tijd in between jobs besloot Van Duuren te besteden in het aangrenzende Nepal. Per slot van rekening zat zijn visumperiode erop en moest hij India uit om een nieuw verblijfsdocument te regelen. In de Himalaya merkte hij hoe de maatregelen in Azië, maar ook in Europa, steeds strenger werden. India gooide de grenzen dicht en toeristen vlogen halsoverkop naar huis.

‘Ik zag de stage bij het consulaat als een belangrijke carrièrestap’

‘Kathmandu veranderde in een soort spookstad. Het werd me te heet onder de voeten en ik heb een ticket naar Nederland geboekt. In het laatste vliegtuig dat naar Istanboel vertrok, kon ik alleen nog een businessclass-ticket krijgen. Vanuit Turkije kon ik verder reizen naar Nederland.’

En zo verkeert Van Duuren nu niet tussen de diplomaten in miljoenenstad Bangalore, maar schuift hij elke avond aan voor een Hollandse pot bij zijn ouders in de Betuwe. ‘Wel een teleurstelling natuurlijk. Ik zag de stage bij het consulaat als een belangrijke carrièrestap.’ Relativerend: ‘Maar ik krijg hier gratis eten en ik kan voorlopig bij het autobedrijf van mijn vader aan de slag. Ik hoef me financieel gezien dus geen zorgen te maken.’

Illustratie: JeRoen Murré

Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) gaan economieën wereldwijd klappen krijgen door de coronacrisis. De VN-organisatie voorspelde in april een mondiale krimp van 3 procent. Het relatief zwaar getroffen Nederland zal nog dieper in het rood duiken met een krimp van 7,5 procent. De gevolgen voor de werkgelegenheid zijn direct zichtbaar. Op vacaturesite Jobdigger bijvoorbeeld werden in maart al 20 procent minder banen aangeboden dan twee maanden daarvoor.

Menselijk kapitaal

Dat voorspelt weinig goeds voor jongeren. Zij zijn in een crisis altijd als eersten de klos, legt hoogleraar Sociologie en arbeidsmarktdeskundige Maarten Wolbers uit. ‘Bij een economische neergang reageren werkgevers door personeel met een flexibel of tijdelijk contract te ontslaan. Jongeren zijn nu eenmaal oververtegenwoordigd in die groepen.’ Zij komen vervolgens op een arbeidsmarkt terecht waar moeilijk ander werk te vinden is.

En dat staat de verdere opbouw van wat economen het ‘menselijk kapitaal’ noemen, in de weg. Zeker jongeren doen op de werkvloer vaardigheden op die ze in de collegebanken niet meekrijgen. Een langdurige periode van werkloosheid kan daarom een bedreiging vormen voor hun ontwikkeling én voor hun aantrekkelijkheid voor werkgevers. Die redenering volgend: doemen hier de eerste contouren op van een nieuwe verloren generatie?

‘Welnee’, reageert Wolbers, die veel onderzoek heeft gedaan naar de aansluiting tussen onderwijs en werk. ‘Jongeren hebben tijdens een crisis meer moeite om een eerste baan te vinden. Maar de vraag is of die onzekere positie blijvende effecten heeft die doorwerken in de latere carrière. Uit mijn onderzoek blijkt dat dat niet het geval is.’

Wolbers bestudeerde vooral arbeidsmarktdata over de crises in de jaren tachtig en 2008. Daaruit blijkt dat jongeren die hun loopbaan in crisistijd beginnen, daarvan door de bank genomen vijf à tien jaar last ondervinden. ‘Daarna is hun achterstand weggewerkt: ze bereiken net zo vaak topposities, hebben net zoveel loopbaanperspectief en verdienen net zoveel salaris.’

Vrijwilligerswerk

Hoe zit het dan met dat menselijk kapitaal dat werkloze jongeren mislopen? De crux zit ’m er volgens Wolbers in dat veel jongeren dat kapitaal in crisistijd op een andere manier opbouwen dan in een vaste baan. ‘Ze gaan vrijwilligerswerk doen, of komen terecht in een stage of op een gesubsidieerde werkplek.’ En hebben zo al een voet tussen de deur bij een mogelijke toekomstige werkgever als de arbeidsmarkt weer aantrekt. ‘Deze werkzoekenden hebben dan een streepje voor op nieuwe lichtingen afgestudeerden, omdat ze al hebben kunnen laten zien wat ze waard zijn.’

Maar het maakt nogal uit of iemand werk zoekt in de cultuursector of de kunstmatige intelligentie. Die eerste krijgt nu al een flinke dreun doordat onder meer het festivalseizoen in rook opgaat. Te verwachten valt dat de vraag naar programmeurs en machine learning-specialisten ook na de coronacrisis groot zal zijn. Dat is Wolbers’ kritiekpunt op het denken in generaties. ‘Die worden veel te veel als ideaaltype weergegeven. De verschillen tussen generaties worden uitvergroot, terwijl de verschillen binnen een generatie veel groter zijn.’

