‘Voor het plezier een dier doodschieten is er niet bij’

17 apr 2019 ,

Odette Zonnenberg is in het dagelijks leven verpleegkundige op de intensive care. Buiten haar werk jaagt ze op reeën en zwijnen. ‘Het komt allemaal voort uit mijn passie voor mens, dier en natuur.’

Op het terras van het Berg en Dalse pannenkoekenrestaurant De Duivelsberg haalt Odette Zonnenberg haar telefoon uit haar broekzak. Ze laat een filmpje zien. In het duister zien we een groepje wilde zwijnen rondscharrelen. De zwart-witte beelden zijn met een warmtebeeldcamera gemaakt. Het vizier richt zich op een van de zwijnen, dat een ogenblik later spartelend op de grond valt.

Nee, dit soort filmpjes laat Zonnenberg – in het dagelijks leven verpleegkundige op de intensive care van het Radboudumc – niet aan al haar collega’s zien. ‘Niet iedereen kan dat waarderen. Ik weet inmiddels wie er niet op zitten te wachten.’

‘Wie denkt dat je voor je plezier een dier doodschiet, snapt het verhaal van natuurbeheer niet’

Odette Zonnenberg is jager, reservaat de Duivelsberg haar jachtterrein. Het natuurgebied tegen de Duitse grens doet on-Nederlands aan, met zijn bosrijke heuvels, beekjes en vergezichten. Wandelaars delen het gebied met vossen, salamanders, uilen, roofvogels, reeën en wilde zwijnen. En met jagers, al blijven die, net als de dieren, liever uit het zicht. Haar auto zet Zonnenberg meestal niet op de drukke parkeerplaats van het pannenkoekenrestaurant. ‘Ik realiseer me goed dat ik met een groot wapen rondloop.’

Wachten

Dat wapen heeft ze deze middag thuisgelaten. Wel draagt ze haar diepgroene jagerskledij, waarmee ze tijdens haar jachturen, vaak in de schemering, minder opvalt tussen de bomen. Vanaf het restaurant is het nog geen vijf minuten lopen naar een plek midden in het bos, buiten het blikveld van de wandelaars op de paden. Aan een van de bomen is op enkele meters hoogte een zitje bevestigd, dat ze bereikt via een ladder. Tijdens het jagen neemt Zonnenberg daarop muisstil plaats, geweer in de aanslag.

Wie dacht dat jagen op reeën en zwijnen barst van de actie, heeft het mis. Jagen op grofwild bestaat grotendeels uit wachten tot zich een ree of zwijn aandient. Ook als een dier zich eenmaal laat zien, is het geen kwestie van schieten en inpakken. Eerst volgt nauwkeurige observatie. Zonnenberg: ‘Is het een mannetje of vrouwtje? Bij varkens schieten we liefst eerst de mannetjes. Zijn er kleintjes bij? Is het vrouwtje niet drachtig?’

Als ze alle vinkjes in haar hoofd gezet heeft, kan ze nog niet direct schieten. Eerst moet het dier goed gaan staan. Een dodelijk bladschot, waarbij de kogel het hart treft, kan alleen worden gelost vanaf de zijkant.

‘Toen ik mijn eerste ree ging schieten, zat ik wel even te shaken. Dat is normaal: de bokkenkoorts noemen we dat. Als je weinig ervaring hebt, denk je bij elk blad dat ritselt: nu komt er een ree aan. Blijken het twee eekhoorntjes te zijn. Inmiddels heb ik dat niet meer. Wel maak ik nog altijd een weloverwogen beslissing: moet deze het worden? Ik jaag met passie en gevoel. Niet van: ik ga even lekker schieten.’

‘Als ik geraakt heb, denk ik: blijf liggen, blijf liggen. Want je gaat voor het weidelijke schot, waarbij het dier direct dood is.’ Weidelijkheid – jagen met respect voor het wild en volgens de geldende gedragscode – staat altijd voorop, zegt Odette. Maar het blijft mensenwerk. ‘Geen jager kan zeggen: ik schiet nóóit mis.’ Ook na het dodelijke schot is het werk nog niet klaar. Zelfs na een bladschot volgens het boekje kan een ree nog tot tachtig meter afleggen, voor het neervalt. Dan komen Zonnenbergs zweethonden Dieke en Otto van pas: haar honden zijn getraind om aangeschoten wild op te sporen.

Eenmaal gevonden, wordt het ree of zwijn ter plekke ontweid: Zonnenberg snijdt met een mes de buik open om de ingewanden eruit te halen. Die worden achtergelaten in het bos, voor de aaseters. Daarna kan het kadaver mee de auto in.

