Is er nog toekomst voor studentenpartij asap?
De leden van studentenpartij asap stemmen deze zomer over de vraag: opheffen of niet? Als het zover komt, maakt volgend jaar mogelijk alleen AKKUraatd aanspraak op zetels in de Universitaire Studentenraad (USR). En daar is niemand blij mee. ‘Studenten moeten wat te kiezen hebben.’
Thom Teulings loopt al vier jaar rond bij studentenpartij asap. Twee jaar geleden was hij bestuurslid, dit jaar fractievoorzitter. Leden zoals hij, die meerdere jaren actief blijven en verschillende functies op zich nemen, heeft de partij steeds minder. ‘We moeten steeds mensen van buiten zoeken om de partij draaiende te houden. Dat brengt de continuïteit in gevaar.’
Kantje boord
Al een aantal jaar moet asap alle zeilen bijzetten om een volwaardige kandidatenlijst in te kunnen leveren voor de verkiezingen. Dit jaar was het helemaal kantje boord, vertelt asap-lid Hans Kunstman, voorzitter van de Universitaire Studentenraad (die op persoonlijke titel spreekt). ‘Het had weinig gescheeld of asap had dit jaar helemaal geen lijst kunnen inleveren met vier kandidaten die bereid zijn om de USR in te gaan.’
Volgens Kunstman moet de partij, die het stimuleren van het actieve studentenleven als een van haar speerpunten heeft, haar conclusies trekken. ‘Als je de actieve student niet eens aan je kunt binden, dan vraag ik me af of je nog wel geloofwaardig bent als de partij die opkomt voor de actieve student. Asap heeft tien jaar lang een prominente rol gespeeld in de medezeggenschap. De leden, ideeën en energie zijn op.’
‘Laten we er een mooi feestje van maken en vieren dat we tien jaar effectieve medezeggenschap hebben gevoerd’
Of het zover komt, bepalen de leden tijdens de volgende algemene ledenvergadering, waarschijnlijk in augustus. Dan is twee derde van de stemmen nodig om de opheffing te bekrachtigen. Of fractievoorzitter Teulings voor of tegen zal stemmen, houdt hij voor zich. ‘Ik wil daar niet op vooruitlopen, om zo mogelijk de stemming te beïnvloeden. Elk lid moet een eigen afweging maken.’
Maar dat er iets moet veranderen, áls de partij doorgaat, ziet Teulings ook. ‘In dat geval moeten we kijken naar de manier waarop de partij intern opereert. We zullen meer actieve leden moeten aantrekken – want zo kunnen we niet door.’
Strijd
Sinds het jaar 2011 doet asap onafgebroken mee aan de studentenverkiezingen. Het scenario waarin AKKUraatd, op dit moment de enige andere fractie in de studentenraad, alleen over blijft, zou een dreun betekenen voor het democratisch gehalte van de studentenvertegenwoordiging. ‘Wij grappen altijd dat we graag acht zetels (het aantal verkiesbare plekken, red.) willen halen’, zegt Gijs Kooistra, die vorig jaar namens AKKUraatd in de studentenraad zat. ‘Maar het zou natuurlijk een slechte ontwikkeling zijn. Studenten moeten iets te kiezen hebben.’
Sinds een paar jaar botert het niet meer zo tussen asap en AKKUraatd. Vorig jaar besloot de meer activistisch ingestelde fractie AKKUraatd, waar Kooistra onderdeel van was, niet meer te willen optrekken met de andere raadsleden. Naar eigen zeggen zat de partij gevangen in een gedwongen samenwerking met asap en de ongekozen leden van de koepels. Asap en de koepels wilden juist samenwerken op basis van vertrouwen – ook jegens het college van bestuur.
Om toch goed te kunnen samenwerken, startte de Universitaire Studentenraad dit jaar met een frisse wind, maar zónder voorzitter. Er werd een presidium gevormd met afgevaardigden van AKKUraatd, asap en de koepels, die een gelijkwaardige positie bekleedden in het raadsbestuur. Dat liep niet goed af: in december viel het presidium al uit elkaar en bleef alleen Hans Kunstman over, die voorzitter werd.
‘Het college van bestuur wordt steeds meer als tegenstander benaderd’
Asap is meer van het ‘meepraten, van het constructieve’, aldus Kunstman, en staat daarom steeds vaker tegenover AKKUraatd. ‘Het huidige medezeggenschapsklimaat verhardt.’ Niet alleen tussen medezeggenschapspartijen onderling, vindt Kunstman. De relatie tussen raad en college van bestuur heeft ook geleden, bijvoorbeeld onder heftige discussies over proctoring, de methode van online surveillance bij tentamens die het bestuur tegen de zin van de medezeggenschap toestaat. Maar de mindere relatie met het bestuur is niet alleen aan het college te wijten, vindt Teulings. ‘Het college van bestuur wordt steeds meer met wantrouwen, als tegenstander, benaderd.’
Bij stemmingen ziet Teulings vaker dat een nipte meerderheid wordt behaald. ‘Terwijl het goed is om naar breed gedragen voorstellen of oplossingen toe te werken. Hoe kunnen we het plan zo aanpassen dat meer mensen zich erachter kunnen scharen? De medezeggenschap raakt steeds meer gepolariseerd.’
