Italiaans leren doe je met een app
Na vier jaar relatie met haar Italiaanse vriend besloot onze Duitse medewerker Antonia haar Italiaans te verbeteren. Dat doet ze met taalapp Duolingo. Maar is dat wel de beste methode? ‘Er is niet één pasklare oplossing die voor iedereen geschikt is.’
In de loop der jaren heb ik aardig wat pogingen gedaan om een taal te leren. Zo hebben mijn moeder en ik ons ooit aangemeld voor een cursus Spaans – waarmee we al na twee weken stopten om thuis op de bank naar Desperate Housewives te gaan kijken. Ook heb ik een keer een boek Frans voor dummies gekocht omdat ik, zoals vrijwel iedereen op deze aarde wel een keer overkomt, in een francofiele fase zat. En dan waren er natuurlijk nog die zes jaar Latijn op school, met de bijbehorende woordenlijsten en grammaticatabellen, die nog steeds bovenkomen zodra ik vanuit mijn ooghoeken een middeleeuws manuscript zie.
Verliefd zijn
‘De beste manier om een taal te leren’, zei iemand ooit tegen me, ‘is verliefd zijn’. Daar zit een kern van waarheid in. Liefde heeft een sterk motiverende werking, zoals elke romcom bevestigt, en om je honderd procent in te zetten voor het leren van een taal, moet je nu eenmaal gemotiveerd zijn.
Maar wat nu als er vanaf het begin een handiger derde taal beschikbaar is om met elkaar te communiceren? Mijn vriend en ik hebben verschillende taalachtergronden. Hij Italiaans, ik Duits. We ontmoetten elkaar op neutraal Nederlands grondgebied en voerden onze eerste gesprekken in de lingua franca, het Engels. En zelfs na vier jaar relatie is het nog steeds handiger om Engels met elkaar te praten dan te jongleren met zijn kleine beetje Duits en mijn verwaarloosbare kennis van het Italiaans.
Wat het ingewikkeld maakt, is dat mijn vriend en ik allebei familieleden hebben die niet allemaal even goed Engels spreken. De hierboven geciteerde uitspraak zou daarom moeten zijn: ‘De beste manier om een taal te leren, is een paar weken door te brengen met de familie van iemand van wie je houdt, met name als het enige dat je in het Italiaans kunt zeggen is dat je van iemand houdt.’ Familie is een heel sterke motivator, en ik spreek uit eigen ervaring.
De juiste middelen
Gelukkig zijn er veel verschillende manieren om een taal te leren – van klassieke taalcursussen tot grammaticaboeken en computerprogramma’s. Een van de verreweg meestgebruikte middelen is de app Duolingo. Vind maar eens iemand die een taal leert, maar deze app nog nooit heeft gebruikt.
‘Een taalapp kan je overal gebruiken’
Gebruikers kunnen zich gratis aanmelden en sessies volgen in hun doeltaal, die voornamelijk bestaan uit vertaaloefeningen. Voor wie daar niet genoeg aan heeft, is er de premium versie. Mijn moeder gebruikt de app om Engels te leren, vrienden van mij voor Nederlands. En toen we bijna vijf maanden bij mijn familie in Duitsland doorbrachten tijdens de eerste maanden van de lockdown vorig jaar, heeft mijn vriend zijn Duits ermee bijgespijkerd.
‘Ik denk dat Duolingo op dit moment de populairste gratis taalapp is’, zegt Helmer Strik, universitair hoofddocent spraakwetenschap en -technologie aan de Radboud Universiteit. ‘Een groot voordeel van Duolingo is dat je het overal kunt gebruiken. Het is heel flexibel.’
Communicatie is cruciaal
Maar de interactie tussen persoon en computer is tegelijkertijd een nadeel, legt Strik uit. Je kunt met Duolingo leren lezen en schrijven in een andere taal, en ook je luistervaardigheden kun je ermee opkrikken. ‘Maar het meest essentiële is dat je leert spreken in die taal.’ En hoewel Duolingo spreekoefeningen bevat met automatische spraakherkenning (ASH), is de ASH volgens Strik niet erg goed.