Reeën tellen

Ook dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. ‘Je mag niet zo maar met een ree achterin je auto door het land knorren’, zegt Zonnenberg. Om te jagen heb je een vergunning nodig, en een jachtakte, die je pas krijgt na een theorie- en praktijkopleiding. En vervolgens moet je toestemming krijgen om in een bepaald gebied actief te mogen zijn. Sommige jagers wachten daar jaren op – Zonnenberg werd gevraagd bij te dragen aan het grofwildbeheer op de Duivelsberg, een gebied dat deel uitmaakt van wildbeheereenheid Land van Gelre. ‘Dat is een luxepositie.’

‘Ik vind de dood niet afschrikwekkend’

De jacht is niet alleen een voorrecht, maar ook een verantwoordelijkheid, vindt Zonnenberg. ‘Wie denkt dat je voor je plezier een dier doodschiet, snapt het verhaal van natuur- en populatiebeheer niet.’ Neem de zwijnen in het gebied rond de Duivelsberg. Eigenaar Staatsbosbeheer rekent nadrukkelijk op jagers om de populatie zo klein mogelijk te houden. De zwijnen spitten de grond om – met schade voor boeren als gevolg – en dragen het risico op verspreiding van de Afrikaanse varkenspest.

Nog een taak waar wildbeheereenheden zoals die van Zonnenberg een bijdrage aan leveren: de landelijke reeëntellingen die plaatsvinden eind maart. Op basis van de tellingen wordt een schatting gemaakt van het aantal reeën. En op basis daarvan maakt de provincie een faunabeheerplan, met daarin het aantal reeën dat jagers mogen schieten.

‘Bij de reeën maken jagers onderscheid tussen de bokken en de geiten’, zegt Zonnenberg. ‘De geitentijd sluit nu, want de vrouwtjes zijn drachtig. Dan gedraag je je weidelijk als jager: de vrouwtjes laat je met rust, zodat ze hun jongen op de wereld kunnen zetten. Op 1 april gaat de bokkentijd in, dan mogen we op de mannetjes jagen.’

Niet dat reeën zo veel schade veroorzaken en daarom moeten worden ‘beheerd’. Maar in groten getale vormen ze een toenemend risico voor de verkeersveiligheid. In Nederland vinden jaarlijks duizenden aanrijdingen plaats met herten, reeën of ander wild, weet Zonnenberg.

Stukje vlees

Ook de ophef rond de Oostvaardersplassen, waar afgelopen winter 1800 herten afgeschoten moesten worden, laat volgens Zonnenberg zien dat wildbeheer noodzakelijk is. ‘Ik sta absoluut niet achter wat daar is gebeurd. Er is geen populatiebeheer en geen beleid gevoerd. Het had nooit zover mogen komen: zo veel dieren op dat kleine stuk land, met te weinig eten.’

Kortom, ‘doordat je de natuur beheert, zorg je ook dat dieren er kunnen leven’, aldus Zonnenberg. Ze geniet er ook van: de spanning, het buiten zijn, het werken met de dieren, de tradities. En: ‘Hoe lekker is zo’n stukje zelf geschoten vlees in de pan!’

Zonnenberg zorgt als verpleegkundige in het Radboudumc voor de hartpatiënten op de intensive care. Ze is zich bewust van het contrast tussen haar werk en haar liefde voor de jacht. ‘Mijn patiënten zijn mensen van wie het hart, de motor van hun lijf, moet worden gerepareerd. En ik lap ze daarna op. Terwijl ik op andere momenten dieren dood door ze in het hart te schieten.’ Ze snapt dat mensen het dubbel vinden. ‘Maar het komt allemaal voort uit mijn passie voor mens, dier en natuur.’

De dood, die op de IC altijd dichtbij is, vreest Zonnenberg niet. ‘Het klinkt misschien raar, maar ik vind de dood niet afschrikwekkend. Ik heb zo veel mensen zien sterven en ik weet inmiddels: daar is niets engs aan. Iemand uit het leven geleiden is iets moois, net als de begeleiding van nabestaanden.’

