Jonge studenten en medewerkers komen de coronatijd lastiger door
Jonge medewerkers en studenten hebben het moeilijk. Dat blijkt uit een groot Radboudonderzoek naar onderwijs en onderzoek in coronatijd. Volgens onderzoekers Hans Schilderman en José Sanders is het cruciaal dat studenten en docenten elkaar bijstaan. ‘Studenten willen merken dat ze gemist worden als ze er niet zijn.’
Het sleutelwoord voor Hans Schilderman in coronatijd: veerkracht. ‘Als een veer wordt ingedrukt, zoals nu, moet die het vermogen hebben om ingedrukt te worden en op een bepaalde manier te lijden. Als de veer dan losgelaten wordt, gaat het erom de energie die vrijkomt op een goede manier te gebruiken.’
De hoogleraar Religiewetenschap gebruikt de metafoor aan het eind van een uur durend zoomgesprek. Onderwerp: het Radboudonderzoek naar welzijn, zingeving en communicatie onder studenten en medewerkers in coronatijd, dat Schilderman initieerde. Op grond van de eerste resultaten zeiden de onderzoekers vorige maand dat het met studenten in coronatijd ‘verrassend goed’ ging. Na verdere analyse van de gegevens is dat globale beeld een maand later weinig veranderd.
Schilderman: ‘Veel studenten en in mindere mate medewerkers hebben problemen om hun dagritme en motivatie op peil te houden. Maar, in ieder geval op moment van meting, heeft dat nauwelijks impact op hun welzijn gehad. Dat zegt wel wat over hun veerkracht.’ Onderzoeker Joris Kregting, die de analyses deed, voegt toe: ‘Medewerkers en studenten zijn best tevreden over de rol van de universiteit en hoe ze communiceren. Zo slecht gaat het hier nog niet.’
Moeite
Dat wil niet zeggen dat het met alle studenten even goed gaat. Veelal zijn er kleine verschillen zichtbaar tussen groepen, blijkt uit het rapport dat de onderzoekers onlangs presenteerden aan het college van bestuur . Zo hadden mannelijke studenten bijvoorbeeld iets meer moeite om een goed dagritme te vinden, maar vonden zij het juist minder lastig om geconcentreerd te blijven. Buitenlandse studenten scoren iets lager op sociaal welzijn en ontvangen vaker extra steun. Of studenten een partner hebben, of bij hun ouders wonen, lijkt niet uit te maken.
De onderzoekers valt vooral op dat jonge studenten het moeilijker hebben. De jongste studenten van 18 en 19 jaar vinden het onderwijs in coronatijd bijvoorbeeld beduidend vaak minder goed van kwaliteit dan oudere studenten. Ook scoren ze lager als het gaat om welzijn. Opmerkelijk: hetzelfde beeld is bij de jonge medewerkers te zien. 70 procent van de medewerkers jonger dan 30 jaar had moeite om geconcentreerd en gemotiveerd te blijven, tegenover 35 procent van medewerkers ouder dan 45 jaar.
Andere verwachtingen
Schilderman vraagt zich af hoe de verschillen te verklaren zijn. ‘Een hypothese is dat studenten en medewerkers in hun rol moeten groeien. Je kan het ook van een andere kant bekijken: dat verschillende generaties studenten en medewerkers anders tegen het leven aankijken en daardoor andere verwachtingen hebben. We weten het niet zeker en hopen dat de verdiepende interviews met studenten en medewerkers, die nu plaatsvinden, hier meer licht op gaan werpen.’
‘Je moet vertrouwen blijven bieden’
Collega-onderzoeker en hoogleraar Narratieve Communicatie José Sanders: ‘Jonge studenten zijn op papier volwassen, maar zijn zich op mentaal gebied nog aan het ontwikkelen: hoe zichzelf te motiveren en hun eigen werkzaamheden te structureren.’ Sanders waarschuwt dat in deze ontwikkelingsfase de gevolgen voor kwetsbare studenten groot kunnen zijn. ‘Als ze motivatie en structuur verliezen, kunnen ze op achterstand komen en dat moeilijk weer inhalen.’
De onderzoekers zijn op dit moment bezig de resultaten van de tweede enquêteronde te analyseren. Met de resultaten hopen ze te leren hoe de impact van corona op studenten en medewerkers over de tijd verandert.
Innerlijk kompas
Om problemen vooraf te voorkomen is het belangrijk dat studenten met elkaar en met docenten in contact blijven, zegt Sanders. ‘Goed digitaal communiceren vraagt iets extra’s van iedereen. Docenten en studieadviseurs staan wat dat betreft echt voor een uitdaging in deze tijd. Als de universiteit manieren vindt om jonge studenten en jonge medewerkers persoonlijk te blijven aanspreken en stimuleren, zou dat enorm helpen. Sanders haalt hoop uit de onderzoeksresultaten waaruit blijkt dat jonge studenten het vaakst door elkaar en docenten worden geholpen. ‘Daarvan krijgen studenten veerkracht. Als ze gezien worden als ze er zijn en gemist worden als ze er niet zijn.’
Volgens Schilderman zijn studenten en medewerkers aan het varen door de mist. ‘Iedereen weet donders goed hoe ingewikkeld deze tijd is. Je weet niet wat gaat gebeuren, of je een ijsschots raakt of op land strandt. Dus moet je als universiteit vertrouwen blijven bieden, door te laten zien dat je kunt navigeren op een innerlijk kompas. Dan geef je de boodschap: we gaan het samen redden.’
T. schreef op 7 juli 2020 om 15:35
Wat de jongere medewerkers betreft: de kans is groot dat ze kleiner wonen dan medewerkers van boven de 45 jaar. Een kleine woning, waarschijnlijk zonder tuin (als je geluk hebt wel een balkon) en zonder ruimte voor een goede werkplek. Misschien wel samenwonend, dus de kleine ruimte moet wanneer beiden ineens thuiswerken 24/7 gedeeld worden. Als er ook nog heel jonge kinderen in het spel zijn is het feest compleet. Echt, dat houdt niemand lang vol.
45+ = doorgaans ruimer behuisd, oudere kinderen. Nog steeds niet ideaal om dan lang thuis te werken, maar er zit wat meer rek in.