Kamertekort slinkt, maar niet voor lang
Voor het eerst in jaren is het kamertekort kleiner. Maar dat is maar tijdelijk, waarschuwen studentenhuisvesters. Nu de basisbeurs weer terugkeert zullen weer meer studenten op kamers willen wonen.
Sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 is het aandeel uitwonende Nederlandse studenten afgenomen van 53 naar 44 procent. Voor bijna de helft van de thuiswonende studenten zijn de hoge kamerhuren de belangrijkste reden om niet op kamers te gaan, blijkt uit de nieuwe Landelijke Monitor Studentenhuisvesting. Maar nu de basisbeurs weer is ingevoerd zal de vraag weer snel groeien, verwacht Kences, de brancheorganisatie van sociale studentenhuisvesters.
Het tekort aan studentenwoningen is sinds vorig jaar gedaald van 27.000 naar 23.700, maar in 2030 zal het naar verwachting weer zijn opgelopen naar 39.700 à 56.800. Alle reden dus om flink te blijven bouwen, vindt Kences.
Internationals
Het totale aantal uitwonende studenten in Nederland is overigens wel gestegen ten opzichte van 2015-2016. Dat komt doordat Nederland nu veel meer internationale studenten telt, die bijna allemaal op kamers wonen. Van alle 754.500 studenten in Nederland, dus inclusief internationals, zijn er nu 400 duizend uitwonend.
In Amsterdam, Delft, Eindhoven, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Den Bosch, Utrecht en Zwolle is de woningmarkt voor studenten momenteel het krapst.
A.D. schreef op 11 september 2023 om 23:01
In de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting (LMS) wordt onder ‘student’ iedere ingeschrevene in het hoger onderwijs bedoelt, dus ook HBO’ers. Er zijn echter grote verschillen tussen die groepen, zo blijkt als je even in het rapport duikt. Terwijl 61% van de HBO’ers thuiswoont, geldt dit maar voor 30% van de WO-studenten.
Die verschillen zijn te verklaren. HBO’ers zijn gemiddeld jonger dan WO-studenten. De LMS laat zien dat hoe ouder studenten zijn, hoe vaker ze buitenshuis wonen. Daarnaast zijn er meer hogescholen dan universiteiten in Nederland, dus HBO’ers hoeven vaak niet zo ver te reizen vanuit hun ouderlijk huis. Tot slot zijn er meer internationale studenten aan universiteiten, zoals ook in de LMS staat. Zij hebben de optie van thuiswonen überhaupt niet. Daarnaast zijn ook zij gemiddeld iets ouder.
Het gekke is dat ik in de LMS niet een grafiek kan vinden waarin de ontwikkeling van de percentages thuiswonende studenten over de jaren per onderwijstype worden uitgesplitst. Dat lijkt me juist interessant. De categorie ‘student’ verhult grote verschillen binnen de populatie.