14 reacties

  1. Karel Franciscussen schreef op 18 april 2019 om 19:03

    Het feit dat je er filmpjes van maakt verraad in mijn ogen hoe ziekelijk het eigenlijk is… Ik wordt een beetje misselijk als ik passages als “ik jaag met passie en gevoel” lees. Als je het met diepe tegenzin doet maar er (naar mijn mening onterecht) heilig van overtuigt bent dat je de dieren ermee helpt, dan zou ik er nog enig begrip voor kunnen opbrengen. Juist een beroep doen op gevoel – terwijl je aan het doden bent – is bijzonder vreemd…

    In plaats van een ‘overschot’ aan dieren (wat ik eerder een te kort aan leefruimte zou noemen) af te schieten kun je beter werken aan het uitbreiden van natuurgebieden zodat dieren van het ene naar het andere natuurgebied kunnen (denk in het geval van de Duivelsberg aan het project Ketelwald…).

    Bovendien vind ik het in ethisch opzicht erg schimmig. Als er problemen zijn met huisvesting door hoge bevolkingscijfers ga je toch ook niet over op eugenetica of “euthanasie-politiek”? Waarom is dat bij dieren dan – blijkbaar – geen enkel probleem? Wie bepaald dat er ’teveel’ dieren van een soort zijn? Zijn er dan niet ook teveel mensen? Of is het maar sentimenteel dat ik de vanzelfsprekend geachte superioriteit van mensen ten opzichten van dieren niet begrijp? Bij mij roept het associaties op met de manier waarop Nazi-intellectuelen moord wetenschappelijk probeerde te rechtvaardigen (al gaat de vergelijking natuurlijk niet helemaal op omdat daar haat een grote rol speelde en hier niet, neem ik aan).

    En van vuurwapens voor particulieren (niet-militairen/agenten) moeten we wat mij betreft trouwens ook helemaal af…

  2. André Sonneville schreef op 21 april 2019 om 13:59

    Mijnheer Franciscussen, ga u diep schamen met uw volstrekt abjecte accociatie met ‘Nazi-intellectuelen’!

    • Wouter schreef op 29 april 2019 om 22:39

      “Ik jaag met passie en gevoel” en “Het komt allemaal voort uit mijn passie voor mens, dier en natuur”… ik word er eerlijk gezegd onpasselijk van, van dit soort uitspraken. Met droge ogen vertellen dat je met passie en gevoel een dier doodschiet, een familie één voor één van het leven berooft (mannetjes zwijnen worden immers eerst geschoten volgens deze ‘dame’), en dat ook nog filmt, rijmt in de verste verte niet met elkaar. Serieus, en dan ook nog werken in de zorg waar naastenliefde en geven om anderen een bijzonder grote rol speelt. Beste mevrouw Zonnenberg, u moet zich schamen!

    • Bert Luijpen schreef op 1 mei 2019 om 19:36

      Natuurlijk moet je niet associeren (met ss (hoe toepasselijk) en niet cc) met ‘Nazi-intellectuelen’. Maar veruit het grootste deel van de nazi’s was wel dom, bloeddorstig en sadistisch. Zoals veul jagers.

    • marijke schreef op 2 mei 2019 om 07:50

      u bent zeker ook jager en probeert dit wat zij doet goed te praten door een goede tegenstander een nazi te noemen ?

  3. Janneke schreef op 29 april 2019 om 19:40

    Ik zag even reacties van ene Pouwels. Waarom zijn deze verwijderd?
    Erg vreemd!! Hij heeft gelijk over de jachtlobby! Deze is machtig. Echter is jagen niet meer van deze tijd. Immers we hoeven in Nederland niet te overleven. ‘Beheer’ werkt averechts. Natuur reguleert zichzelf. Dus jagen (dieren doden) doe je nu voor het plezier. Het is een hobby, een passie. Als je van de natuur houdt kun je ipv een jachthut ook in een fotohut zitten. In spanning wachten tot het dier voor je hut komt en dan… schieten… maar dan wel met een camera. Voor meer informatie kijk eens op de website van http://www.fauna4life.nl

  4. J. Van Leeuwen schreef op 30 april 2019 om 03:00

  5. Maarten schreef op 30 april 2019 om 09:54

    Heel fijn dat er zo te zien heel wat tegengeluid is op dit artikel wat moord blijkbaar goedpraat. Bedankt Karel Franciscussen! Wanneer een vrouw de opmerking maakt: “En hoe lekker is zo’n stukje zelf geschoten vlees in de pan!” dan is het voor mij duidelijk dat deze haar principes niet helemaal (of beter gezegd totaal niet!) op een rijtje heeft! Maar dat past vast bij de mentaliteit van haar werkplek op de Radboud MC waar ze nog steeds experimenteren op onschuldige dieren. Kortom; helpen en genezen met je ene hand en martelen en doden met je andere hand. Dat dit soort artikelen over glorificatie van moord geplaatst mogen worden vind ik ook niet kunnen.

