Tijdige bijsturing door de directie van het ITS had de aangekondigde opheffing van het instituut kunnen voorkomen. Dat zegt de woordvoerder van de zeventig ITS-werknemers.

Afgelopen maandag kregen de zeventig ITS-medewerkers de onheilstijding: het college van bestuur is voornemens om de stekker uit het Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen (ITS) te trekken. Een deel van het personeel kan mogelijk onderdak vinden bij andere afdelingen van de universiteit, maar het andere deel hangt gedwongen ontslag boven het hoofd. Een commissie van de ondernemingsraad gaat de komende maanden uitzoeken hoe de opheffing precies haar beslag krijgt.

‘Er werd rustig gereageerd op de beslissing’, zegt Wouter de Wit, voorzitter van de onderdeelcommissie van het ITS, en daarmee belangenbehartiger van het personeel. ‘De argumenten om met het instituut te stoppen zijn moeilijk te weerleggen.’ Aanleiding voor de beslissing zijn de aanhoudende verliezen van het instituut: vorig jaar bedroegen die twee ton, dit jaar dreigt een tekort van ruim zeven ton. Als oorzaak wijst het universiteitsbestuur op ‘de krimp van de markt voor beleidsonderzoek’, en: ‘Het ITS is onvoldoende in staat geweest hierop flexibel in te spelen’.

Groene puntjes
Wouter de Wit omschrijft de penibele staat van het instituut met een botanische beeldspraak: ‘Een slecht verzorgd plantje met toch enkele mooie groene loten die wel degelijk voort kunnen bloeien.’ Dat voortbestaan kan gebeuren bij afdelingen binnen de universiteit, of als zelfstandige doorstart dan wel overname van enkele afdelingen door partijen buiten de universiteit.

De Wit vindt het voornemen tot opheffing lastig te slikken, helemaal omdat het personeel in de afgelopen jaren meerdere keren bij de leiding heeft aangedrongen tot ingrijpen. ‘Er was een verschil van visie over de aansturing. De directie ging uit van weinig sturing en veel vrijheid, waar het personeel aandrong op meer grip.’ Dit heeft er onder meer toe geleid dat het ITS een versnipperde organisatie is geworden met weinig focus. De Wit noemt het dan ook niet gemakkelijk om een schip als ITS bij te sturen, ‘maar als je niks doet, dan loop je het risico te stranden, wat nu is gebeurd.’

College van bestuur
Niet alleen de ITS-directie bleef te afzijdig bij de ontwikkelingen binnen de afdelingen, ook het universiteitsbestuur valt volgens De Wit het een ander te verwijten. ‘Het college van bestuur heeft zich te lang te weinig met het ITS bemoeid.’ Omdat zowel het universiteitsbestuur als de ITS-directie blaam treffen bij de crisis, noemt De Wit gedwongen ontslagen niet aan de orde. ‘Ik ga er niet vanuit dat dit gaat gebeuren, er rust een grote zorgplicht bij het universiteitsbestuur.’ / Paul van den Broek