Jongeren delen vervelende berichten over anderen op WhatsApp omdat de rest dat ook doet
Ongevraagd foto’s delen en digitaal pesten zijn een toenemend probleem onder jongeren. Kuddegedrag speelt hierbij een grote rol volgens promovenda Daniëlle Bleize. Jongeren volgen gemakkelijk de (cyber)groep, zelfs als ze die helemaal niet kennen. Het helpt om meelopers verantwoordelijk te maken voor hun eigen daden.
Een lullige foto van een klasgenoot delen in allerlei appgroepen, is dat grappig? Als die klasgenoot dat niet wil, is het nooit grappig, zou je zeggen. Maar juist op WhatsApp gebeurt het met grote regelmaat. Bekender zijn de verhalen van naaktfoto’s die viraal gaan. Spannend om te delen misschien, maar rampzalig voor degene op de foto.
Vrienden
Promovenda Daniëlle Bleize onderzocht waarom jongeren (twaalf tot vijftien jaar) dit soort acties dan toch goedkeuren. ‘Ik had gedacht dat ze het vooral oké vinden als hun vrienden het ook oké vinden’, zegt ze. ‘Maar ze blijken net zo geneigd om mee te gaan in het gedrag van leeftijdsgenoten die ze helemaal niet kennen.’ Het maakt dus geen verschil of het vrienden betreft. Als een paar jongeren een intieme foto delen, denken anderen al snel dat ze dat ook wel kunnen of moeten doen.
Communicatiewetenschapper Bleize schreef tig scholen aan met het verzoek mee te doen aan haar onderzoek. Uiteindelijk wist ze 23 onderwijsinstellingen, van vmbo tot gymnasium, over de streep te trekken. ‘Er was interesse omdat veel scholen juist worstelen met deze problematiek’, vertelt ze.
In een van haar experimenten liet ze jongeren die elkaar niet kenden met elkaar chatten via een kanaal vergelijkbaar met WhatsApp. Echter de ‘gesprekspartners’ waren niet echt, het ging om voorgeprogrammeerde reacties van chatbots. Als de eerste drie mensen in een gesprek het delen van een foto goedkeurden, ging nummer vier daar vaak in mee. ‘Terwijl, als je in individuele gesprekken aan adolescenten vroeg of ze iets oké vonden, was het antwoord vaak nee.’
Pesterijen
Net als in real life zijn jongeren online dus eerder geneigd de groep te volgen dan voor zichzelf te denken. Wie de groep precies is, maakt weinig uit. Dat kuddegedrag draagt eraan bij dat digitale pesterijen zo uit de hand kunnen lopen. Slachtoffers zien niet alleen hun foto’s terugkomen op plekken waar ze nooit voor bedoeld waren, er worden ook roddels over scholieren verspreid of ze worden bewust uitgesloten van gesprekken en groepen.
‘Deze cyberagressie kan verstrekkende gevolgen hebben’, aldus Bleize. ‘Voor het welzijn van iemand, of voor de schoolprestaties. Soms leidt het tot psychische problemen of in extreme gevallen zelfs tot zelfbeschadiging.’
Een verschil met het ouderwetse pesten op het schoolplein is dat online acties vaak niet meer ongedaan kunnen worden gemaakt. Een afbeelding blijft altijd vindbaar en het aantal mensen dat er weet van heeft, is vele malen groter. ‘Op het schoolplein zijn er vaak maar een paar omstanders die iets gezien hebben.’
‘Cyberagressie kan verstrekkende gevolgen hebben’
Maar er is hoop: Bleize kwam erachter dat de adolescenten zich online anders gedragen als ze het gevoel hebben dat ze verantwoording moeten afleggen voor hun daden. Wanneer ze hun appconversaties bijvoorbeeld achteraf moeten laten lezen door een docent of een ouder. ‘Of als ze begrijpen dat wat ze doen consequenties kan hebben voor de slachtoffers of voor zichzelf.’ Veel jongeren weten niet dat het strafbaar is een naaktfoto van een klasgenoot op te slaan.
Bleize memoreert aan een groepsgesprek dat ze had op een school. Een van de leerlingen redeneerde als ‘maar dan moet je zo’n naaktfoto maar niet maken’ en ‘ik was niet degene die de foto als eerste deelde’. Als jongeren bewust worden gemaakt van hun eigen rol, blijken ze veel beter in staat te reflecteren op hun sociale mediagedrag. Dan snappen ze dat ze zo’n sneeuwbaleffect kunnen stoppen door zelf niet mee te doen aan het doorsturen van een roddel of vervelend filmpje.
‘Daar kunnen ouders en docenten op inspelen. Ga het gesprek aan. Als je kind thuiskomt kun je vragen ‘hoe was je dag op school’ maar ook ‘hoe was je dag online?’’
Anoniem
Het helpt als adolescenten aangespoord worden bij zichzelf na te gaan waarom ze iets doen, stelt Bleize. Zoeken ze sensatie? Willen ze erbij horen? ‘Populair zijn of willen worden kan op die leeftijd een belangrijke strategie zijn om status te verkrijgen. Of juist om ervoor te zorgen dat jij niet zelf het slachtoffer wordt.’
Communiceren vanachter een telefoon of beeldscherm kan bovendien zo anoniem en ‘veilig’ voelen dat jongeren zich ook niet altijd realiseren wat het effect op de ander kan zijn. In een vervolgstudie zou Daniëlle Bleize graag onderzoeken hoe je het sociale mediagedrag van jongeren juist positief kan beïnvloeden. ‘Want het brengt óók zo veel goeds, denk aan vriendschapsrelaties en het vormen van je identiteit.’
Maar eerst komt ze even op adem na de verdediging van haar proefschrift afgelopen donderdag. Een foto met haar bul prijkt nu in al haar appgroepen.