Is online onderwijs een blijvertje?
Sinds maart geven docenten online colleges en nemen ze digitaal tentamens af. Noodgedwongen moest het academisch onderwijs zichzelf opnieuw uitvinden. Wat zijn de lessen voor de universiteit van de toekomst? Volgens onderwijsexperts draait het om vertrouwen en persoonlijk contact.
‘Lieve kinderen, wij missen jullie’, staat er met grote krijtletters op de muur van een Nijmeegse basisschool. De leerkrachten konden hun leerlingen half mei weer begroeten, op de universiteit ligt het campusleven minstens tot september stil. En ook hier missen docenten het livecontact met hun studenten en missen studenten de campus, elkaar en – vooruit – ook hun docenten.
Want lichtelijk behelpen is het allemaal wel. Studenten missen de structuur van de campus en moeten, vaak thuis bij hun ouders, de zelfdiscipline om te studeren uit hun tenen halen. Velen zijn gestrest en onzeker over de voortgang van hun studie. Docenten hebben niet alleen ‘vierkante ogen’ van al het zoomen, skypen en tentamineren, ze ontberen in hun online colleges de didactische finesses van live contact.
‘Bij logica is het soms fijn om iets op het bord uit te tekenen. Dat gaat nu natuurlijk niet’, vertelt Huub Vromen (taalfilosofie en logica). ‘De vragende blikken van studenten die iets niet snappen, kan ik ook moeilijk zien op het computerscherm. De directe interactie met de studenten, en ook tussen studenten onderling, is veel moeilijker.’
Ook docent notarieel recht Lucienne van der Geld mist het live onderwijs. ‘Ik kan niet wachten op het sein groen om weer in de collegezaal te kunnen staan.’
Rampzalig semester
Alle docenten werken zich een slag in de rondte om het onderwijs en de tentamens zoveel mogelijk te laten doorgaan. Maar business as usual is het bepaald niet. Ter vervanging van de fysieke colleges waagt menig docent zich aan alternatieven.
Zo grijpt Lucienne van der Geld de crisis aan om haar colleges om te zetten in podcasts. ‘Ik heb ze in stukjes geknipt, je kunt niet anderhalf uur gaan inspreken. Helaas kan ik nu niet aan mijn publiek zien of wat ik vertel duidelijk is overgekomen.’
Letterkundehoogleraar Marc van Oostendorp biedt samen met de Universiteit van Nederland voor een breed publiek ‘quarantainecolleges’ aan op video. Naarmate het online onderwijs aanhoudt, ziet Van Oostendorp meer nadelen dan voordelen. Het is worse than usual, stelt hij in een blog op Neerlandistiek.nl. Volgens hem zou de beste oplossing zijn dat minister Van Engelshoven ‘dit rampzalige semester’ opgeeft en alle studenten een halfjaar extra studietijd geeft. Hij pleit voor een pas op de plaats: nadenken over waar we eigenlijk mee bezig zijn.
‘We moeten de tijd nemen om te analyseren wat we van het oude willen behouden’
Denken over wat de universiteit met haar onderwijs wil, is precies de taak van het in januari gestarte Radboud Teaching and Learning Centre (TLC). Het centrum, onder leiding van filosoof Jan Bransen, ondersteunt en stimuleert docenten aan de universiteit om bewust hun onderwijs te vernieuwen en onderzoeken.
‘De coronacrisis doorkruiste dat’, zegt Frank Léoné, universitair docent artificial intelligence en aanjager bij het TLC. Want koud gestart, moest het centrum meteen vol aan de bak met praktische adviezen over online onderwijs en tentaminering. Voor bezinning was te midden van alle hectiek weinig ruimte. Maar het TLC ziet in de crisis ook een breekijzer om academisch onderwijs meer weloverwogen vorm te geven.
Léoné: ‘Waarom geven we al een eeuwigheid hoorcolleges en waarom toetsen we? Wat is onze visie op het ontwerp van ons onderwijs?’ Paulien Meijer, wetenschappelijk directeur van de Radboud Docenten Academie, vult aan: ‘We moeten echt de tijd nemen om te analyseren wat we van het oude willen behouden en wat van het nieuwe.’
Nervositeit
Een grote bron van irritatie in coronatijd is de tentaminering. Juist in dit semester regent het tentamens, in verschillende vormen, en de stress is navenant. Nicolo de Groot, onderwijsdirecteur van de bètafaculteit, heeft begrip voor de toegenomen nervositeit.
‘Het is voor iedereen een stressvolle periode, voor studenten én docenten.’ Kop van jut deze maanden is het zogeheten online proctoring: surveillance op afstand bij tentamens voor vooral grote groepen, met inzet van webcam en microfoon. De SP stelde er Kamervragen over, en in Nijmegen maakten de Studenten- en Ondernemingsraad zich grote zorgen over de online surveillance. Studenten komen immers voor een dilemma te staan: hoeveel privacy moeten we opgeven om studievertraging te ontlopen? Studenten hekelen het systeem omdat het niet alleen geluid en beeld controleert, maar ook elke muisklik van de student tijdens het tentamen. Want het spieken ligt op de loer.
