VOX ON TOUR De rechtenfaculteit wil promovendi vaker stimuleren om op artikelen te promoveren in plaats van op dikke boekwerken. ‘Juristen hebben de neiging om uitputtend te zijn, er van alles bij te halen. Dan wordt een proefschrift al snel negenhonderd pagina’s.’

‘Je hebt mensen die je naar zolder kunt sturen en die er jaren later uitkomen met een kant en klaar boek. Maar je hebt ook mensen die liever in kleine sprongen werken’, zegt decaan Steven Bartels van de rechtenfaculteit in zijn kamer met uitzicht op de Comeniuslaan. Hij wil maar zeggen: promoveren op artikelen ligt sommige onderzoekers beter. ‘Het zijn gewoon twee manieren om bij de eindstreep te komen.’

Op dit moment doen juristen gemiddeld zes jaar over hun promotie, een stuk langer dan onderzoekers van andere faculteiten op de campus. Vergeleken bij de bèta’s en medici is onderzoek doen voor juristen een meer individueel proces. Dat kan sowieso een vertragende factor zijn. ‘Maar juristen hebben ook de neiging om uitputtend te zijn, er van alles bij te halen. Dan wordt een proefschrift al snel een boekwerk van negenhonderd pagina’s. Dat pakt niemand meer uit de kast.’

Leesbaarder
Ook nu is het al mogelijk voor juristen om op artikelen te promoveren, zoals dat op de campus met name bij geneeskunde gebeurt. Alleen maken nog maar weinig juristen daarvan gebruik. Dat is jammer, zegt Bartels. ‘Een artikel stimuleert je om je onderwerp compacter aan te pakken. Te focussen op de nieuwe ideeën en inzichten.’ Het werk wordt er niet alleen leesbaarder door, maar ook meer to the point, vindt hij.

Vijf of zes artikelen van in totaal 150 bladzijden met een kop en een staart moet in veel gevallen kunnen. ‘Maar het is niet zo dat we zeggen: als een tijdschrift de artikelen heeft gepubliceerd, is dat genoeg. Er zal ook hier nog een manuscriptcommissie moeten beslissen of de verzameling artikelen proefschriftwaardig is of niet.’

De faculteit verwacht dat het zo voor buitenpromovendi, die hun baan combineren met het promotietraject, makkelijker wordt om een proefschrift te schrijven. Ze kunnen dan in etappes over relevante deelonderwerpen publiceren./ Martine Zuidweg