‘Is het Gentse evaluatiemodel wel zo nieuw?’
Het nieuwe Gentse loopbaanbeleid - dinsdag schreef Vox erover op deze site - sluit aan bij een beweging die ook in Nederland is ingezet, aldus rector Han van Krieken. ‘Ook aan de Radboud Universiteit zijn de impact en de kwaliteit veel belangrijker dan het aantal publicaties.’
Iedere ochtend worden de nieuwe proefschriften van de Radboud Universiteit op het bureau van rector Han van Krieken gelegd. ‘Ik blader ze altijd even door’, zegt hij. ‘Handig om te weten wat er speelt aan de universiteit.’
Eén ding staat voor de rector als een paal boven water: het dikste proefschrift is niet per se het beste. ‘We moeten af van het idee dat omvang belangrijk is. Als iemand een te dik proefschrift aflevert, dan ga ik in gesprek met de promotor.’
‘Als je in een bepaald systeem succesvol bent, is het niet zo eenvoudig om dat systeem te veranderen’
Toch snapt Van Krieken hoe het komt dat onderzoekers veel belang hechten aan het aantal publicaties. ‘Veel hoogleraren en andere mensen in belangrijke posities zijn opgegroeid met het idee dat dat belangrijk is. Alleen is dat idee zo langzaamaan een beetje doorgeslagen.’
Samenwerking
Van Krieken reageert op het loopbaanbeleid aan de UGent, waar Vox dinsdag een artikel over publiceerde. Hij zegt dat hij er tot een jaar of acht geleden van overtuigd was dat wetenschappers veel moesten publiceren. Tot hij zich als onderzoeksdirecteur van het Radboudumc eens de vraag stelde: waar doen we die wetenschap eigenlijk voor? ‘Als kankeronderzoeker wil ik vooral betere stappen zetten in de diagnose van patiënten. Daar draait het om, niet om zo veel mogelijk publiceren.’
Willen hoogleraren aan deze universiteit nog steeds te veel artikelen publiceren?
‘Ik zie dat nog veel te vaak gebeuren. We werken nu aan een nieuw Strategisch Plan, waarin veel meer nadruk komt te liggen op samenwerking tussen wetenschappers in plaats van de concurrentie tussen die wetenschappers.’
Hoe gaan jullie onderzoekers ervan bewust maken dat het anders moet?
‘Het is een terugkerend onderwerp in de gesprekken met nieuwe hoogleraren. Als je in een bepaald systeem bent opgegroeid en daarin succesvol bent, dan is het niet zo eenvoudig om dat te veranderen. Maar ook jonge onderzoekers lijden aan dit probleem. Sommige promovendi willen zoveel mogelijk artikelen publiceren omdat ze vrezen dat ze anders niet aan de bak komen in het buitenland.’
Met een nieuw loopbaanmodel probeert de UGent de omslag te maken van kwantiteit naar kwaliteit.
‘Is dat wel zo nieuw? In het Radboudumc zijn we daar tien jaar geleden al mee begonnen. Ook aan de bèta- en de letterenfaculteit is niet het aantal publicaties maar de impact ervan steeds meer van belang.’
Waarom spreekt iedereen dan over het Gentse model en niet over dat van Nijmegen?
‘Omdat er in Vlaanderen rectorsverkiezingen zijn, moeten rectoren veel meer communiceren over hun beleid. Rik Van de Walle slaagt daar bijzonder goed in, en dat verdient een compliment. Ik probeer hier ook dingen in gang te zetten en veranderingen voor elkaar te krijgen. Maar ik hoef daarmee niet per se in de media te komen. Sterker nog: wie te hard roept, kan ook extra weerstand krijgen.’
Uw collega in Gent beoogt ‘evaluatierust’ te creëren, door wetenschappers bij goed functioneren nog maar eens in de vijf jaar te evalueren. Hoe gebeurt dat aan de Radboud Universiteit?
‘Alle wetenschappers in Nederland worden een keer per zes jaar geëvalueerd op de kwaliteit van hun onderzoek met de SEP-protocollen (Het Standard Evaluation Protocol, opgesteld door de VSNU, KNAW en onderzoeksfinancier NWO, dat de methoden beschrijft om onderzoek aan Nederlandse universiteiten te beoordelen, red.). De mensen met de meeste verantwoordelijkheid zijn diegenen die daarop afgerekend moeten worden. Als het wetenschappelijk onder de maat is, kan een researchlijn worden stopgezet. Dat heeft natuurlijk consequenties voor de hele onderzoeksgroep.’
‘Binnen de KNAW hebben we met ons college ook al aangegeven dat er in evaluaties meer naar kwaliteit dan naar kwantiteit moet worden gekeken. Nederland is een voorloper op dit vlak, mede in gang gezet door de beweging Science in Transition van Frank Miedema, decaan van de Medische Faculteit in Utrecht.’
‘Chinese wetenschappers die naar Nederland komen, willen met zo veel mogelijk artikelen naar huis’
Internationale commissies die onze opleidingen komen beoordelen, kennen vaak een andere cultuur. Laat me een voorbeeld geven. Vorig jaar werd onze medische faculteit gevisiteerd. Zoiets bereiden we altijd minutieus voor. Een week voor de commissie zou langskomen, moesten we plots heel veel extra publicaties opsturen. Wat was er gebeurd? Die internationale commissie was niet gewend aan het idee dat je enkel je vijf belangrijkste publicaties laat zien.’
Verwacht u dat het buitenland op termijn het voorbeeld van Nederland en Vlaanderen zal volgen?
‘De meeste publicaties komen uit de Verenigde Staten en uit China. Daar is weinig te merken van een cultuurverandering. Chinese wetenschappers die naar Nederland komen, willen met zo veel mogelijk artikelen terug naar huis. Tot voor kort was ik editor van een tijdschrift. Veel stukken uit China waren knip-en plakwerk en plagiaat. Het is voor Chinezen nog steeds erg belangrijk om veel artikelen te hebben in de beste tijdschriften. De competitie is groter.’
‘Maar er zit ook een andere kant aan het verhaal. Er wordt internationaal enorm gekeken wat goede universiteiten zijn. Het aantal citaties naar artikelen blijft daarin heel belangrijk. Maar je krijgt meer citaties met enkele goede artikelen dan met een hele hoop slechte artikelen.’
De Gentse rector verwacht dat de UGent met het nieuwe loopbaanbeleid niet zal dalen op internationale rankings.
‘Daarin ben ik het met hem eens: misschien gaan ze er zelfs op vooruit.’