Voorzitter Hans Kunstman van de Nijmeegse Studentenraad riep het universiteitsbestuur op een goede afweging te maken tussen fraudebestrijding en privacy. ‘Wij zien het belang van het vermijden van studievertraging ook, maar met proctoring dring je diep binnen in de levenssfeer van studenten.’ Ook plaatste Kunstman vraagtekens bij de fraudebestendigheid, een zorg die werd gevoed nadat Nijmeegse wetenschappers van de afdeling Digital security het gangbare online tentamensysteem eenvoudig wisten te omzeilen. Het college van bestuur zegde in een reactie op de commotie een onderzoek toe, met de belofte het systeem alleen breed in te zetten als de privacy is gewaarborgd. De uitkomst is dat de software toch wordt gebruikt.
Schroothoop
Koers op vertrouwen in plaats van op controle. Aldus het Teaching and Learning Centre in een advies aan het universiteitsbestuur over de tentaminering. Meijer en Léoné verwijzen het ingesleten wantrouwen in ons onderwijssysteem graag naar de schroothoop. Dit geldt zowel voor het universitair als het voortgezet onderwijs.
‘Ik hoor van leerlingen dat ze zich nu meer dan ooit gecontroleerd voelen’, vertelt Meijer. Alle camera’s moeten aan, er is geen ontsnappen aan het oog van de leraar. ‘Wij leren onze studenten altijd: zoals je leerlingen benadert, zo gaan ze zich ook gedragen. Je kunt nu wel allemaal regelingen bedenken om spieken tegen te gaan, maar leerlingen of studenten worden dan alleen maar creatiever om het toch te doen.’
‘Anderhalf uur naar een scherm kijken met een pratend hoofd is echt supersaai’
Ook Jan Bransen hekelt de surveillance. ‘Waarom doen we dat eigenlijk? Waarom staan docenten en studenten als kat en muis tegenover elkaar, terwijl we bij allerlei andere onderwijsactiviteiten juist samenwerken aan hetzelfde doel?’
Keer het om, is het advies van het TLC. ‘Studenten tijdens tentamens de duimschroeven aandraaien om er zeker van te zijn dat ze niet frauderen, draagt niet bij aan een veilige leeromgeving en dus aan leren’, stelt Léoné. Hij en zijn collega’s kijken in hun advies al verder vooruit: we moeten beter nadenken over de vraag waarom we eigenlijk toetsen. ‘Alle vakliteratuur gaat juist over het belang van formatief toetsen: toetsen als leermoment voor de student in plaats van als beoordeling, over improve rather than prove.’
Camera’s stuk
Nu al het onderwijs online gebeurt, wordt des te duidelijker wat er voor verbetering vatbaar is. ‘Anderhalf uur naar een scherm kijken met een pratend hoofd of alleen slides is echt supersaai’, zegt Léoné. Net als veel andere docenten kiest hij er daarom voor om zijn hoorcolleges op te knippen in kortere video’s.
Na corona zouden opzet en plek van hoorcolleges heroverwogen mogen worden. ‘Ze worden vaak slecht bezocht en onderzoek laat zien dat ze weinig effectief zijn, ook als studenten er wel zijn. Waarom er dan toch zoveel tijd aan spenderen?’
Meijer hoort van haar studenten en haar twee puberdochters vergelijkbare geluiden over het voortgezet onderwijs. ‘Als de lessen te saai worden, zijn er opeens heel veel microfoons en camera’s stuk.’ Lessen opleuken met flashy video’s of – na corona – met andere toeters en bellen, is niet per se de oplossing, waarschuwt Meijer.
Creatief
‘In ons onderzoeksprogramma maken we onderscheid tussen teaching creatively en teaching for creativity: creatief onderwijzen leidt niet automatisch tot creativiteit of zelfs maar leren bij leerlingen of studenten. Als je hun wilt leren om kritisch na te denken en problemen op te lossen, moet je misschien wel eerder toe naar minimal teaching. Die relatie tussen hoe je onderwijst en wat en hoe leerlingen leren, moeten we opnieuw onder de loep nemen.’
Van haar mag ook het traditionele lesrooster, met elk uur een ander vak, wel op de schop. ‘Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor één klassikaal lesuur per vak per week en daarnaast meer tijd voor samenwerken in kleine groepjes en meer vrijheid voor leerlingen om te kiezen wanneer ze aan welk vak werken.’
Persoonlijk contact
Veelgehoord is dat docenten nu eindelijk nut en noodzaak van ICT inzien en op dit gebied een inhaalslag maken. Dat behouden na de lockdown is wenselijk, maar niemand opteert voor volledig afstandsonderwijs. Behoud het handige, maar koester het offline persoonlijke contact, stelt Léoné.
