De cursusevaluatie is ‘racistisch en seksistisch’, maar ‘er is nog geen goed alternatief’
Te vaak veranderen digitale cursusevaluaties in een beerput waarin docenten tot huilens toe worden beschimpt. Ook krijgen vrouwelijke en gekleurde docenten structureel lagere beoordelingen. Reden voor hoogleraar Henk van Houtum om te zeggen: stop ermee. Toch wil de universiteit zo ver niet gaan.
Vileine sneren, onheuse beledigingen en soms zelfs scheldkanonnades. De open vragen van de cursusevaluaties staan bij vlagen bol van reacties waar de honden geen brood van lusten.
‘Het gaat soms écht over de grens heen’, zegt Pieter Zwaan, voorzitter van de opleidingscommissie bestuurskunde. ‘Sommige opmerkingen zijn totaal niet constructief. Dat kan hard aankomen, zeker bij een beginnend docent.’ Sommige collega’s slaan de open vragen daarom zelfs helemaal over. ‘Die zeggen: ik wil mijn lessen verbeteren, maar hier heb ik niks aan.’
Huilende docenten
Docenten liggen soms wakker van de evaluaties, weet ook hoogleraar Politieke geografie Henk van Houtum. Als hoofd van de opleidingscommissie kreeg hij weleens huilende docenten aan zijn bureau. ‘Die hadden dan te maken gehad met negatieve opmerkingen. Eén regeltje kan een enorme impact hebben.’
Dat boze studenten in de evaluatieformulieren soms hun frustraties botvieren op docenten is een welbekend fenomeen. Maar uit onderzoek blijkt dat niet elke docent langs dezelfde meetlat wordt gelegd. Studie op studie toont aan dat vrouwen en docenten van kleur het zwaarder te verduren krijgen. Ook het uiterlijk, de seksuele voorkeur en de leeftijd van docenten spelen een rol.
De discriminatie vindt niet enkel plaats bij de open vragen, maar door de hele evaluatie heen. Daar is hetzelfde racistische en seksistische patroon te zien. Zelfs bij een experiment met een digitale avatar werd de vrouwelijke variant aanzienlijk slechter beoordeeld door studenten dan haar mannelijke tegenhanger.
‘De evaluaties meten helemaal geen kwaliteit, maar studenttevredenheid’
Ezra Delahaye, beleidsmedewerker en voorzitter van de ondernemingsraad, vertelt dat dit probleem op de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) ook naar voren komt. ‘We merken inderdaad dat vrouwen en gekleurde medewerkers het soms zwaar te verduren krijgen in de cursusevaluaties.’
Hij stipt aan dat de herkomst van docenten soms een groot verschil maakt. ‘Bij een Indiase docent kan het Engels de moedertaal zijn, maar omdat studenten het accent niet gewend zijn, krijgt diegene toch lagere beoordelingen voor taalvaardigheid.’
Discriminatie en seksisme
De bevindingen raken een breder maatschappelijk debat over thema’s als racisme en seksisme, waarbij steeds meer naar voren komt dat niet iedereen op dezelfde manier bekeken wordt. In die zin is de universiteit een spiegel van de samenleving.
Van Houtum vindt het ‘bijzonder pijnlijk’ dat de eigen kwaliteitstoetsing van de universiteit docenten discrimineert. Wat hem daarbij steekt is dat de cijfers uit de evaluaties wél als graadmeter voor kwaliteit worden gebruikt, bijvoorbeeld door de opleidingscommissie of door het faculteitsbestuur, bij aanstellingen en benoemingen. ‘Er worden zelfs onderwijsprijzen uitgedeeld die mede gebaseerd zijn op de studentbeoordelingen.’
De vraag is of je de cijfers tussen docenten onderling überhaupt kan vergelijken. Naast discriminatie blijkt uit onderzoek ook dat een methodologisch vak gemiddeld lagere cijfers krijgt dan een inhoudelijke cursus. Ook hebben studenten meer waardering voor een vak waarin docenten dingen voorkauwen en ze studenten bij de hand nemen. Van Houtum: ‘Terwijl op die manier lesgeven tegengesteld is aan wat je wil. Je wil natuurlijk prikkelend en uitdagend onderwijs.’