Maar er speelt meer: waar asap een paar jaar geleden nog de grootste partij was in de studentenraad, verliest het de afgelopen jaren terrein ten opzichte van AKKUraatd. Kunstman is pessimistisch wat betreft de kansen van asap om dat tij te keren. ‘En dan zit je straks met drie zetels in de raad. Dan wordt het helemaal lastig om op te boksen tegen AKKUraatd. Die partij is gelieerd aan de studentenvakbond en heeft op die manier meer middelen waar ze op kan terugvallen.’
‘Dat is te gemakkelijk’, reageert Gijs Kooistra. ‘Het is ook wel eens anders geweest – vier jaar geleden hadden wij drie zetels en asap vier. Wij hebben ons de afgelopen jaren gewoon heel veel laten zien en zijn ergens voor gaat staan. Dat zou asap wellicht ook kunnen doen, op haar eigen manier. Ik denk dat er ook best een grote groep studenten is die zich aangesproken voelt door de meer diplomatieke manier van werken van asap. Maar ik wil niet te veel over asap zeggen, want daarvoor weet ik niet genoeg over hun situatie.’
Democratisering
De laatste vier jaar is de zetelverdeling in de raad elk jaar hetzelfde en nemen asap en AKKUraatd vier van de acht zetels in. Kooistra: ‘De studenten die ik spreek zeggen daarom vaak: de uitslag staat van tevoren toch al vast. Voor de democratie zou het daarom wel goed zijn als er iets verandert.’
Volgens Kooistra zou er daarom nu gekeken moeten worden naar een hervorming van de studentenraad. Hij pleitte vorig jaar al samen met zijn fractiegenoten voor een verdere democratisering van de USR. ‘Het liefst zou ik zien dat alle veertien leden gekozen zouden worden door verkiezingen (nu dragen de zes koepels een politiek commissaris aan die – ongekozen – zitting neemt in de raad, red.) en dat die meer rechten krijgen. De studentenraad mag best iets meer op een gemeenteraad gaan lijken.’
‘De studentenraad mag best iets meer op een gemeenteraad gaan lijken’
Door meer zetels te verdelen via verkiezingen gaat de kiesdrempel omlaag en wordt de kans groter voor beginnende partijen om in de studentenraad te komen, legt de politicologiestudent uit. ‘Nu is dat te moeilijk. Je moet 12,5 procent van de stemmen halen – dat is heel moeilijk voor een nieuwe partij.’
De medezeggenschap als gemeenteraad? Hans Kunstman ziet dat niet zo. ‘De bestuurlijke verhoudingen liggen heel anders. In een gemeenteraad zijn bestuurders afhankelijk van de steun van coalitiepartijen. Binnen de universiteit is het college van bestuur nu eenmaal het hoogste bestuurlijke orgaan. Je bereikt niks als je elkaar het leven zuur maakt, het college van bestuur gaat er dan met de spreekwoordelijke buit vandoor.’
Stimuleren
Maar ook al zou de studentenraad op de schop gaan, zoals Kooistra bepleit, studenten moeten alsnog gestimuleerd worden om medezeggenschapswerk te gaan doen. ‘Als voorzitter was ik fulltime met de medezeggenschap bezig’, zegt hij, ‘en daar kreeg ik op jaarbasis 3800 euro voor. Ik moest gewoon collegegeld betalen, dus ik hield 150 euro per maand over.’
Daar komt bij dat studenten te maken hebben met rendementsmaatregelen uit Den Haag: het leenstelsel, het Bindend Studieadvies. ‘Daar zit de kern van het probleem, het dwingt studenten zo snel mogelijk af te studeren. Het mooie van studeren is juist om je te ontwikkelen en te ontdekken wat je leuk vindt. De medezeggenschap is enorm leerzaam.’
Asap-fractievoorzitter Thom Teulings is het ermee eens dat de universiteit meer kan doen voor de medezeggenschap. Meer erkenning en waardering is een goed startpunt, maar er zijn meer opties. Zo zag hij dit jaar al verbeteringen op een ander vlak. ‘De universiteit besteedde meer aandacht aan de studentenverkiezingen op sociale media en via een column vanuit het college van bestuur. Dat helpt.’
Maar Teulings vindt dat de focus niet alleen op de medezeggenschap moet liggen. ‘Het hele actieve studentenleven staat onder druk. Het is een bredere discussie. Alle studentenorganisaties hebben meer moeite om actieve leden te vinden.’ De universiteit moet daarmee aan de slag, vindt hij. ‘Hoe kun je essentiële onderdelen van de universiteit, zoals de centrale en decentrale medezeggenschap, daartegen beschermen? En hoe maak je het studentenleven toekomstbestendig als er minder studenten zijn die zich actief willen of kunnen inzetten?’
Teulings wil maar zeggen: één simpele maatregel, zoals het verhogen van de financiële compensatie voor actieve studenten, is niet genoeg om het actieve studentenleven uit het slop te krijgen. ‘Net zo min als dat asap uit de brand is met één simpele maatregel. Daarvoor is meer nodig.’