Kamernood onder studenten, het is al jaren een probleem. Als je veel geld te besteden hebt of erg behulpzame ouders, dan valt er meestal wel iets te vinden. Ook via kamernet of via via vinden best wat studenten een kamer. Toch blijven veel studenten afhankelijk van de plaatselijke studentenhuisvester.

Buitenstaanders willen nogal eens neerkijken op studenten met hun wensen. Een Nijmeegse journalist vroeg zich af waarom studenten niet in de kleine, tochtende afgelegen kamertjes op tijdelijks SSHN complex Griftdijk tussen Lent en Oosterhout willen wonen. “Straks deugt alleen centrum voor student” werd er met enige afgunst gechargeerd.

Is dat zo? Zijn studenten zulke zeikerige luxepaardjes geworden? Volgens mij valt dat reuze mee. Hoewel randvoorwaarden voor een kamer met de leeftijd meegroeien (hé, niks menselijks is studenten vreemd) zijn eerstejaars studenten echt niet al te kritisch. Een kamer voor een beginnende student hoeft niet erg groot te zijn. Zo’n 15 m² met gedeelde faciliteiten is voor de meesten een uitstekende start. Ook hoeven zij geen parkeerplaats, tuin of balkon bij hun eenheid en is een eenvoudig rechttoe rechtaan flatgebouw zonder mooi uitzicht geen probleem.

Wat is dan wel belangrijk? Naast complexere sociale omstandigheden als huisgenoten zijn er volgens mij grofweg twee belangrijke factoren: goede (geluids)isolatie en bereikbaarheid! Want niet iedere student studeert op dezelfde tijden en sommige studenten zijn helaas wat luidruchtiger dan anderen. Bereikbaarheid is misschien nog wel het belangrijkste. Een studentenkamer is een KAMER, geen HUIS. De student slaapt er misschien, maar een beetje student leeft voornamelijk buiten de deur. Bij vrienden (op de kamer), op de universiteit, in de kroeg, in de bibliotheek. Op zijn kamer heeft de student meestal weinig luxe, geen gezellig gezin, en voor de deur staat geen handige auto die afstanden decimeert.

Een studentencomplex hoeft echt niet in hartje centrum of in de sjiekste wijken van een stad te liggen. Wel wil een student op zijn rammelende fiets graag binnen vijftien minuten op de onderwijsinstelling of in een café of winkelcentrum zijn. Een route die voor een jong volwassene ’s avonds nog een beetje veilig is, wordt ook gewaardeerd.

Zijn studenten zeikerds? Oh ja, vaak zat. Alfastudenten zouden bijvoorbeeld wat minder moeten piepen als ze eens voor 10:30 uur onderwijs hebben en bètastudenten zouden wat minder moeten zaniken over hun indruk dat alfastudenten nauwelijks studeren. Echter, dat Nijmeegse Studenten bedanken voor het geografisch geïsoleerde maar qua woning slecht geïsoleerde Griftdijk, vanwaar het bijna een half uur fietsen is naar de universiteit, begrijp ik goed. Griftdijk is eigenlijk alleen geschikt als tijdelijke noodoplossing voor studenten die van te ver komen. Oud-student Daniël Aukes twitterde terecht over de gehorige, tochtende barakken: “Zoiets mag maar 5 jaar staan”. Complex Griftdijk zou daarmee ook slechts een tijdelijke oplossing voor de studentenhuisvester mogen zijn.

En overigens blijf ik van mening dat de Radboud Universiteit niets hoeft te verbergen en nieuws niet achter slot en grendel hoort.