‘De evaluaties meten helemaal geen kwaliteit, het zegt hoogstens wat over de studenttevredenheid’, benadrukt de hoogleraar. ‘Het gevaar is dat docenten studenten gaan pleasen om maar hogere punten te krijgen.’
Stoppen
De kritiekpunten, gecombineerd met een soms duizelingwekkend laag responspercentage op de vragenlijsten, roept de vraag op hoeveel waarde de cursusevaluaties hebben. Moet de universiteit gewoon op de oude voet doorgaan? Aanpassingen doen? Helemaal stoppen met evaluaties?
Van Houtum noemt het ‘onbegrijpelijk’ dat de evaluaties nog plaatsvinden. ‘We spreken hier over een onderzoeksinstrument dat bij geen bachelorscriptie zou worden toegestaan, dat je eigen medewerkers discrimineert en niet meet waarvoor het bedoeld is. Is meer bewijs nog nodig om onmiddellijk met deze evaluaties te stoppen?’
Toch delen maar weinig beleidsmakers de stellige mening van Van Houtum. De algemene teneur: er schort veel aan de evaluaties, maar afschaffen is geen goed idee. Zo wil FNWI-beleidsmedewerker Delahaye – ondanks de bezwaren – geen afscheid nemen van de cursusevaluaties. Hij benadrukt dat ze ook een positieve bijdrage aan de onderwijskwaliteit hebben geleverd.
‘Een lager cijfer kan veel waarde hebben voor een docent’
Delahaye: ‘We hadden soms docenten die maar matig onderwijs gaven en nauwelijks naar de feedback van studenten luisterden. Mede dankzij de cursusevaluaties kregen we daar inzicht in en komt dat nauwelijks meer voor. Een lager cijfer kan bovendien veel waarde hebben voor een docent. Het biedt een startpunt om met elkaar te kijken naar wat er beter kan.’
Dat zegt ook masterstudent business administration Jurian van der Waal. Hij denkt dat docenten veel waardevolle informatie uit de evaluaties kunnen halen. Voor een groot deel vanwege het anonieme aspect. Daardoor kunnen studenten ongezouten hun mening geven.
‘Je moet de machtsverhouding tussen student en docent niet vergeten. Een student zal tijdens de cursus nooit een eerlijke mening geven als hij of zij nog een paper moet inleveren. Ook daarna ligt het evalueren van een docent gevoelig. Daarom is het enorm belangrijk dat evaluaties de mogelijkheid bieden om veilig feedback te geven. In het bijzonder geven de open vragen ruimte om context bij de antwoorden te schetsen.’
Scheldkanonnade
Als de cursusevaluatie behouden blijft, willen docenten de scherpe randjes er wel vanaf hebben. Daarom worden op de FNWI momenteel de open vragen herschreven met het doel constructievere feedback te krijgen, samen met enkele andere veranderingen. ‘Die moeten de vragenlijst verbeteren en voorkomen dat studenten uithalen naar docenten’, aldus Delahaye.
Ook de Faculteit der Letteren heeft steeds meer oog voor kwalitatieve feedback, zoals in de vorm van groepsgesprekken. Beleidsmedewerker Christa van Mourik: ‘Die bieden vaak hele goede feedback voor de docent.’
‘Ik vind het fantastisch om met studenten te discussiëren, maar wel met open vizier’
Tegelijkertijd wil de faculteit geen afscheid nemen van de traditionele vragenlijsten. Het responspercentage ligt er hoog vergeleken met andere faculteiten en de feedback is meestal constructief. Wel had de faculteit last van onheuse bejegeningen door studenten bij de introductie van digitale vragenlijsten in 2016.
‘We hadden de indruk dat veel studenten niet doorhadden dat docenten de evaluaties direct onder ogen krijgen. Een causaal verband kan ik niet bewijzen, maar zodra studentleden van de opleidingscommissies vaker uitleg gaven over de evaluaties, nam het aantal lelijke opmerkingen af.’
Anoniem commentaar
Op de managementfaculteit deed een tienkoppige commissie met studenten, wetenschappers en beleidsmedewerkers onderzoek naar de evaluaties. Hoogleraar Van Houtum nam daarin zitting, net als docent Pieter Zwaan en student Jurian van der Waal. Van Houtum wil docenten zelf verantwoordelijk maken voor de evaluaties. Die kunnen bijvoorbeeld collega’s om feedback vragen of een discussie in het klaslokaal starten.