‘Zelfs hoogopgeleiden moeten veel vaker genoegen nemen met een flexibel contract’

Het begrip ‘verloren generatie’ moet dus met een flinke korrel zout worden genomen. Kijk naar de jaren tachtig, toen de banen ook niet voor het oprapen lagen. Ook de generatie van toen bracht hoogleraren, advocaten en wethouders voort en is op haar pootjes terechtgekomen.

Toch is er een belangrijk verschil tussen de arbeidsmarkt van toen en nu. Meer dan ooit is het voor jonge werknemers lastig om een vaste baan te bemachtigen. ‘Zelfs hoogopgeleiden moeten veel vaker genoegen nemen met een flexibel contract, of ze gaan noodgedwongen als zzp’er aan de slag’, zegt Agnes Akkerman, hoogleraar Arbeidsmarktinstituties en arbeidsrelaties aan de Radboud Universiteit.

Kantelpunt

In Nederland leunt de economie meer dan in landen om ons heen op flexibel werk, weet Akkerman. ‘Dat heeft voordelen: de markt kan op die manier snel inspringen op een crisis, vanwege een flexibele inzetbaarheid van arbeid. Bedrijven kunnen gemakkelijk van hun personeel af en vallen daardoor minder snel om.’ Het zou zomaar kunnen dat de Nederlandse economie dankzij de grote mate van flexibiliteit relatief snel door de coronacrisis komt. Tegelijkertijd was er al langer kritiek op dit systeem, want wie betaalt de prijs? Akkerman: ‘We stonden op een kantelpunt, we raakten steeds meer doordrongen van het belang van vaste banen en zekerheid.’

De bevindingen die de commissie onder leiding van oud-topambtenaar Hans Borstlap in januari presenteerde, waren een teken aan de wand. De posities van werknemers, zelfstandigen en flexwerkers zijn te ver uit elkaar gegroeid, stelde de commissie. Ze adviseerde een totale hervorming van de arbeidsmarkt, die ervoor moet zorgen dat risico’s en (on)zekerheden eerlijker verdeeld worden.

‘Wat de commissie Borstlap eigenlijk zei’, aldus Akkerman, ‘is dat Nederland doorgeschoten is in flexibiliteit.’ Voor werknemers heeft dat allerlei gevolgen, want wie geen (financiële) zekerheid heeft, koopt minder snel een huis en begint minder snel aan kinderen. ‘Bepaalde groepen in onze samenleving komen daar niet aan toe – en dat zijn vooral mensen in een lastige positie, zoals starters.’

Akkerman vraagt zich nu hardop af wat de coronacrisis betekent voor het denken over flex en vast. ‘Ik zie eigenlijk twee tegengestelde scenario’s. Het eerste is dat de tendens naar meer vastigheid doorzet. Je merkt dat in de samenleving de discussie oplaait of we al die bedrijven die ons geen vaste contracten willen geven, wel moeten redden. Belastingbetalers draaien op voor de noodfondsen waarbij die bedrijven nu massaal aankloppen.’

Maar het zou óók heel goed kunnen, denkt ze, dat de flexibiliteit van de economie door de coronacrisis juist weer wordt omarmd. ‘Omdat die er misschien wel voor zorgt dat Nederland snel opkrabbelt. En dan zijn jongeren in een onzekere positie weer terug bij af.’

Naar India

Wat de gevolgen van de coronacrisis ook zullen zijn voor de arbeidsmarkt, hoogleraren Wolbers en Akkerman zijn allebei hoopvol gestemd voor de studenten die nu hun papiertje halen. Wolbers: ‘Crises zijn tijdelijke fenomenen en mensen zijn inventief genoeg om zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden.’

Het vooruitzicht op de lange termijn is volgens hem gunstig. ‘Door de vergrijzing zijn er nog altijd meer ouderen die met pensioen gaan, dan jongeren die hun plaats kunnen innemen.’ Akkerman: ‘Economie is ook psychologie. Als we nu gaan roepen dat we in een langdurige crisis terechtkomen, dan komen we inderdaad in een crisis. Dat zie je al terug in het dalende consumentenvertrouwen. Daar heeft niemand wat aan.’

‘Nu ben ik vooral bezig met de vraag hoe ik de komende tijd ga overbruggen’

Laura Martens, die haar baan bij een uitgeverij misliep, kan niet zeggen hoe ze over vijf jaar zal terugkijken op deze periode. ‘Nu ben ik vooral bezig met de vraag hoe ik de komende tijd ga overbruggen. Voor de lange termijn heb ik nog wel hoop dat het goedkomt. Sinds ik naar Amsterdam ben verhuisd, heb ik al een klein netwerk opgebouwd bij uitgeverijen. Mensen om me heen zoeken mee naar een oplossing. Dat is fijn.’

Yannick van Duuren is nog wat optimistischer. ‘Ik sta positief in het leven. Van het consulaat heb ik te horen gekregen dat ik first in line ben zodra het weer mogelijk is om stage te lopen. Het plan is dus zeker om terug te gaan naar India. Bovendien staat mijn koffer daar nog – die heb ik achtergelaten toen ik naar Nepal ging om te reizen en een nieuw visum te regelen. Kan ik die ook meteen ophalen.’

Lees alles over de gevolgen van de coronacrisis voor de campus in onze coronaspecial.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!