Nijmegen gaat drieduizend asielzoekers opvangen op Heumensoord, vlak achter de campus. Dat maakte de gemeente gisteren bekend. Wat vinden studenten daarvan? Vox vroeg rond.

Wouter Meijs (20), student rechten: ‘Die mensen moeten toch ergens heen? Toen ik bij mijn ouders in Vught woonde, had ik ook nooit last van het plaatselijke asielzoekerscentrum. Ik hoop alleen voor de vluchtelingen dat ze snel ergens anders heen kunnen. Met dit weer wil je toch niet in zo’n kamp zitten?’

Julie Kemmink (18), student geografie, planologie en milieu (GPM): ‘De locatie is niet handig gekozen. Ik had liever een structurele oplossing gezien. De vluchtelingen moeten volgend jaar weer allemaal weg. Dat is toch ook niet fijn voor hen?’

Aimée van Zutphen (17), eveneens student GPM: ‘Wel goed dat ze pendelbussen gaan inzetten om de vluchtelingen naar de stad te vervoeren. Anders zouden ze waarschijnlijk lopend gaan, en dan krijg je wel gevaarlijke situaties. Drieduizend mensen is natuurlijk wel heel veel.’

Wouter: ‘Hopelijk leveren rondhangende mensen geen overlast op. Maar het is ieders goed recht om te gaan waar hij wil, natuurlijk. Prima dus dat ze bussen inzetten. Daar op de hei is immers ook niks te doen.’

Julie: ‘Ik ga wel drie keer nadenken voordat ik in mijn eentje de bossen bij het kamp in zou gaan. Er zullen veel mannen bij zitten die al lang van huis zijn. Die hebben ook hun behoeften. Dat vind ik overigens geen reden om te zeggen dat het kamp er niet moet komen. Ik houd er gewoon rekening mee.’

Luuk Veldhuis (20), student psychologie: ‘Ik vind het beter om vluchtelingen te spreiden over het hele land, maar als het opbouwen van dit kamp de beste noodoplossing is, vind ik het prima. Misschien kan de universiteit op de lange termijn ook wel wat betekenen voor de vluchtelingen. De vluchtelingen zullen toch eerst wat van de taal moeten leren, maar op den duur kan de universiteit een schakelprogramma aanbieden voor degenen die willen doorstuderen.’

Wouter: ‘Eigenlijk vind ik het wel tof dat Nijmegen het goede voorbeeld geeft. Hopelijk volgen er meer gemeenten.’ / Mathijs Noij