Anoniem commentaar van studenten ziet hij niet zitten. ‘Ik vind het fantastisch om met studenten te discussiëren, maar wel met open vizier. Mochten studenten toch iets anoniem kwijt willen, kan dat via de opleidingscommissies.’
Het advies van de commissie, dat vertrouwelijk is, ligt nu bij het faculteitsbestuur. Die heeft nog geen knopen doorgehakt over de evaluatie, maar ziet het niet zitten om helemaal te stoppen met de vragenlijsten. Beleidsmedewerker Froukje van Zanten: ‘Het bestuur ziet de problemen met studentevaluaties, maar heeft nog geen goed alternatief.’
‘Het advies benadrukt dat het niet enkel gaat over studentevaluaties, maar onderdeel is van veel samenhangende factoren als onderwijskwaliteit en erkenning en waardering van onderwijs en docenten. Het faculteitsbestuur neemt deze boodschap serieus en gaat verbinding zoeken met andere faculteiten om te kijken hoe het anders kan.’
Letterenstudent schreef op 24 juni 2021 om 10:49
Na het lezen van dit artikel tast ik een beetje in het duister naar waarom de titel van het artikel zo de nadruk legt op het racistische en seksistische: het belangrijkste punt van de kritiek op evaluaties is, lijkt mij, dat evaluaties gewoonweg slecht ingevuld worden door studenten. Ik vind het daarom ook uiterst curieus dat er geen concrete voorbeelden worden genoemd van racisme en seksisme in evaluaties op de Radboud, maar dat er alleen verwezen wordt naar een onderzoek op een andere universiteit, maar het wel prominent in de titel komt. Ik had die voorbeelden naar aanleiding van de titel wel verwacht. (iets met clickbait…?)
Enfin, over de evaluaties: ik snap ergens dat studenten het moeilijk vinden om in het echt daadwerkelijk eerlijk te zijn naar een docent over een vak. Anoniem geeft wel enigszins een veiligheid om een zegje te kunnen doen. Dat daar gewoonweg gescholden wordt, is wanstaltig. Aan de andere kant betekent het anonieme ook niet altijd dat het daadwerkelijk anoniem is; ik kan me bij kleine studies voorstellen dat het vrij makkelijk te zien is, bijvoorbeeld aan de schrijfstijl, wie wat geschreven heeft. Het is een lastige discussie waar denk ik geen eenduidig antwoord op is, zoals ook in het artikel wordt geschetst. Ik vind daarbij de manier van de FdL in het artikel eigenlijk wel interessant.
Pieter schreef op 27 juni 2021 om 23:31
Wat raar om alles maar weer vanuit een racistische/seksistische blik te zien. Is er een onderbouwing voor, in het artikel staat die namelijk niet.
Daarnaast is het wel erg zorgwekkend als er in evaluaties gescholden wordt. Misschien een idee om een soort van pre-filter in te voeren dat voordat een professor de evaluaties te zien krijgt een persoon de niet serieus te nemen evaluaties eruit filtert.
Robin B schreef op 6 juli 2021 om 13:43
Van een drietal cursus-coördinatoren heb ik binnen een paar jaar tijd inderdaad gehoord dat racistische opmerkingen voorkomen in de evaluaties. Klein aantal maar veel coördinatoren spreek ik niet zo gedetailleerd over hun cursus. Een filter tegen scheldwoorden moet inderdaad in te bouwen zijn.
Hoewel een evaluatie op deze methode niet heel nuttig is denk ik. Een groep studenten die binnen een cursus feedback geven in groepsverband met de coördinator (focus groep) lijkt mij sowieso nuttiger. Met de interactie op zo’n moment is het dan duidelijker wat een student bedoeld en of een docent hier wat aan kan doen. Hiervoor moet een coördinator wel tijd hebben/krijgen. Andere studenten kunnen hun ideeën dan delen met de deelnemers van deze focus groep.
In een goede leeromgeving wordt tijd vrijgemaakt voor feedback op cursusniveau.