‘Jullie zijn kleine onderzoekers’
Met deze woorden richtte wetenschapper Ellen van Wolde zich vanochtend tot leerlingen van een plusklas van basisschool ’t Holthuus in Huissen. In het schoolproject ‘Denkbeelden over het begin’, georganiseerd door het Wetenschapsknooppunt van de Radboud Universiteit, ging het vandaag over haar onderzoek. Op deze manier leren kinderen hoe wetenschappers te werk gaan bij het doen van onderzoek.
Denkbeelden
Van Wolde, hoogleraar Exegese van het Oude Testament en Bronteksten van het Jodendom, kwam twee jaar geleden groot in het nieuws toen uit haar onderzoek bleek dat de allereerste zin uit de bijbel eeuwenlang verkeerd is vertaald. Hoe onderzoekt een wetenschapper denkbeelden over de schepping? Denkbeelden die uit een heel andere tijd komen en die vorm kregen in een heel ander deel van de wereld? Samen met de kinderen bekijkt Van Wolde een tekst uit het Oude Testament. Door een opdracht te maken over de oorsprong van onze letters leren de kinderen hoe taal – via letters, woorden en zinnen – uiteindelijk tot denkbeelden leidt.
Regenboog of schietboog?
Maar soms zijn denkbeelden gebaseerd op onjuiste interpretaties. Van Wolde vraagt de kinderen of ze het verhaal van de Ark van Noach kennen. Leerling Juul heeft goed opgelet: ‘Alles stond onder water enzo, en toen kwam Noach met een ark om de dieren te redden.’ Na deze zondvloed stelde God een regenboog in als teken dat er geen zondvloed meer zou komen, zo luidt de officiële interpretatie. Van Wolde legt echter uit dat dit een verkeerde interpretatie van de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst: er zou namelijk een schietboog bedoeld worden en geen regenboog.
Aha-Erlebnis
Het spannende en uitstekend vertelde verhaal leidt bij zowel de kinderen als de verslaggever tot een collectieve Aha-Erlebnis. Van Wolde na afloop van de les: ‘Ik hou er een erg positief gevoel aan over. De leerlingen zijn zeer betrokken en stellen echte vragen. Ze zijn al erg autonoom, in staat om zelf na te denken over dingen. Met de school, het wetenschapsknooppunt en andere medewerkers van het project zijn we er in geslaagd om een abstract onderwerp toegankelijk te maken.’
Toekomst in de wetenschap?
De leerlingen Charlotte, Nynke, Anouk, Joni, Juul en Liza vinden het knap dat Van Wolde zo ver doordenkt. ‘Dat je zo diep over één woord nadenkt, daar zou ik zelf nooit op gekomen zijn’, zegt Liza. Op de vraag of de ‘kleine onderzoekers’ later de wetenschap in willen, komt een onverwacht collectief misprijzen. ‘NEEE’ roepen de zes in koor. ‘Ik vind het wel leuk maar niet iets om je werk van te maken. Je zou achter zoveel woorden iets moeten zoeken, ik zou er gek van worden.’ /Sjoerd Huismans