  6. Pepe schreef op 30 april 2019 om 11:00

    en wat denkt ze wat ze is ? God? zij beslist wie mag leven en wie er dood moet? wat een arrogantie ten top !

  7. Pepe schreef op 30 april 2019 om 11:04

  8. Marianne Oudenhuysen schreef op 1 mei 2019 om 10:09

    De jagende verpleegkundige in Vox (april 2019) beweert dat ze doet aan ‘wildbeheer’ en niet voor haar plezier een dier doodschiet. De jacht is echter niets anders dan een hobby van een kleine groep mensen die de rest van Nederland wil doen geloven dat het noodzakelijk is. Niets is minder waar. De reeën waar zij het over heeft, zijn veel beter af zonder jacht. De aantallen reguleren zichzelf. Deze dieren zijn overigens niet te tellen, zoals zij beweert, en dat hoeft ook helemaal niet. De meest effectieve manier om aanrijdingen met reeën te voorkomen, is het treffen van maatregelen op en langs de wegen, zoals verlagen van de verkeerssnelheid en het laag houden van beplanting in de bermen voor beter uitzicht. In het geval van landbouwschade door onder andere wilde zwijnen, is de enige effectieve oplossing het onbereikbaar maken van de gewassen bijvoorbeeld door middel van een raster. Schieten lost niets op. Het enige effect daarvan is dat er ruimte wordt gecreëerd voor nieuwe dieren. In feite kweekt een jager op die manier nieuwe slachtoffers voor zijn eigen plezier.

  9. Ed Heesbeen schreef op 2 mei 2019 om 22:19

    Is wel tegenstrijdig allemaal, aan de ene kant ben je verpleegkundige die mensenlevens redt en de andere kant ben je jager die gezonde dieren vermoordt. En wat een slecht excuus dat dieren de oorzaak zouden zijn van verkeersongelukken, in stedelijk gebied zijn geen wilde dieren en gebeuren ook (dodelijke) ongelukken!

  10. Kees schreef op 6 mei 2019 om 10:54

    In het artikel wordt gesproken over de Oostvaardersplassen, waar afgelopen winter 1800 herten afgeschoten moesten worden. Let wel, dit moest gebeuren omdat deze dieren anders zouden verhongeren. Aangezien normale mensen dat een te gruwelijke en onwaardige dood vinden voor een dier, wordt gekozen voor een relatief veel snellere dood middels een kogel. Mijns inziens een goede keuze en een goede manier om het lijden van deze dieren zo minimaal mogelijk te houden.

    In de reacties op dit artikel spreekt echter louter hysterie over dit onderwerp. Het is “ziekelijk”, wordt er gezegd. Zonder onderbouwing wordt verkondigd dat het beheer van de natuur niet nodig is. Vergelijkingen met Nazi’s worden gemaakt. Is dit een universiteitsblaadje of lees ik opeens geenstijl?

    Ook in onze geliefde Ooijpolder worden iedere winter een flink aantal van die grote runderen doodgeschoten, wisten jullie dat? Dat gebeurt omdat er in de winter niet genoeg voedsel is, en omdat er anders drie maanden lang een aantal van deze dieren kermend en loeiend van pijn en honger en op het land ligt te kreperen alvorens dood te gaan. Helaas zien sommige mensen deze dieren liever op deze pijnlijke wijze dood gaan, dan dat ze zelf een nachtje wat slechter kunnen slapen omdat “we dieren doodmaken”.

  11. Pauline schreef op 4 juni 2022 om 19:06

    Wellicht een beetje late reactie maar dan toch. De meeste bovenstaande reacties geven aan hoe weinig kennis er is over het leven van dieren, over de fauna en het beheer op wilde dieren en het oogsten van het wild in het najaar. In plaats van uw afschuw en onmacht over de bij u opgewekte emotie te ventileren in allerlei absurde vergelijkingen zou u kunnen vragen hoe het zit met de jacht en het beheer van wilde dieren. Een ieder kan bedenken dat wilde dieren niet aan een touwtje naar het slachthuis gebracht kan worden. Maar hoe moet het dan wel wanneer we teveel aanrijdingen hebben met wilde dieren of wanneer teveel akkers worden leeggegeten of wanneer er geen bosverjonging meer plaatsvindt omdat er teveel dieren ervan eten? Dan komt er uitleg. Alleen maar de verteller van dit artikel neersabelen met emotionele uitlatingen is wel heel erg dom ……

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!