Jacht leidt tot steeds minder jungledieren
Jagers zorgen in meer dan de helft van de tropische bossen voor een forse afname in het aantal zoogdieren, soms wel met 70 procent of meer. Tot die conclusie komen Nijmeegse milieukundigen onder leiding van Ana Benítez-López op basis van nieuw onderzoek.
Veel plattelandsbewoners in de tropen zijn voor hun eten nog afhankelijk van de jacht. Een aantal jaar geleden liet Benítez-López in het prestigieuze Science al zien dat dierpopulaties rond dorpen en wegen hierdoor onder druk staan. In een vervolgpublicatie deze week in vakblad PLoS Biology laat ze zien welke plekken in de Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse tropen meer last hebben van de jacht, en welke minder.
Zo zijn er gebieden in West-Afrika waar het aantal zoogdieren momenteel 70 procent lager is dan 40 jaar geleden. Vooral grote dieren zoals tapirs, apen en olifanten hebben het zwaar te verduren, omdat zij zich langzamer voortplanten. ‘Als er dan een individu wegvalt door de jacht, herstellen hun populaties zich langzamer dan wanneer dat bij kleine diersoorten gebeurt’, licht Benítez-López telefonisch toe vanuit haar huidige werkplaats Sevilla.
Aan grote dieren kan nu eenmaal meer verdiend worden, vertelt ze. Op lokale markten, vanwege hun vlees, maar ook in de handel. ‘Bepaalde schubdieren en neushoorns zijn bijvoorbeeld heel populair om traditionele Chinese medicijnen van te maken.’
De ecologe is niet zelf ter plekke dieren gaan turven. De getallen zijn schattingen, voorspeld door bestaande gegevens uit de literatuur en andere bronnen slim met elkaar te combineren. Zo heeft de wereldvoedselorganisatie FAO wereldwijde gegevens over armoede, de NASA over bevolkingsdichtheden en met Open Street Map (een soort Google Maps) kun je zien waar veel dorpjes zijn. ‘Op die manier kun je goed in kaart brengen waar lokale jagers zich waarschijnlijk bevinden.’ De hotspots? In West-Afrika inderdaad, met haar miljoenenbevolking.
Biodiversiteit te optimistisch ingeschat
Benítez-López’ voorspellingen laten zien dat dierpopulaties zelfs onder druk kunnen staan op plekken waar geen sprake is van ontbossing – traditioneel hét signaal voor onderzoekers en beleidsmakers dat ergens minder dieren voorkomen. Biodiversiteitsgegevens die zij gebruiken zijn daardoor mogelijk te optimistisch, want die houden geen rekening met afname door jagen.
Wat er tegen de overmatige jacht te doen is, daar blijft de Spaanse onderzoekster voorzichtig over. ‘Ik ben geen sociaal-wetenschapper. Maar de overheid zou ervoor kunnen zorgen dat mensen minder afhankelijk worden van de jacht.’ Bijvoorbeeld door hen beter op te leiden en ervoor te zorgen dat ze meer variatie in hun dieet aanbrengen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld vee gaan houden, eiwitrijke groenten verbouwen of op kleinere dieren gaan jagen. ‘Los daarvan is het ook nodig dat illegale stroperij serieuzer aangepakt wordt.’