‘Daarbij moet je bewust nadenken: waar en wanneer is voor het onderwijs sociaal contact essentieel? Mijn werkgroepen zou ik bijvoorbeeld fysiek willen houden, maar mijn hoorcolleges wil ik best inruilen voor korte online video’s.’
Jan Bransen ziet een les in deze periode: met hulp van kennisclips en videocolleges de “behoorlijk inefficiënte” hoorcolleges vervangen. ‘Dan kunnen we onze docentenuren inzetten om dieper op de stof in te gaan.’ Maar behoud bij alle vernieuwing de kern van het onderwijs, benadrukt Bransen: elkaar in levende lijve zien.
Lucienne van der Geld roemt de contacten in de pauzes en rond de colleges, ook van studenten onder elkaar. ‘We komen er nu achter hoe belangrijk dat is.’ Persoonlijk contact bevordert het leerproces. Meijer verwijst naar een onderzoek van een van haar promovendi naar het belang van social presence. ‘Op momenten dat leerlingen het idee hebben: “Wauw, zo zit de wereld of dit vak dus in elkaar”, gaat het altijd om samen met elkaar en de docent actief bezig zijn met de stof.’
Dat contact is niet alleen belangrijk voor de lerende, maar ook voor de leraar. Zoals Meijer een docent hoorde zeggen: ik heb nog nooit zoveel tijd gestoken in de voorbereiding van mijn lessen en er nog nooit zo weinig voldoening van gehad. ‘Die voldoening zit in het contact met leerlingen en hen zien leren.’
Léoné herkent dat helemaal. “Er is weinig zo bevredigend als zien dat de kennis die ik probeer over te dragen, beklijft.’ Net zoals in de samenleving de zorg voor elkaar groeit, bekommeren docenten zich juist nu extra om het welbevinden van hun studenten. Ze vragen vaker hoe het met iedereen gaat en of ze het nog redden.
Meijer: ‘Ik hoop dat die aandacht blijft. Die is oneindig veel bevorderlijker voor leren dan die continue prestatiedruk, en draagt bij aan een fijnere universiteit voor iedereen.’
Leraar in opleiding: ‘Alsof ik een kantoorbaan heb’
Roel van Koeverden (24) behaalde vorig jaar zijn lesbevoegdheid wiskunde en studeert nu aan de Radboud Docenten Academie voor leraar bedrijfseconomie. Door corona zag hij zijn stage op het Dominicus College in Nijmegen grondig van kleur verschieten.
‘Ik ontdek nu wat ik allemaal met ICT kan in het onderwijs. Dat is heel leerzaam. Maar klassenmanagement, dus orde houden en zorgen dat leerlingen aan het werk blijven, kun je amper leren op deze manier. Daarvoor moet je echt in de klas staan en gezichten kunnen lezen.’ Bovendien geeft hij nu alleen nog maar les aan kleine groepjes leerlingen. ‘Dat is totaal anders dan een hele klas in toom houden. Het contact met leerlingen is ook anders, het is toch tweederangs communicatie.’
De Docenten Academie doet haar best om studievertraging te voorkomen, onder meer door aangepaste stageopdrachten – ‘we schrijven nu een reflectieverslag over hoe je goed online onderwijs geeft’ – en het schrappen van de eis voor een minimum aantal stage-uren. Maar Van Koeverden maakt zich wel een beetje zorgen over hoe het daarna zal gaan. ‘Voor beginnende leraren is orde houden vaak het moeilijkste en juist dat kan ik nu minder oefenen.’
Zijn stagedagen zit Van Koeverden thuis achter de pc teksten te typen, te videobellen met leerlingen en door mails te ploegen. ‘Ik heb opeens een kantoorbaan, terwijl ik zo geniet van door een klas lopen en grapjes met leerlingen maken. Het is nu zo droog allemaal.’ Ook zijn studerende leven is veel minder leuk nu. ‘Ik keek altijd uit naar het contact met medestudenten. Dat is er niet meer bij, je zit alleen achter je laptop, de lol is er gewoon af. Ik studeer nu bijna zes jaar en straks gaat mijn studietijd als een nachtkaars uit.’
Dit artikel verscheen eerder in de coronaspecial van Vox en Radboud Magazine
Jan Peter van Zijl schreef op 17 juni 2020 om 20:49
,, Via TEAM’s kun je je scherm delen met jouw leerlingen.
Dan kan je laten zien wat je wilt;
– één PowerPoint,
– afgewisseld met een Kahoot om tussendoor vragen te stellen,
– één zelfgemaakte instructie-video’s,
– één Applet waarmee je een proef kunt simuleren,
– WhiteBoard, in combinatie met een tekentablet, zodat je handgeschreven aantekeningen kan maken, grafieken en formules,
-etc, etc.
En ja, ik praat uit ervaring.
natuurkundelessen.weebly.com