Keert online onderwijs terug? Elke faculteit zoekt zijn eigen pad
Of het nu is vanwege een chronische ziekte of omdat fysieke colleges moeilijk te combineren zijn met bijbaantjes: niet alle studenten zijn blij dat ze hun onderwijs weer krijgen in een volle collegezaal. Hoe gaan de faculteiten daarmee om? ‘We zijn een reguliere universiteit, geen open universiteit.’
‘Vanaf het aankomende collegejaar kunnen studenten hun colleges weer online volgen.’ Deze belofte maakte Cees Leijenhorst, onderwijsdirecteur bij de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen, in een recent artikel op Voxweb. Aangezien veel studenten moeite hebben hun studie te combineren met andere verantwoordelijkheden, is het nodig om aan betere online oplossingen te werken, zei Leijenhorst. Om die reden zullen weblectures waarschijnlijk terugkeren bij FTR.
Weblecture bibliotheek
Andere faculteiten zijn al een stap verder. Bijvoorbeeld de bètafaculteit, waar het opnemen van colleges al heel lang de norm is. ‘Sinds 2011 nemen we onze colleges elke twee jaar opnieuw op’, vertelt decaan Sijbrand de Jong. Die worden vervolgens in een zogeheten ‘weblecture bibliotheek’ beschikbaar gesteld.
De video’s zijn vanaf de dag van het college, of de dag erna, te zien voor alle studenten binnen de cursus, zolang zij het vak volgen. ‘Op deze manier hoeven studenten die niet naar de campus kunnen komen, niets te missen’, zegt De Jong.
‘Sinds 2011 nemen we onze colleges elke twee jaar opnieuw op’
De medische faculteit voert een soortgelijk beleid: colleges worden standaard opgenomen en zijn de dag na het college beschikbaar voor alle studenten. Andere faculteiten, zoals rechten, sociale wetenschappen en managementwetenschappen, nemen ook al hun colleges op. Echter maken deze faculteiten de opnames pas één of twee weken voor het tentamen zichtbaar.
Een uitzondering geldt voor studenten die in aanmerking komen voor ‘flexibel studeren’. Deze groep bestaat bijvoorbeeld uit studenten die hun studie combineren met topsport, lijden aan een chronische ziekte, mantelzorger zijn of twee studies tegelijk volgen. De faculteiten zorgen ervoor dat studenten met deze status zo snel mogelijk hun college kunnen terugkijken.
Bij de Faculteit der Letteren verloopt alles wat anders. In vergelijking met de andere faculteiten is daar geen beleid voor het opnemen van colleges. Colleges worden niet standaard opgenomen, in plaats daarvan richt de faculteit zich op oplossingen op maat voor studenten met een flexibele studiestatus.
Offline interactie
Voor bijna alle faculteiten is het opnemen en achteraf toegankelijk maken van colleges dus normaal geworden. Hybride colleges daarentegen, waarbij sommige studenten in de ruimte aanwezig zijn en andere studenten het vak online volgen, behoren tot het verleden, zegt De Jong van FNWI. ‘We zijn gestopt met livestreams omdat we de studenten de boodschap wilden meegeven dat ze terug moeten komen naar de universiteit, als dat mogelijk is.’ Geen enkele faculteit streamt colleges nog live.
De belangrijkste reden daarvoor is de toegevoegde waarde van direct contact, zegt José Sanders, decaan van de Faculteit der Letteren: ‘We hebben besloten tegen streamingopties omdat persoonlijke interactie tussen studenten en docenten van groot didactisch belang is.’
Ook bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid wordt het contact tussen studenten en docenten benadrukt. ‘Er is maatwerk voor mensen die echte problemen hebben, en we zetten ons zeker in om hen te helpen’, zegt decaan Roel Schutgens. Maar andere studenten zijn over het algemeen het best geholpen met live colleges, stelt Schutgens. ‘Dat is onze overtuiging.’
‘Persoonlijke interactie tussen studenten en docenten is van groot didactisch belang’
Hoogleraar Anna van der Vleuten van de managementfaculteit deelt deze visie: ‘Interactie tussen studenten en docenten is cruciaal voor het leer- en socialisatieproces van studenten. Daarom richt ons onderwijsmodel zich op colleges die op de campus worden gegeven.’
Van der Vleuten heeft begrip voor de klachten van individuele studenten die meer flexibiliteit wensen, maar ze stelt dat niet elke student een oplossing op maat kan verwachten: ‘Als een student een onderwijsmodel wil volgen dat flexibeler is – en dan heb ik het niet over studenten die een flexibele studiestatus hebben, maar over studenten die willen werken of in een band willen spelen – vind ik dat prima. Maar bij onze faculteit zal de visie op onderwijs daardoor niet veranderen. Wij zijn een reguliere universiteit, geen open universiteit.’
Offline of online?
Volgens De Jong zijn offline en online onderwijs goed te combineren. Hij stelt dat het draait om ‘blended learning’, wat betekent dat docenten beoordelen welke lesmethode het best bij een bepaald onderwerp past. Op basis daarvan kiezen zij tussen onderwijs op aanvraag, online oefeningen of klassikale discussies. ‘Online zal langzaam opgaan in de lesmethoden’, voorspelt De Jong.
En de bètafaculteit staat hierin niet alleen: bij de medische faculteit werken docenten met e-learning en ander digitaal materiaal, zegt opleidingsdirecteur Marjolein van de Pol. ‘Verder ontwikkelen we manieren om bepaalde colleges, zoals speciale uren waarin vragen van studenten worden beantwoord, deels online aan te bieden.’
‘Online gaat langzaam op in de lesmethoden’
Bij de Faculteit der Sociale Wetenschappen worden momenteel de mogelijkheden van online tools onderzocht. De faculteit evalueert momenteel een onderzoekspilot waarin colleges werden opgenomen, maar alleen op bepaalde momenten en voor een korte periode werden gepubliceerd. Op basis van de resultaten wil de faculteit een besluit nemen voor het komende jaar. De faculteit is zich ervan bewust dat online onderwijs een goed alternatief kan zijn voor fysieke colleges – hoe waardevol de terugkeer van studenten en docenten naar de campus ook is.
‘We hebben dankzij corona veel geleerd over alternatieve onderwijsvormen’, vult De Jong van de bètafaculteit aan. ‘Het zou prachtig zijn om deze alternatieven in de toekomst te integreren in een verbeterde vorm van onderwijs.’