Dat betekent niet dat daar geen mouw aan te passen valt. Maar daarvoor moet je wel verder kijken dan de mogelijkheden van de app. Strik: ‘Je kan natuurlijk naar een land gaan waar de taal gesproken wordt, of je combineert de app met het lid worden van online community’s waar de taal gesproken wordt.’
Waar het uiteindelijk op neerkomt volgens Strik, is oefenen, oefenen en nog eens oefenen. ‘Motivatie is daarbij een heel belangrijke factor.’ En of je nu gebruikmaakt van een grammaticaboek, een app of chatten met mensen in de doeltaal, hangt af van de persoonlijke voorkeuren van de student. ‘Er is niet één pasklare oplossing voor het leren van een taal.’
Oké, wat voor mij de juiste methode is, moet ik zelf achterhalen. Over mijn motivatie kunnen in ieder geval geen misverstanden bestaan: een al tijden geplande hereniging met de schoonfamilie deze zomer. Mét het lekkere eten en het geweldige gezelschap dat daarbij hoort, en – zolang ik mijn Duolingo-ijver weet vast te houden – waarschijnlijk wat betere communicatie. En dan wel in het Italiaans, dit keer.
Met hun taal-app vielen Radboudonderzoekers in de prijzen
Duolingo is zeker niet de enige gratis app om een taal te leren. In 2017 won een groep onderzoekers van de Radboud Universiteit de Memprize, toegekend door de commerciële taalapp Memrise. De opdracht? Ontwikkel een methode die helpt om een uur lang een woordenlijst te oefenen, die bovendien op de prettigste manier tot de beste resultaten leidt. De Radboud-onderzoekers wonnen de wedstrijd met een combinatie van oefenen in actieve herinnering (een techniek waarbij deelnemers actief informatie moeten terughalen), intelligente feedback en geheugentechnieken. Bij die laatste gaat het bijvoorbeeld om technieken als visualisatie en het maken van mentale voorstellingen.
Gesa van den Broek, universitair docent aan de Universiteit Utrecht, voerde in 2017 als promovendus het winnende Radboud-team aan. Ze vertelt dat in de methode van haar team speciale aandacht was voor goede tijdsintervallen tussen herhalingen. ‘Als je twintig minuten de tijd hebt om een aantal woorden te leren, kun je de lijst keer op keer doorlopen, maar dat is waarschijnlijk niet erg effectief.’ In plaats daarvan maakte haar team gebruik van computermodellen om de herhaling van woorden effectiever te verdelen over de tijd. Dat deden ze bijvoorbeeld door moeilijke woorden zo te timen dat studenten ze moesten herhalen net voordat ze die weer zouden vergeten.
Interessant was volgens Van den Broek echter niet zozeer de verklaring voor hun winst, maar vooral de overeenkomsten tussen de oplossingen met de beste resultaten. Die oplossingen maakten allemaal gebruik van vertaaloefeningen met open vragen, terwijl commerciële apps doorgaans hun toevlucht nemen tot meerkeuzevragen, omdat deze meer geschikt zijn voor touchscreenapparaten. Daarnaast worden methoden als geavanceerde temporisering nog niet toegepast in commerciële apps zoals Memrise. Volgens Van den Broek is samenwerking tussen wetenschappelijke en commerciële instellingen echter complex.
‘Je zou bedrijven natuurlijk voor de voeten kunnen werpen dat zij onvoldoende gebruikmaken van wetenschappelijke kennis’, aldus de onderzoeker. ‘Maar het ontwikkelen van een app is een immens complexe taak, en voor het maken van een gebruiksvriendelijke app die langer beschikbaar blijft, zijn veel middelen nodig.’
Het implementeren van onderzoeksresultaten in een app is daarom niet altijd eenvoudig. Zeker niet als je bedenkt dat veel apps worden ontwikkeld door start-ups, die de focus meestal leggen op het ontwikkelen van pakkende features en een goede beeld- en geluidskwaliteit.
Toch zou Van den Broek aan een volgende wedstrijd opnieuw meedoen. ‘Want ook al is de commerciële implementatie van onderzoek niet altijd perfect, het is een goede manier om mensen bewust te maken van de interessante bijdrage die onderzoek kan leveren.’